In Groningen hadden we hem dat jaar al zien rijden in zijn opvallende pak. Uiteraard tot (gespeeld) ongenoegen van de jury.  De boete werd lachend betaald. Il Re Leone was op het toppunt van zijn macht.

Voor het WK in 2002 was Cipollini een van de favorieten. Maar de jaren ervoor was het telkens misgegaan voor de Italianen. Een overschot aan kampioenen van de eendagskoers zorgde voor een gebrek aan ploegentactiek. Maar in Zolder zou alles om SuperMario heen worden gebouwd. Franco Ballerini, held van Roubaix, had de route naar de regenboogtrui uitgestippeld.

Zolder. Een mythische plek, waar Jacky Ickx ooit werd toegejuicht. De laatste Belgische Grand Prix aldaar, gewonnen door Alboreto in de Ferrari, was echter al in 1984 gereden. De koninklijke Heusden-Zolder zou een jaar na dit WK toetreden tot het walhalla van het Belgische voetbal. Oudgediende wielerfans kenden het al van dertig jaar eerder: Het was de plek waar Harm Ottenbros in 1969 onverwacht wereldkampioen werd.

We trokken er heen in het oude Peugeotje van mijn toenmalige vriendin. Bij het betreden van het Belgisch-Limburgse plaatsje trof ons een vervelende verrassing. Nadat we parkeerden, strandden we in de St. Jacobsstraat. We moesten betalen voor de koers. Betalen? Dit was ons in jaren kermiskoersen en Tour de France-bezoeken nog nooit overkomen. De meegereisde studenten wilden omdraaien, maar we waren toch niet voor niets afgereisd?

Gelukkig zagen we al snel een aantal mensen naar links glippen. Na een paar honderd snapten waarom. Waar we dachten dat alleen Friezen de edele sport van het fierljeppen beoefenden, zagen we tientallen Vlamingen galant over een beek springen. Dat konden wij ook. De aanwezigen zagen mij al in het water vallen. Maar ook ik wist de overkant droog te bereiken.

Toen bleek al snel een groot voordeel van het inzetten op betalen van toeschouwers: om het terrein afsluitbaar te maken was het redelijk compact opgezet. We liepen van kroeg naar kroeg, langzaam richting de finish. Na elk pintje kwam de koers weer langs.

De koers was inmiddels vergevorderd. In de laatste ronde vond nog een valpartij plaats achterin. Op de Italiaanse tv schalde het “i nostri sono avanti. I nostri sono avanti”. En inderdaad reed er een imponerend treintje voorop in het peloton. Di Luca, Lombardi, Petacchi. Het azuurblauw domineerde.

Wij waren inmiddels ook gevorderd. We zagen bij de finish de eretribune staan. Een F1-circuit kent echt heel grote tribunes. Via de achterkant kwamen wij ook op de hoofdtribune terecht. Net na de finish, maar met overzicht op de aanstormende meute.

Cipollini zat inmiddels op de tweede plek in het treintje, achter Lombardi. Zabel en McEwen volgden in zijn wiel. Lombardi deed een lange laatste aflossing. En vervolgens maakte de Leeuwenkoning het af. Zijn machtige armen gingen de lucht in. De man uit Lucca werd nog meer een legende dan hij al was.

“Ed è nostro; ed è nostro” De stem van RAI-commentator Bulbarelli schoot drie octaven omhoog. We hadden het veel beter gezien dan we ooit hadden verwacht.

Rick Lindeman