amazingVakken vullen, prijzen (de streepjescode was nog niet in elke winkel doorgevoerd), meerijden en sjouwen met de bezorger, folderen in de wijk en meubeltjes in elkaar zetten voor de showroom. Met een doehetzelf- en meubelzaak in de familie had ik de bijbaantjes voor het uitzoeken. Daarnaast waste ik ook auto’s in de straat, bracht middagkranten rond na schooltijd en plukte tomaten in de kassen. Bijna allemaal waren het leuke baantjes; je verdiende je eerste eigen geld, was lekker buiten en had lol met leeftijdgenoten. Het leukste bijbaantje en tevens het meest relaxte vakantiebaantje had echter mijn buurjongen in de zomer van 1985.

Het enige dat hij hoefde te doen was elke middag naar Radio Tour te luisteren. En daar kreeg hij voor betaald! Zijn oom had hem dit luizenbaantje aangeboden. Zelf had hij niet veel met de Tour. Ja, eerdere jaren deed ook hij fanatiek mee met de Tour de Spar, maar wie er de gele trui droeg, kon hem niet schelen. Bij mij was de koorts ook nog niet geheel aangeslagen, al had ik wel een fascinatie voor Peter Winnen ontwikkeld. Die zomer hingen we vooral veel buiten rond en als mijn buurjongen daarbij was, moesten we wel bij een radio in de buurt blijven. Eens in de zoveel dagen, soms zelfs een paar dagen achtereen, veerde hij op en schreef het tijdstip, de datum en de titel van het liedje op dat door de speakers van zijn Panasonic boombox klonk. Ik had het liedje wel herkend. ‘Ik ga naar Frankrijk’ heette het en je hoorde het die zomer ook wel eens op Hilversum 3. Sowieso kende ik de Amazing Stroopwafels wel. Mijn buurjongen had zowel alle lp’s, als alle 45–toerenplaatjes en eerder waren we samen met de trein naar Rotterdam geweest. Tussen het winkelend publiek op de Lijnbaan stonden twee straatmuzikanten. Naast een redelijk normaal uitziende man met een gitaar stond de oom van mijn buurjongen. De man had lang sluik haar, een brilletje en hij zong grappige teksten en trapte tussendoor tegen zijn roze met groene contrabas alsof het een basdrum was. Later zouden ze ook het eerste echte concert verzorgen dat ik ooit zag. Ze speelden in een grote zaal van het stadhuis aan de Coolsingel. Wat de gelegenheid was, weet ik niet meer, maar de zaal stond vol met borrelende pakken. Wij waren de enige kinderen en we mochten aan de zijkant van het podium meekijken, tussen de speakers en het mengpaneel. De band was bij dat optreden niet meer het duo van de straat, maar had een volledige bezetting met keyboard, drums, accordeon, basgitaar en elektrische gitaar. Toen ik jaren later aan folkmuziek verslingerd raakte, kwam ik er pas achter dat ik naar zo goed als de complete legendarische folkgroep Fungus had staan kijken.

Aangezien presentator Koos Postema en muzieksamensteller Herman van der Velden wel een groot hart hadden voor de Stroopwafels, had mijn buurjongen na drie weken turven toch een behoorlijk lijstje. Behalve ‘Frankrijk’ stond daar ook een paar keer ‘Oude Maasweg’ op en ‘Ome Kobus’ . Zelfs onze gezamenlijke favoriet ‘Boontjes’ had eentje streepje gekregen. Of zijn oom gewoon nieuwsgierig was hoe vaak hij gedraaid werd en zelf geen tijd had om te luisteren of dat hij de Buma op voorhand wilde controleren, weet ik niet. Mijn buurjongen kon met behulp van Ome Stroopwafel toch een stuk sneller een echte basgitaar kopen. Twee jaar ervoor hadden we nog met een verzameling legerhelmen als drums, een piano gemaakt van legoblokjes en een derde vriendje met een tennisracket als gitaar opgetreden op de lagere school als de Amazing Miniwafels. Ondertussen had ik enkele vakantiedagen met een prijzentang tussen de ijzerwarenschappen doorgebracht en als ik dat de hele vakantie vol zou houden, kwam die gitaar bijna in zicht. Dan kon het echte werk beginnen. Dat er in Frankrijk een hevige strijd tussen Fignon, LeMond en Hinault was geweest, kon ons geen snars schelen. Wij luisterden naar de muziek, niet naar die irritante Tourflitsen tussendoor!

Ricco van Nierop