Op 16 januari 2017 verscheen op dit blog een artikel met de kop ’38 Dingen die ik leerde van het eerste jaar op mijn racefiets’ – feitelijk ging de opsomming over het eerste anderhalf jaar op mijn racefiets; hoe dat zit zie je achter de link. Nu we weer zo’n anderhalf jaar verder zijn, heb ik een Marmotte (daarover meer hier) en recentelijk een Maratona dles Dolomites achter de kiezen.

Recentelijk? Vorige week was het. En het was prachtig. En ook leerzaam. Daarom ‘Dingen die ik leerde…the sequel’: 14 Dingen die ik leerde van mijn deelname aan de Maratona dles Dolomites 2018.

Ding 1. Ergens lang geleden is Bob Ross naar Noord-Italië afgereisd en heeft daar z’n kwast driftig heen en weer gestreken. Het landschap dat toen ontstond, noemen we nu de Dolomieten, het mooiste landschap waarin een Europees mens kan fietsen zonder z’n continent te verlaten.

Ding 2. Op de laatste 5 kilometer van de Fedaia vanuit Caprile (godzijdank niet in de Maratona, maar wel in een ‘rondje’ dat ik daags voor de Maratona reed) had Bob Ross 72 naakte maagden met ieder een krat bier naast zich in het landschap kunnen schilderen; ik had er geen oog voor gehad. Als je na je dood naar de hel moet vanwege te lang aan een astmapuffer lurken, moet je vermoedelijk eerst de laatste 5 kilometer van de Fedaia beklimmen voordat Satan je welkom heet. Met andere woorden: wat een kutklim!

Ding 3. Een stijgingspercentage van 13 procent kán aanvoelen als een lieflijk lentebriesje. Voorwaarde is wel dat je fietscomputer daarvoor op een ellendig lang recht stuk geruime tijd het getalletje 16 met een procentteken erachter op het beeldschermpje projecteerde – de oplettende lezer van ding 2 weet dat deze non-fictieve situatieschets weer over de Fedaia gaat.

Ding 4. Voor een alleraardigst stukje entertainment moet je in een berghut bovenop de Pordoi zijn. Helaas waren ze er niet toen ik er m’n cola dronk, maar de poster alleen al met deze rakkers erop is goud waard.

Ding 5. Laat een stuk of wat helikopters in de rondte vliegen boven Maratona-startplaats La Villa en je hebt geen kind meer aan de 9000 fietsers die om 6.00 uur in de kou (viel wel mee trouwens) staan te wachten tot ze los mogen. Mensen uitgekeken op de helikopter? Dan laten ze een seniele priester aan het woord om z’n zegen te geven. O ja, Eddy Merckx was ook voor dag en dauw opgestaan om wat tegen de deelnemers te zeggen, net als Elia Viviani – gek genoeg kreeg de laatste meer applaus.

Ding 6. De Maratona doet ook mee aan Het Grote Klimprofielen Complot, dat ten doel heeft om alle klimmende wielrenners mentaal kapot te maken. Neem de Passo Sella, dat lijkt op het profiel van de organisatie een alleraardigst klimmetje van acht à negen procent. In werkelijkheid klim je eigenlijk alleen maar boven de tien procent – gelukkig ervoer ik dit al bij de inspectie van het Sella-rondje daags voor de Maratona.

Ding 7. Binnen nu en vijftien jaar worden er wielertoertochten verboden vanwege geluidsoverlast. Oorzaak: schijfremmen. (Gedachte op de fiets: ‘Huuuu, wordt er achter me ergens een ezel verkracht? Ah, nee. Iemand met schijfremmen.)

Ding 8. Italianen lullen ook met hartslag 180 gewoon de oren van je kop. Of ze hebben een of ander wondermiddel dat ze in staat stelt om met een lage hartslag cols te beklimmen. Hoe dan ook: als de rest van Europa gefocust van haarspeldbocht naar haarspeldbocht klimt, zetten de Italianen nog eens gezellig een boompje op over het een of ander.

Ding 9. Alleen de Giau kan Italianen tot zwijgen brengen. Dit monster snoert zelfs Italianen de mond, met z’n tien kilometer à tien procent. Lekker in stilte lijden dus…

Ding 10. Het kaasplankjesmanagement van de organisatie van de Maratona kan nog wel wat beter. Maar toch een acht voor de moeite, want op de top van de Giau stond een heerlijke tafel (een kaastafel was het dus eigenlijk, maar een tafel is natuurlijk ook maar een uit de hand gelopen plank op poten) met kaas voor ons klaar. Enige probleempje was dat iedereen zich net het schompes had geklommen op allerlei smerige gelletjes en repen en tsja, zelfs de grootste kaasliefhebber (ik!) heeft dan even geen zin in zo’n lekker geurende kaas.

 

Ding 11. Het hoempapamanagement kan ook nog wel wat beter. Want die Tiroler muziekgroepjes langs het parcours zijn heel gezellig, maar als je met wind tegen à elf procent omhoog rijdt in de laatste kilometer van de Valparola zit je net even wat minder op een accordeon te wachten dan in alle andere situaties denkbaar – verder is de Maratona overigens beter georganiseerd dan het kruidenrekje van iemand met OCD, niets dan lof.

Ding 12. Geef mensen kleding cadeau en ze trekken het aan. Zo kregen alle deelnemers van de Maratona een shirtje en een windstopper cadeau. De windstopper was gevoerd. Op de dag van de Maratona scheen de zon alsof z’n leven ervan afhing en was het ruim boven de twintig graden. Reden er mensen in hun gevoerde windstopper de bergen op? Jazeker.

Ding 13. Wielrenners zijn nog steeds net mensen (één van de 38 dingen die ook al geconcludeerd had na het eerste jaar op m’n racefiets). Zo denken de snelle jongens dat je bergop dwars door mensen heen kunt rijden, denken de trage jongens dat je wel lekker links kunt blijven rijden bergop, denken de snelle daaljongens dat het wel prima is om vlak langs je te suizen als je normaal doet en denkt iedereen dat je plastic gewoon op de weg kunt flikkeren – en omdat wielrenners dus net mensen zijn: er zijn er ook (ik!) die normaal doen.

Ding 14. Ik ben gek. Jup. Want blijkbaar vind ik één keer Dolomieten niet genoeg en geef ik in september acte de présence bij The Ride Dolomites. Benieuwd wat ik daar allemaal weer leer. Maar voor nu: ciao! Of zoals ze in Zuid-Tirol zeggen: giau!

Andre van den Ende