“Opletten, nu!” Léon van Bon en Martijn Knol flitsen met een kopgroep van 45 man langs de geel-blauwe curbstones van Circuit de la Sarthe als ze de stem van ploegleider Arjan Fidder van het Baum-team door hun oortjes horen overslaan. Ze rijden langs het Porsche Experience Center en wringen zich door de laatste chicane van het circuit. Volgens plan zouden ze nu na twee uur koers de pitlane in draaien om afgelost te worden. “Gaan, gaan, gaan!” roept Fidder. Hij ziet dat de twee rijders van S1neo, de Franse equipe die vorig jaar de 24 uur van Le Mans won, nog eens gas geven om de kopgroep verder leeg te schudden. De stalorders worden netjes opgevolgd. Van Bon en Knol sturen de brede finishstraat in en verlengen hun stint met nog een ronde. Dan meldt Fidder dat team S1neo toch geen bedreiging vormt voor het Baum Cycles Endurance Team. Het eerste team van Baum rijdt in de prestige- of koningsklasse, waarin teams van 4 man uitkomen. S1neo rijdt in de sportklasse, met een team van 6 man.

Zoekplaatje
Het is de wielereditie van de 24 uur van Le Mans in een notendop: een grote zoektocht naar overzicht die maar liefst een etmaal lang duurt. Wat om even voor drie uur ’s middags nog begon met een strakke openingsceremonie, barst los in een onwaarschijnlijke chaos op het moment dat baanwielrenner François Pervis in zijn regenboogtrui het startsein van de 24 uurs-koers geeft. Wanneer het startschot klinkt en de Franse wereldkampioen op de 1 kilometer sprint driftig met de Franse driekleur heen en weer begint te wapperen, glibberen meer dan 500 renners zo snel als ze op hun koersschoentjes kunnen van de ene kant van de start- en finishstraat naar de overkant waar een verzorger klaar staat met hun fiets. De renners die kort daarvoor nog strak in het gelid stonden voor de presentatie van de 14 vlaggen van evenzoveel deelnemende landen, vormen in no time een krioelende mierenmassa die met z’n allen voor de eerste keer de klim richting de Dunlop Bridge op stormen. Een klim van 600 meter lang met een stijgingspercentage dat oploopt tot maximaal 7 procent.

Slow motion en fast forward
Kent de wereldberoemde gemotoriseerde editie van de 24 uur van Le Mans vier klassen, de versie op twee wielen heeft er maar liefst 10. Naast solo-rijders, starten er duo’s en teams van 4, 6 of 8 renners. Man, vrouw of gemixt. Alle wedstrijden worden op hetzelfde moment gehouden. De verschillen qua gemiddelde en maximale snelheden binnen het deelnemersveld zijn hierdoor enorm. Wat de wedstrijd tot een mengelmoes maakt van wielertoeristen die de rondes in slow motion afleggen en wedstrijdrijders die dat fast forward doen.
Team Baum heeft zich net als een groot aantal van de andere wielerploegen voor meerdere klassen ingeschreven. De teams gaan eerst en vooral de competitie in hun eigen klasse aan, maar het staat hen vrij om hun ploeggenoten van een ander team te helpen door voor hun wat extra kopwerk te doen. En daar wordt slim gebruik van gemaakt. Wat de koers een verraderlijk onvoorspelbare dimensie geeft.
Het doel van de race is even eenvoudig als onbestemd. Leg in 24 uur zoveel mogelijk ronden af. Elk rondje zal 4,2 km zijn en dat rottige klimmetje naar Dunlop Bridge bevatten. Maar hoeveel ronden je als team moet rijden om de 24 uur van Le Mans op je naam te kunnen schrijven? Dat zal lang onduidelijk blijven.

Kippenworstjes
Als Knol en Van Bon na ruim 2 uur koers de pitlane inrijden voor de eerste wissel van Team 1 en 2, rijdt Thijs Verbrugghe stug door. Thijs is gestart in de wedstrijd voor solorijders en wil pas na een eerste stint van 6, 7 uur voor de eerste keer stoppen. Die pauzes wil hij kort houden. 10 minuten, niet langer. Even de spanning van de benen. Snel bidons wisselen, twee met de door zijn moeder bereide sportpap plus twee met sportdrank. En weer door. Dat eten wordt elk uur lastiger, weet Verbrugghe uit ervaring. “Op het laatst heb ik wel een kwartier nodig om een suikerwafel weg te krijgen”. Om toch wat vast voedsel naar binnen te krijgen, neemt hij nu wat smeuïge kippenworstjes mee. Hij wil proberen om deze editie van Le Mans te winnen, ook al weet hij dat het een lijdensweg gaat worden. Maar dat deert hem weinig. It’s Only Pain stond er met bloedrode letters op het T-shirt dat hij voorafgaand aan de start droeg. Slaapgebrek? Ook geen probleem. Als heftruckchauffeur werkt hij in een 3-ploegendienst en is hij wel gewend om ’s nachts zijn ogen op te houden, vertelt de West-Vlaming uit Tielt. “Alleen ’s ochtends als de klaarte komt, dan krijg ik meestal toch wel een klap”.

Shut up legs
Die klap komt onverwacht vroeg in de race. Als de zon ’s avonds om 9 uur ondergaat, gaat ook bij Thijs het licht al uit. Een antibioticakuur vanwege een keelontsteking breekt de winnaar van de 24-uursrace van Cycling Zandvoort op. Met tranen in de ogen vertelt hij dat zijn hartslag al vanaf de start 20 slagen hoger lag dan normaal. De ploegleiding besluit daarom dat hij om gezondheidsredenen beter kan stoppen. “Misschien ook wel beter zo”, zegt hij terwijl hij zijn cap over z’n kortgeknipte blonde stekels schuift. Shut op Legs, staat erop geborduurd. Ook Stephan Verbrugghe heeft roodomrande ogen. Maar de vader van Thijs probeert zich te herpakken: “Nu moet Thijs het over 3 weken maar gaan doen op Brands Hatch.
Met de wedstrijd op het Grand Prix-circuit Brands Hatch in het Verenigd Koninkrijk zal Team Baum hun 4e wedstrijdseizoen afsluiten. Dit jaar hebben ze al gekoerst op het oude Nordschleife-circuit op de Nürburgring en in Italië op het bekende Monza-circuit. In eigen land reden ze de 24-uursrace van Zandvoort. Tijdens eerdere jaren was ook de race op het racecircuit van het Belgische Zolder onderdeel van hun internationale wedstrijdkalender. Team Baum is op dit moment het enige team dat elk jaar zo’n serie van internationale 24uursraces rijdt. Fidder verwacht dat dit snel gaat veranderen. “Het zijn populaire evenementen die elk jaar weer hun deelnemersrecord verbreken. Het zou mij niet verbazen als binnenkort ook continentale ploegen als Metec of Delta Cycling een team afvaardigen”.

In de pitbox
“Welke nummers, welke nummers…?” klinkt het door de pitbox. Het is Jasper Verduyn die door het communicatiesysteem schreeuwt. De renner uit Brugge, die koerst met de Vlaamse Leeuw op zijn gele koerssokken, wil weten welke teams hij goed in de gaten moet houden. Terwijl naast een rode benzinepomp Robert de Vries zich voor team 1 al warm rijdt op de rollers,  worden aan zijn teamgenoot de nummers van de twee belangrijkste concurrenten doorgegeven door teamleider Jan Plender. Jasper moet alleen het team Les Cycles Mazerolles en Team Progress L’Equipe Cycliste in de gaten houden. De overige teams hebben de aansluiting met de snelle groep al verloren. “Jasper… nummer 428 en 509”. De pitbox is tijdens de 24 uursrace het commandocentrum van het team. Vanuit de kale betonnen pijpenla waar normaal de Porsche 919 of de Corvette C7 geprepareerd worden, volgen de teamleiders samen met ploegleider Arjan Fidder de koers. Ploegleider Marco Beuling heeft een tablet op zijn schoot waarop na elke ronde de nieuwe rondetijden en de tussenklassementen verschijnen. Beuling houdt scherp in de gaten wat de actuele klassering en rondetijden van Team Baum zijn en vergelijkt ze met de tijden van de directe concurrenten. Langs de baan worden de verschillen tussen de snelle groepen in de baan hand geklokt. Op basis van die datagegevens wordt door de ploegleiding bepaald wat het beste moment is om te wisselen.

Wisseltruc
“Changer ensemble?” Zoiets moet Verduyn geroepen hebben tegen de renner met rugnummer 428 wanneer hij fixt dat ze op hetzelfde moment gaan wisselen. Het is verdraaid handig dat de West-Vlaming een woordje Frans kan spreken, want de wissel is een cruciaal onderdeel van de 24-uursrace, en die kun je het best gelijk met je concurrent doen. Eén slechte wissel kan zomaar het verlies van de koers betekenen. Op het moment dat Verduyn en ‘nummer 428’ samen de pitlane insturen, mogen ze slechts 20 km per uur rijden. Met laserguns wordt gecontroleerd of er in de pitlane, die zo’n halve kilometer lang is, niet te hard gereden wordt. Een snelheidsovertreding kan je een ronde kosten. Een jurylid met een fluorescerend oranje hesje houdt vervolgens scherp in de gaten of de renners wel volledig stilstaan bij het doorgeven van de enkelband met transponder. De Vries mag pas vertrekken wanneer de enkelband volledig om zijn enkel zit.
Het blijkt de perfecte ‘wisseltruc’ te zijn. Terwijl Robert de Vries bij het uitrijden van de pitlane kan aansluiten bij de snelste groep in koers, mist ‘nummer 428’ door een onfortuinlijke wissel de aansluiting volledig. De Vries, een renner met bravoure, plaatst zich gelijk op kop van de groep en zorgt dat het verschil seconde voor seconde wordt uitgebouwd. Weer een concurrent minder.

“Als je staat en je kunt zitten, moet je zitten. Maar als je zit en je kunt liggen, moet je liggen”
Als de nacht over het circuit van Le Mans valt en alle renners in de baan verplicht met achterlicht rijden, is inmiddels Oscar Torres Fernandez voor Team Baum de racebaan op gekomen. De Spaanse triatleet en fixie-rijder lijkt enkele pepers uit zijn moederland in ‘z’n gatje’ gestopt te hebben. Per ronde pakt hij een halve minuut op de laatste overgebleven concurrent. Fernandez, die als wielenbouwer bij Fast Forward in Zwolle werkt, laat zijn wielen zo driftig ronddraaien dat ploegleider Fidder hem moet afremmen. “Stay calm, Oscar. Stay in the bunch!”. Als Fernandez niet in de baan is, zet hij de VIP-box — de plek waar de renners die niet moeten rijden, geacht worden om uit te rusten — wel op stelten. De Spanjaard weet de vrouwelijke verzorgers van het team volledig in te pakken met  ‘een paella’ van wat steenkolen-Engels, een snufje Spaans en enkele rapteksten van Boef en Lil’Kleine. En met zijn koddige versprekingen —“In elk stadje een ander gatje”— heeft hij de lach aan zijn kont hangen. In de grijs geverfde VIP-box, die zich recht boven de pitbox van het team bevindt, ruikt het naar massage-olie, zweet en pannenkoeken. De renners die off-duty zijn, hangen op een witte klapstoel, vaak al kauwend op een stroopwafel of pannenkoek, en gaan zodra het even kan op één van de vele luchtbedjes liggen. Martijn Knol zou moeten slapen, maar heeft nog teveel adrenaline in zijn lijf. Hij kijkt daarom maar een film op zijn mobieltje, ‘No Strings Attached’, en doodt zo al grinnikend de tijd.

Wedstrijd van de eeuw
Wanneer ’s nachts op de grote tv-schermen in de VIP-box te zien is dat Mayweather in de ’bokswedstrijd van de eeuw’ zijn tegenstander McGregor met een technische knock-out uitschakelt, bouwt Team 1 de voorsprong in hun klasse verder uit. Met hun taaiheid en ervaring slepen de veertigers en vijftiger van Team 2 de jonge gasten van Team 1 de nacht door. Het zijn getectyleerde trucks. Als ze eenmaal op gang zijn gekomen, blijken ze nauwelijks nog te stoppen. Wanneer de zon opkomt is de voorsprong al opgelopen tot 2 ronden.
Als er buiten op de baan nog hard gekoerst wordt om de winst veilig te stellen, is er in de VIP-box al een feestje begonnen. Zanger Rinus schalt uit een bluetoothspeaker en iedereen die rond de witte campingtafel zit, zingt uit volle borst mee: “Eet veel bananen, bananen zijn gezond. Adam sloeg Eva op zijn blote kont”.
Beneden in de pitbox maakt een wielerfan dankbaar gebruik van de ontspannen sfeer en stapt op Léon van Bon af. De oud-renner signeert de fotokaarten die de man heeft meegenomen. Op 2 van de 3 kaarten draagt Van Bon een Rabobank-tenue. Op de ander staat hij in het tricot van Lotto-Domo. Wanneer Van Bon lachend de complimenten van de jonge renners uit het team voor zijn snelle manier van koersen ontvangt, bekent hij dat hij voorafgaand aan de wedstrijd weer ouderwets nerveus was.

Frietpan
Team Baum wint uiteindelijk de 24 uur van Le Mans met een afstand van 1004 km en een gemiddelde van 41,8 km/u. Als ze in hun kampioenstruien van het podium af stappen, blijft er een grote frietpan staan. Het is de prijs voor Evens Stievenart die na 24 uur tot een afstand van 950 km is gekomen. De winnaar van de solorace is zelf niet in staat om de prijs te komen halen. Na de finish is hij ineengezakt en werd hij acuut naar de medische post gedragen.

Bort Hartog