In 2010 verkocht Alekandr Kolobnev een vrijwel zekere overwinning in Luik-Bastenaken-Luik aan medevluchter Aleksandr Vinokourov. Als dank voor de geveinsde verzuring maakte Vinokourov anderhalve ton over naar Kolobnevs rekening. Een passage uit een mail van de ontvanger aan de donateur: ‘Zelfs mijn vrouw was niet boos dat ik tweede werd’.

Het is goed dat Kolobnev de factoren fietsen en geld op een voor zijn vrouw aanvaardbare wijze weet te combineren. Ik ben daar zelf minder goed in. Toen mijn vriendin er achter kwam dat ik de prijs van mijn nieuwe racefiets wat naar beneden had afgerond, was het een paar dagen niet gezellig in huis.

De tevredenheid van mevrouw Kolobnev ten spijt, is het opmerkelijk dat Kolobnev de kans liet schieten om zijn sportieve carrière in één klap te transformeren van een verdienstelijke in een zeer geslaagde. Hij behaalde voor 2011 al enkele ereplaatsen, waaronder derde plaatsen bij de Spelen van Peking (na diskwalificatie van Rebellin), de Ronde van Lombardije (2009) en op het WK van 2009, maar een hoofdprijs was er nog niet, laat staan eentje van het formaat van Luik-Bastenaken-Luik. De kans was groot in 2010, want iedereen weet dat Kolobnevs benen sneller zijn dan die van Vinokourov. Toch verkoos Kolobnev het geld.

Wielerromantici begrijpen daar niets van. Velen ervan zouden, indien dat nog had gekund, hun hypotheek met hetzelfde bedrag verhogen, in ruil voor een kans op de overwinning in La Doyenne.

Maar ook een econoom fronst de wenkbrauwen bij de keuze van Kolobnev. Deze was in 2010 vermoedelijk goed voor een jaarsalaris van rond het miljoen. Het geld van ‘Vino’ betekent een eenmalige aanvulling van slechts 15%. Daarbij, een overwinning in Luik-Bastenaken-Luik had ongetwijfeld een verbeterd contract betekend, evenals interessante nieuwe sponsordeals. Binnen een half jaar had Kolobnev break even gelopen, daarna was de curve van zijn extra verdiensten boven horizontale lijn van de anderhalve ton uit gestegen.

Het zal wel, zal Kolobnev gedacht hebben daar in de straten van Luik. Hij is een broodfietser, rijdt voor het geld. En hoe sneller het geld, hoe langzamer hij fietst. Of hoe sneller, het is maar wat er wordt gevraagd. De zekerheid van anderhalve ton nu is meer waard dan de overwinning in de mooiste wielerklassieker plus niet volledig zekere toekomstige geldstromen.

Fietsen doen renners uit liefde voor de fiets, op deze plek vallen we dagelijks over elkaar heen om het te benadrukken. Het klopt half: fietsen doen renners uit liefde. Soms voor de fiets, soms voor het geld, soms voor iets anders.

Het is mij om het even. Als het maar koers is.

 

Menno Haanstra