Op de ochtend voor de tweede etappe van Parijs-Nice 1997 wordt de ploeg van La Française des Jeux gestoord bij het ontbijt. Telefoon van de organisatie: renner Erwann Menthéour heeft een hematocrietwaarde boven vijftig. En dat mag dus niet meer, sinds kort.
Menthéour is de eerste wielrenner die op basis van het percentage rode bloedlichaampjes in zijn bloed wordt uitgesloten van deelname aan een wielerwedstrijd.
Zijn plaats in de geschiedenisboeken is verzekerd.

Enkele weken na de positieve test beëindigt Erwann Menthéour, 25 jaar, zijn loopbaan. Zijn publieke biecht volgt een jaar later. In het tijdschrift Tour somt hij op wat hij in zijn actieve periode allemaal naar binnen heeft gespeeld: EPO, groeihormonen, pot belge, corticosteroïden, amfetaminen en testosteron. Zeventig keer gecontroleerd, zeventig keer clean.
En natuurlijk schrijft Erwann Menthéour een boek, Secret defonce. Ondertitel: mijn waarheid over doping. Een boek vol anekdotes over wielerartsen die spelen met de levens van hun renners, hun laboratoriumratten met stroopbloed dat de aders laat knappen en hoofden bijna uit elkaar laat barsten. In de Giro di Trentino 1996 sterft een anonieme ploegmaat op een haar na; de artsen zijn iets te voortvarend geweest met het toedienen van prestatiebevorderende middelen. Bommenleggers zijn het, die de lijven van overcompetitieve jongens doelbewust laten ontploffen.
Mentheour heeft met zijn boek gespuugd in de soep waar hij jarenlang met smaak van gegeten heeft. In een interview zegt hij daarover: ‘Wanneer die soep giftig is, zou iedereen er in moeten spugen.’
De deur naar het peloton is dichtgeslagen, een nieuw leven begint. Erwann Mentheour wordt popzanger. In 2007 volgt ere en roman, Re-naissance. Bij interviews rond de verschijning citeert de schrijver Rudyard Kipling en Andre Gide. De enige internetsite die het boek anno 2013 nog aanbiedt, schaart Re-naissance onder ‘fantasy’. Een synopsis is onvindbaar.
Weer later ontwikkelt Mentheour een diet- en coachingsprogramma.
Fitnext.

“Voor een duurzame gezondheid”… Want daar weet hij wel alles van.


Frank Heinen