Laurens ten Dam

Laurens ten Dam

Laurens ten Dam is één van de meest afgetrainde coureurs van het peloton. Het bonkige vlieggewicht excelleert vooral in het hooggebergte. De Amstel Gold Race past minder bij zijn capaciteiten. En die laat hij dit jaar dan ook aan zich voorbijgaan. Maar omdat hij al tien jaar in Limburg woont, kent hij alle wegen op zijn duimpje. De perfecte man dus, om het parkoers mee te verkennen.

Loorberg
De echte koers begint volgens Ten Dam na de tweede bevoorrading. ,,Vanaf de Gulpenerberg moet je vooraan zitten.’’ Dat is het punt waar wij de route oppakken. ,,Op deze brede weg is het net een massasprint’’, vertelt Ten Dam terwijl we langs de drukke Rijksweg rijden. ,,Je hebt hier nog drie kilometer om je positie te kiezen. Hierna volgen de Kruisberg, Eyserbosweg en de Fromberg binnen een paar kilometer, op smalle wegen.’’

Kruisberg
We snijden de ‘Kruis’ aan. ,,Deze helling is onderschat, omdat de koers vaak beslist werd op de Eyserbosweg. Deze is qua karakter en lastigheid bijna hetzelfde.’’ De eerste meters lopen vies omhoog. Met hangen en wurgen weet ik het wiel van Ten Dam te houden. Tot de laatste 300 meter, waar het stijgingspercentage oploopt tot 20%. Laurens houdt zich duidelijk in, maar loopt zienderogen uit. Terwijl ik zwoeg op mijn lichtste verzet, peddelt Ten Dam richting de kruin. Bovenop heeft hij een interessante mededeling. ,,In de koers pak je hier 39-17.’’

Eyserbosweg
Een razende en smalle afdaling volgt. Laurens heeft terreinkennis en loopt snel uit. Halverwege volgt een scherpe knik en een bruggetje. We duiken Eys binnen en slingeren circa 500 meter door het dorp alvorens we de Eyserbosweg pakken.
,,Vroeger ging Boogerd hier aan. En dan koos hij 39-17, het was dan voor iedereen hangen en wurgen om bij te blijven.’’ Voor mij is het al hangen en wurgen om op mijn lichtste versnelling Ten Dam bij te houden. Bovenop blaast de wind ongenadig hard. Gelukkig is de afdaling dichtbij en met een razende vaart vliegen we richting Fromberg. Deze helling is in vergelijking met de andere hellingen in de finale eenvoudig. Toch wist Davide Rebellin hier met Michael Boogerd weg te rijden in 2004. ,,Deze pakken we op de grote plaat.’’

Keutenberg
Rust is ons niet gegund. Het is amper een kilometer vlak voordat het monster dat Keutenberg heet opduikt. ,,Pas op, de klim kun je het beste met een flinke snelheid beginnen’’, adviseert Ten Dam. Met de tip van de kenner is het steilste stuk binnen de kortste keren achter de rug. Nu begint de echte worsteling. Ik verlies op 300 meter bijna een halve minuut.
,,Hier is de koers nog nooit beslist. Bovendien, als je boven komt, is er geen afdaling en moet je het alleen doen op het plateau.’’
Dat stuk vlak tussen de dorpjes Keutenberg en Ingber speelt een cruciale rol, meer dan de Keutenberg zelf. Het stuk van de waarheid, zo noemt Ten Dam de passage. ,,Als je hier ook maar 20 meter achter ligt, dan heb je een probleem.’’ Het is ook hier dat de latere winnaars Fränk Schleck en Alexandre Vinokourov wegreden. We ploeteren voort. Het stuk naar Ingber, waar het weer beschut is, lijkt eindeloos.

Cauberg
Iets meer dan zes kilometer na de Keutenberg begint in Sibbe de afzink naar Valkenburg. Weinig kans om hier weg te rijden of tijd goed te maken. Tot de voet van de Cauberg is het nu nog ongeveer drie kilometer. Dat lijkt weinig, maar het was voor Stefan Schumacher in 2007 genoeg om de beslissende kloof te slaan.
In het hart van Valkenburg, aan de voet van ’s lands beroemdste berg, troepen wielertoeristen samen op de terrasjes. Het is het kloppende hart van de Nederlandse wielersport. Kun je daarvan genieten in de koers? ,,Toch wel. Ze staan hier al gauw vijf rijen dik. De sfeer is fantastisch!’’ Zijn adem versnelt, de mijne nog rapper. Ik kies het wiel van Laurens en wil dit zo lang mogelijk volhouden. Dat gaat goed tot even na halfweg. Waar ik breek, doet de koers vaak hetzelfde. ,,Michael Boogerd pakte deze helling op het buitenblad. Hij begon op 52-21 en versnelt op de 17’’, zou Laurens me op de top vertellen. Ongelooflijk. Waar anderen stilvallen steekt Boogerd vier tanden bij. ,,Dat is eigenlijk onvoorstelbaar”, meent ook Ten Dam.

Dit is een extractie van het verhaal dat ik in 2008 schreef voor Wieler Revue.

Tom Rustebiel
Laatste berichten van Tom Rustebiel (alles zien)