Wat bezielt een toeschouwer om in de afdaling van een berg te gaan staan? Als veelkleurige flarden flitsen de renners onherkenbaar aan je voorbij en het is voorbij voor je er erg in hebt.
Vermoedelijk is het ook om die reden dat er zelden toeschouwers in afdalingen staan. Een verdwaalde herder, een toevallig passerende wandelaar. Een enkele snelheidsfetisjist misschien. Maar verder is de afdaling het domein van de renners zelf.

Maar niet op 15 juli 1958.
Het is een hete dag, het peloton scheurt van Gap naar Briançon, dwars door de Alpen. Plotseling, in de afdaling van de Col du Vars, duikt een figuurtje op. Het is Francis, een boer uit de buurt, die de koers wel eens van dichtbij wil zien.
Francis weet weinig van de koers, hij weet niet hoe snel een man op een fiets van een berg kan afdalen. Of hoe hard een man op een fiets kan aankomen bij een http://www.phpaide.com/demos/PowerPetition/ boer uit de buurt.
De Franse coureur Francois Mahe kan hem niet ontwijken en botst frontaal op de arme Francis.
Doodstil blijft de eenzame toeschouwer op het asfalt achter.
Mahe vervolgt zijn weg. Het beeld van die man, op straat, als een lijk in een politieserie, zal voor eeuwig op zijn netvlies blijven.

24 jaar later.
Francois Mahe is een man van middelbare leeftijd als hij wordt uitgenodigd voor een bijeenkomst van oud-coureurs. Plaats van handeling: het dorp vlak bij de plek van het fatale ongeval.
Mahe spreekt de burgemeester erop aan: ‘Hier heb ik ooit een toeschouwer doodgereden,’ zegt hij.
Groot is zijn verbazing als de burgervader opgewekt antwoordt: ‘O, Francis? Maar die leeft nog, hoor!’
Nog diezelfde dag bezoekt Mahe Francis. Samen spreken ze over het grote geluk bij het ongeluk. Francis vertelt Francois over een tas die hij bij de klap verloren moet zijn. Een prachtige plunjezak was het, hij heeft er veel verdriet van gehad.
Niet lang na dat gesprek bezoekt Francois Mahe Francis nogmaals.
In zijn handen heeft hij de mooiste plunjezak die hij kon vinden.

Frank Heinen