zwedenHet was een haast perfecte vakantie. M’n ouders, een van m’n twee broers en ik trokken in 1997 met een volgeladen Ford Escort en een klein caravannetje voor vier weken richting het noorden. Bestemming: Zweden, en daarna Noorwegen. Daar zouden we aan het eind van de vakantie m’n oudste broer oppikken, die een jaar als au-pair in het kuststadje had gewerkt. Honderden kilometers legden we af door de uitgestrekte bosgebieden van Zweden, later langs de Noorse kust. We kampeerden regelmatig in het wild, aan riviertjes, aan meertjes. We bouwden vlotten, stookten kampvuurtjes met zelf gesprokkeld hout en maakten daarop de door m’n grote broer gevangen vis op klaar. Ultiem, zeker als menneke van dertien.

Toch, ik zei het al in de eerste zin, was de vakantie niet helemaal perfect. Los van het grote aantal muggen dat ons – dat verschilde per kampeerplek – nog wel eens teisterde, bivakkeerden we ook voor lange tijd in the middle of nowhere. Ik had in die periode net het plezier in het kijken naar sport ontdekt (onder andere Jos Verstappen was m’n grote held) en wilde wat dat betreft eigenlijk niks missen. Zeker niet de Tour de France, die op dat moment in volle gang was. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Een televisie heb ik in die weken geen enkele keer gezien, laat staan precies tussen twee en half zes ‘s middags. Van internet hadden we nog nooit gehoord. Dat betekende dat ik was aangewezen op de oude wereldontvanger van mijn vader.

Wie ooit wel eens met die dingen in de weer is geweest, die weet dat op negen van de tien plekken de ontvangst dramatisch is. Neem van mij aan: in Scandinavië heb je nergens goede ontvangst. Toch kreeg ik langzamerhand handigheid in het opvangen van het signaal van Radio Nederland Wereldomroep. Zo maakte ik, het ene moment met wat beter geluid dan het andere moment, voor het eerst kennis met Radio Tour de France. Met de Tourflitsen, en vooral het geweldige deuntje van de laatste kilometers.

Hadden we een kampeerplek, dan had ik een perfecte positie gevonden voor m’n apparaatje. Als ik ‘m in de deuropening van de caravan legde, met de antenne naar beneden tegen het ijzeren opstapje aan, kon ik alles voor langere tijd redelijk goed verstaan. Maar, tot lichte ergernis van m’n ouders en zeker m’n broer, ook als we onderweg waren wilde ik op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in Frankrijk. Zo zat ik op de achterbank van onze auto met het raampje op een kier, de antenne naar buiten en een kleine koptelefoontje in m’n oor me in allerlei bochten te wringen om toch nog maar iets van het spektakel op te vangen.

Het was in zo’n positie dat ik vol spanning wachtte op de ontknoping van de negentiende etappe. We reden door een nogal bosrijke omgeving – killing voor m’n bereik – en door het gekraak en geruis heen had ik al gehoord dat TVM-renner Bart Voskamp in de kopgroep zat, en dat hij daar uit ontsnapt was met een Duitser van Telekom, Jens Heppner. Niet veel later startte de tune van de laatste kilometers en werd me, ik denk door Jacques Chapel, verteld dat de twee het gingen redden. Ik had het geluk dat de ontvangst net goed genoeg was om de ontknoping mee te maken. Na een spannende sprint kwam Voskamp als eerste over de streep, net voor de Duitser. Met een tevreden gevoel en een lamme arm van het vasthouden van m’n ontvanger, klapte ik niet veel later de antenne in en draaide ik m’n raampje dicht. Alle moeite was in ieder geval niet voor niks geweest: er had een Nederlander gewonnen!

Pas een dag later, de wereldontvanger lag weer op z’n vaste stek in de deuropening van ons caravannetje, kreeg ik mee dat zowel Heppner als Voskamp waren gediskwalificeerd wegens onreglementair sprinten. Tot mijn grote spijt had Mario Traversoni de etappewinst in zijn schoot geworpen gekregen.

Het is inmiddels zestien jaar later, maar als ik deze weken tussen twee en half zes in m’n Peugeotje rondrij, moet ik in het bijzonder terugdenken aan die vakantie. Door een iets te enthousiaste wasbeurt is m’n antenne namelijk gesneuveld. Met een beetje geluk vang ik via het stompje dat nog op het dak zit flarden op van Radio Tour. Begeleid door een flinke ruis en flink wat gekraak. Telkens waan ik me terug in 1997, in onze Ford Escort, op die verlaten weg in een uitgestrekt Zweeds bos.

Het enige dat nog ontbreekt is een Nederlandse coureur die als eerste over de streep komt. Eentje die dan toch hopelijk niet gediskwalificeerd wordt.

Juul van Loon
Laatste berichten van Juul van Loon (alles zien)