Amstel Gold RaceZuid-Limburg straalt als nooit tevoren. Het is het soort weer waar hooikoorts-lijders wel eens zwetend van wakker worden: zonnig, met een zacht briesje dat de pollen door de lucht jaagt. De enige Nederlandse wielerwedstrijd van belang staat op het punt van beginnen.

Waarom heeft de wedstrijd met het boeiendste parkoers en de fraaiste vergezichten eigenlijk de lelijkste naam? De Amstel Gold Race, wie bedenkt er nou zo’n naam? Die wil je als renner nauwelijks op je palmares, de Amstel Gold Race. Je kunt wel gaan uitleggen aan vrienden en familie dat het heel wat voorstelt, de Amstel Gold Race – dertig bergjes, draaien, keren, aankomst bergop, pracht van een erelijst – maar de eerste, tweede en derde associatie van de wielerleek is: onderlinge wedstrijd van de AA.

Hoeveel moet het kosten om van naam te ruilen met de Hel van het Mergelland? Noem maar een bedrag, Leo van Vliet heeft wel een en ander te besteden. En dan gaarne een andere biersponsor erbij, als dat het probleem is. De Brand Up Hel van het Mergelland, of de Hel van het Gulpener Mergelland.

De start is furieus. Iedereen wil wegkomen op deze fraaie lentedag. Het lukt uiteindelijk zeven man om voorop te geraken: Francis de Greef, Yuri Trofimov, Addy Engels, Mirko Selvaggi, Dominique Cornu, Roy Curvers en Emmanuel Vona.

De voorsprong loopt snel op, geen enkele ploeg is bereid het werk op te knappen. Men wacht op de knechten van Rabobank, die zich vroeg of laat op kop zullen zetten. Dat gebeurt als de voorsprong meer dan acht minuten is en de heren Cornu en Vona het vooraan al lastig beginnen te krijgen.

Met zichtbaar plezier zetten de twee Maartens, Tjallingii en Wynants, zich op kop van het peloton. In de commentaarcabine van de NOS vraagt men zich zorgelijk af of dit niet ten koste gaat van Tjallingii’s winstkansen. Het antwoord is ja.

Als de voorsprong is gehalveerd en Tjallingii en Wynants op de Bemelerberg de pijp aan hun beroemde naamgenoot geven, zijn er nog zestig kilometer te rijden. Juist wanneer Barredo en Tankink zich klaarmaken om hun deel van het werk te doen en daarmee alle dienende krachten van de ploeg op te souperen, wordt er op de top gedemarreerd door een trosje renners. Het duurt precies vijf kilometer voor de Nederlandse huiskamers weten wie er precies in de achtervolging zijn gegaan, omdat Maarten Ducrot zeker weet dat het Philippe Gilbert is die aanvalt en daarvan zo opgewonden raakt dat hij zich in zijn gevulde koek verslikt en vijf minuten lang door Mart Smeets op zijn rug gedreund moet worden.
De tegenaanvallers zijn: Jan Bakelants, Rinaldo Nocentini, Serguei Ivanov, Maxime Montfort, Allan Davis, Sylvain Chavanel, Ben Hermans, Rob Ruygh, Leonardo Duque, Johannes Frohlinger en Bram Schmitz.

Ondanks een gebrek aan samenwerking loopt de groep uit op het peloton. Het duurt niet lang of de voorsprong is één minuut. Michel Wuyts roept: ‘Boeken toe! José, zing maar een liedje.’

Bram Tankink krijgt weer kramp, op de top van de Loorberg dit keer, waar Danilo Di Luca voor het eerst vooraan verschijnt. ‘Ik heb hier toch dubbele gevoelens bij,’ zeggen de verschillende commentatoren synchroon.

Nog voor Hotel Alberts in Heijenrath is Di Luca alweer ingelopen.
Op de Kruisberg een nieuwe aanval. Staf Scheirlinkx en Johnny Hoogerland rijden in één klap naar de achtervolgende groep, die op haar beurt vlak voor de Eyserbosweg de overblijvers van de kopgroep, De Greef en Trofimov, te grazen neemt.
Op de Eyserbosweg zakt het verschil tussen kopgroep en peloton tot veertig seconden.

‘Alles op een zakdoek,’ roept Wuyts.
‘Alles is nog speelbaar,’ zegt Ducrot.

Maar op de Eyserbosweg gebeurt verder weinig. Favorieten Gesink, Cancellara, Leukemans, de Schlecks en Gilbert fietsen op de eerste rij, maar doen niets. Net als Wuyts op het punt staat te zeggen dat het Eyserbos een muis gebaard heeft, demarreren Joaquin Rodriguez, Kolobnev en Wegmann.

‘Het is het voorjaar van de outsiders,’ roept Wuyts nu.
Rodriguez en Kolobnev worden ingelopen door een eerste groepje met daarin alle favorieten (behalve Stijn Devolder), Wegmann zet door en dicht de kloof tot de koplopers, waar Bakelants niet meer rijdt omdat Gilbert op komst zou zijn. Het komt hem te staan op een scheldkanonnade van Nocentini en Schmitz.

Herbert Dijkstra kondigt de Keutenberg aan. Een kuitenbijter, zegt hij.
Keutenbijter, zegt Smeets. Ducrot gniffelt.

Op de Keutenberg rijden de sterksten in het peloton vooraan. Het zijn Gesink, Fränk Schleck, Leukemans, Cunego, Gilbert, Poels, Kolobnev en Iglinsky. Kort daarachter volgt een groepje met Andy Schleck, Freire, Vinokourov, De Maar, Vanendert, Nuyens, Gerrans, Marcato, Taaramee en Geschke.

Van Cancellara geen spoor.

In Sibbe rijden de koplopers nog altijd een halve minuut vooruit.
Ivanov demarreert en duikt als eerste de Sibbergrubbe af, richting Valkenburg. Bakelants probeert hem bij te houden, maar krijgt het gat niet dicht. Schmitz en Nocentini vloeken duchtig door.

‘Hoeveel heb je nodig, Maarten, aan de voet, om te winnen?’
‘Een halve minuut Mart, normaal gesproken, maar deze man kan het. Hij kan het. Och jongens, wat is dit mooi.’

Aan de voet van de Cauberg heeft Ivanov elf seconden op de achtervolgers en 27 seconden op het groepje met de favorieten, waar Gesink en Leukemans al het werk voor hun rekening nemen.

Uit de achtervolgende groep probeert Hermans de sprong te maken. ‘We zitten hier met halve lijken,’ roept Wuyts. ‘Ze moeten van achter komen.’
En ze komen van achter. Cunego, Gilbert, Schleck en Gesink rijden naar de achtervolgers toe en als Gilbert erop en erover wil, rijdt Scheirlinkx op een vreselijke manier in de weg.
Het verschil is nog zeven seconden.

Ivanovs benen kunnen ieder moment ontploffen.

Gesink wiegt en waggelt, hij zit ook aan zijn max, maar nadert de Rus tot op vijftig meter, met Cunego, Gilbert, Hermans en Schleck in z’n wiel.

Op tweehonderd meter van de streep zet Cunego zijn definitieve jump in. Gilbert ziet het te laat.

Vijftig meter voor de finish wordt Ivanov voorbij gestoken door de Italiaan en de Belg. Op de streep rijdt ook Hermans hem nog voorbij. Teleurgesteld gaat Ivanov rechtop zitten.
Wuyts: ‘Twee en drie, we mogen niet klagen, in deze Nederlandse wedstrijd. Philippe is goed, met oog op volgende week.’

Ducrot: ‘Wat een koers jongens, prachtig.’
Robert Gesink (6e): ‘Ik reed om te winnen, dan kun je ook verliezen.’
Ben Hermans (3e): ‘De Amstel is een koers die mij moet liggen, dat wist ik al langer. En de vorm is goed, en de ploeg was sterk. Jammer dat Staf mij een paar honderd meter voor de meet hindert, anders rijden Philippe en ik bij Cunego weg.’
Wout Poels (9e) : ‘Het is hier voor mij natuurlijk een thuiswedstrijd en dan wil je wat laten zien. Misschien had ik langer moeten wachten en ben ik dan mee met die mannen, maar ja, da’s achteraf.’
Damiano Cunego: ‘I like the Amstel.’
 
Uitslag Amstel Gold Race 2011:
1. Damiano Cunego
2. Philippe Gilbert
3. Ben Hermans
4. Serguei Ivanov
5. Fränk Schleck
6. Robert Gesink
7. Aleksandr Kolobnev
8. Wout Poels
9. Björn Leukemans
10. Simon Geschke


Frank Heinen