MW: “Goedenmiddag dames en heren, welkom bij de 16e etappe van deze Ronde van Italië in het jaar des heren 2015. De etappe van vandaag gaat van Marina di Massa naar Cesenatico over een afstand van, jawel u hoort het goed, 251 kilometer. De langste in deze ronde en een kolfje naar de hand van Tom Boonen want die staat er om bekend dat ie boven de tweehonderdvijftig kilometer alleen maar beter wordt.”

JdC: “Helemaal j-j-juist Michel. Het wereldkampioenschap in Madrid was ook bijna 251 kilometer en wie won daar?”

MW: “Tommeke Boonen. Mijn Tom Boonen. De Kempische zoon, waarvan de oom van de overgrootvader van de bakker van de schoonmoeder van Tom een ver, heel heel ver, familielid is van mijn achterneef. Dus vanzelfsprekend ook familie van mij.”

JdC: “V-v-vanzelsprekend Michel.”

RS: “José, jij hebt toch nog verkering gehad met de overgrootmoeder van de oom van de bakker van de schoonmoeder van Tom?”

JdC: “Ha! Renaat, zo oud ben ik ook weeral niet.”

RS: “Nou José, zo zie je er wel uit.”

MW: “We gaan over na de eerste livebeelden van de koers en wie zien wij daar op kop rijden, José?”

JdC: “Tom Boonen.”

MW: “Neen, José. Het is Nacer Bouhanni maar ik reken Tom Boonen wel goed. Als je namelijk je ogen half dicht knijpt en er, net als ik, Tom Boonen overheen fantaseert dan zou je warempel zeggen dat het hem is.”

Bron: Sporza.be

Bron: Sporza.be

RS: “We rijden nu langs het kasteel van Graaf Montivaltino di Campagnolo die in 1745 hier werd verhangen vanwege het vermetele feit dat hij prestatieverhogende middelen had gebruikt tijdens het traditionele jaarlijkse schermtoernooi van het Graafschap Campagnolo, dat hij won. En wie werd uiteindelijk als winnaar uitgeroepen, Michel?”

MW: “Tom Boonen, Renaat.”

RS: Neen Michel. José de Cauwer.”

JdC: “Ha! R-R-Renaat toch. Ik kan helemaal niet schermen.”

RS: “Maar je was er wel bij, dus?”

JdC: “Zullen we teruggaan naar de koers want volgens mij zie ik dat de complete ploeg van Lampre zich op kop heeft genesteld om het gat naar Bouhanni dicht te rijden? Nacer is ook geen renner die je honderd meter moet geven want dan is ie…”

MW: “Ribbedebie. Net als Tom Boonen in de finale van Omloop het Nieuwsblad toen hij Stannard afschudde maar toch ook weer niet. Dat was een straffe stoot van Stannard! Wat een oermens is dat toch. Daar rijd je ook niet zomaar van weg, zelfs niet als je Tom Boonen heet. Weet je wat je krijgt als je de naam Tom Boonen omdraait, José?”

JdC: “Euhm, neen Michel.”

MW: Nenoob Mot, José. Zo moeilijk was dit toch niet, wel?”

JdC: “Neen, Michel. Dat klopt maar ik dacht dat er ergens een addertje onder het gras zat. Ha! Ik kom nog uit de tijd van ‘flikken of geflikt worden’, dus ja, men vertrouwt niet zomaar iemand op z’n blauwe ogen. Weet je wie ook blauwe ogen heeft, Michel?”

MW: “Tom Boonen.”

JdC: “Ik dacht meer aan Doutzen Kroes maar ik reken Tom Boonen goed, Michel.”

RS: José, Doutzen had wel jouw achter achterachterkleinkind kunnen zijn toch? Ware het niet dat jij daar iets te lelijk voor bent. Ha!”

JdC: “Renaat, ik krijg een b-b-beetje zak tabak van jouw peste….”

MW: “José, sorry dat ik je onderbreek maar ik geloof dat ik zojuist Tom Boonen zag urineren. Dat is niets voor Tom, José. Zijn vader heeft mij altijd verteld: “Zodra Tom gaat urineren, heeft hij het niet al te breed. Dan kun je er donder op zeggen dat hij heel nodig moest plassen”. En aangezien we nog 245 kilometer moeten, lijkt me dit een teken aan de wand.”

RS: “Over teken aan de wand gesproken, Michel; we rijden nu langs de grotten van Tagliatelli waar grotschilderingen zijn gevonden uit 1000 voor Christus. Ondertekend door José de Cauwer! Ha!

JdC: “Ik kan helemaal niet tekenen, Renaat. Maar nogmaals, ik krijg een beetje het gevoel dat je mij loopt te….”

MW: “José, sorry dat ik je onderbreek maar Tom Boonen wordt teruggebracht achter de auto. Is dat toegestaan? Ik bedoel, waarom wordt Tom niet gewoon terug gebracht ín de auto? Het is tenslotte wel Tom Boonen.

JdC: “Dat zou inderdaad de beste optie zijn maar ik denk dat het Albanese jurylid daar anders over denkt. Die hebben geen weet van de halfgod die Tom is en behandelen hem als een normale renner. Belachelijk natuurlijk.”

MW: “Wat je zegt José. Belachelijk!”

RS: “Ongehoord.”

MW: “Ik hoor door mijn oortje dat we een interview hebben klaarliggen met Philippe Gilbert, de Waalse Tom Boonen. Laten we even horen wat hij heeft te zeggen.”

* Tijdens het interview wordt langdurig de plasstop van Tom Boonen besproken maar geen van de mannen wil vroegtijdig zijn conclusie trekken en laten het even voor wat het is.

MW: “En we zijn weer live terug bij de koers waar nog steeds de Turk Nacer Bouhanni op kop rijdt gevolgd door de gehele Lampre-ploeg en daarachter Tom Boonen. En o ja, de rest van het pak.”

RS: “Ik kan mij herinneren dat Nacer ooit nog zo’n stunt heeft uitgehaald tijdens de Vuelta van 2013. Of was dat Tom Boonen?”

MW: “Dat was Tom, Renaat.”

JdC: “Ja Renaat. Dat was Tom. Oen!”

RS: “José, ik ben het zat dat je me telkens ‘oen’ noemt. Sowieso ben ik je pesterijen een beetje zat. Het gaat nu al twee weken zo.”

MW: “José, ik moet Renaat gelijk geven in deze. Je zit hem wel erg veel op z’n kap.”

JdC: “M-m-maar…hij begon…”

MW: “José, als oudste van het stel, wat zeg ik, als stokoudste van het stel zou je toch ook de verstandigste moeten zijn. Dus stop aub met de plaagstootjes aan het adres van Renaat.”

RS: “Ja José, stop daarmee.”

JdC: “M-m-maar, hij begon….”

MW: “Ik wil er niets meer over horen José! We gaan terug naar de koers want ik geloof dat ik net zag dat Tom Boonen zijn neus leegsnoot op de rechterarm van Brent Bookwalter. Ik zou mijn arm nooit meer wassen, wat jij José?”

JdC: “Ik zou hem inlijsten Michel en boven de haard hangen zodat ik elke avond voor het slapen gaan even kan kijken naar de groengele klodder van Tom.”

RS: “Ik had het niet beter kunnen verwoorden, José.”

MW: “Ik wel. Maar ik sta ook bekend om mijn welbespraaktheid en de feilloze beheersing van de Nederlandse taal.”

JdC: “Laat eens horen dan, Michel.”

MW: “Neen.”

JdC: “Je durft niet hè?”

MW: “Echt wel.”

RS: “Pok, pok, pok, pok, pooooook…”

MW: “Doe je nou een kip na, Renaat?”

RS: “Mmmmmaybe?”

MW: “Wat kinderachtig zeg!”

RS: “Sorry Michel. Ik liet me even gaan maar dat komt omdat de pesterijen van José me ook nog een beetje hoog zaten. Zullen we terug naar de koers?”

JdC: “Wat?!”

MW: “Lijkt me een goed plan, Renaat, want ik zie dat Tom Boonen net zijn jasje heeft uitgetrokken en dat kan maar één ding betekenen.”

RS: “Hij gaat in de aanval!”

MW: “Neen, Renaat. Hij heeft het warm.”

RS: “Ah ja, dat kan natuurlijk ook. In het wielrennen is niets wat het lijkt maar soms kun je er ook teveel achter zoeken natuurlijk. Mijn fout.”

JdC: “Tom Boonen gaat aanvallen!!!”

MW: “Renaat, ik zei het toch?!”

RS: “Euhm… maar ík zei toch dat ie ging aanvallen?”

MW: “Ga je nu zo beginnen, Renaat?”

JdC: “Ja Renaat, ga je nu zo beginnen?!”

MW & RS: “JOSÉ!!!! LAATSTE KEER!”

JdC: “M-m-maar hij begon….”

Tom BoonenMW: “Tom Boonen in de aanval, dames en heren! Zie hoe hij zijn gat licht en met een paar stevige lenderukken wegsnelt van de groep. De stylist kromt zijn rug en zoekt de weg van de minste weerstand om zo door de wind te klieven, zijn tegenstanders op een hoop te rijden en als een sneltrein richting de finish te… oh… hij wordt teruggepakt. Het was niet meer dan een beetje zijn benen strekken, denk ik. Wat jij, José?”

JdC: “Ik denk dat het wel een echte aanval was, Michel.”

MW: “Jij kent Tom niet zoals ik hem ken, José.”

JdC: “Vraag het me dan niet!!!”

MW: “Who took the jam out of your donut, José?!”

JdC: “Wat?!”

RS: “De jam, José. J-A-M!”

MW: “Laat maar Renaat, dit is hopeloos. José kent geen Frans.”

RS: “Het was Engels, Michel.”

MW: “Seriously? Kan ik nu ook al Engels? Wat kan ik eigenlijk veel.”

JdC: *grinnikt

MW: “Wat is er, José?”

JdC: “Niets.”

MW: “Wat niets?! Waarom grinnikte je dan?”

RS: “Ja José, waarom grinnikte je?”

JdC: “Ik verslikte me in m’n broodje hesp. Het spijt me. Kunnen we terug naar de koers?”

RS: “Lijkt me een goed plan want ik zie dat we net het Meer van Annecy voorbijrijden, wat absurd is aangezien we daar helemaal niet in de buurt zitten. Een mens kans zich dan afvragen of het wel het Meer van Annecy is?”

MW: “Dat kan men inderdaad doen maar we kunnen ons beter afvragen wat Tom Boonen van plan is want ik zie dat hij overleg heeft met Fitte Peeters.”

RS: “Waar zal dit overleg over gaan, José?”

JdC: “Ik denk dat Fitte uitlegt dat wanneer Nacer de eerste bonificatiesprint pakt, hij voor Rui Costa van Lampre komt te staan in het klassement waardoor morgen de auto van Cofidis voor die van Lampre komt te rijden en dat, als er lek wordt gereden door een renner van Lampre, het toch al gauw twee seconden langer duurt voordat zijn wiel gewisseld kan worden wat in principe kan betekenen dat je een zekere overwinning laat liggen als het inderdaad op secondes aan gaat komen en dus dat Lampre probeert nu het gat dicht te rijden maar dat Tom moet opletten voor Cannondale.”

MW: “Ik denk dat Tom gewoon even wilde weten hoeveel de voorsprong was.”

JdC: “Dat kan ook, Michel.”

RS: “Ik ga met Michel mee.”

JdC: “Ik ga met Michel mee.”

RS: “Praat je me nou na, José?”

JdC: “Praat je me nou na, José?”

RS: “Haha! Je zei ‘José’!! Oen!”

JdC: “Fuck!”

MW: “Hoeveel kilometer moeten we nog, André Meganck?”

RS & JdC: “Wie is André Meganck?”

MW: “Die man die onder de tafel zit met z’n stopwatch”.

RS & JdC: “Oh, die hoort bij ons?”

MW: “Ja, al 40 jaar.”

RS: “Toen was ik net geboren. José daarentegen al 60 jaar. Ha!”

AM: “Nog 40 kilometer, Michel.”

MW: “Dank je André. Waar zouden we toch zijn zonder André, dames en heren? De finale gaat beginnen, nog een klein uur koers en we weten wie deze etappe gaat winnen en de bloemen mee naar moeder de vrouw neemt. Ik stel voor dat we een kleine prognose doen, mannen. Ik zeg dat Tom Boonen wint.”

RS: “Ik ook”.

JdC: “Ik zeg Greipel.”

MW: “Wablief?”

JdC: “Ja, wat?”

MW: “Greipel?!”

JdC: “Ja, wat?”

RS: “Niet Tom Boonen?”

JdC: “Euhm… n-n-nee.”

MW: “Zou je het hokje willen verlaten, José?”

JdC: “Wat?!”

MW: “Zou je het hokje willen verlaten?”

JdC: “Meen je dat nou?”

MW: “André, zou jij meneer De Cauwer met zijn rollator even naar buiten willen begeleiden?”

AM: “Komt voor mekaar, Michel. Hou jij mijn chrono even bij dan?”

MW: “Tuurlijk André.”

*gestommel, geluid van een open beenbreuk en staal van een rollator dat asfalt raakt.

MW: “Excuses voor het ongemak dames en heren maar aan landverraders hebben Renaat en ik een broertje dood.”

RS: “Wat je zegt, Michel”.

MW: “Over tot de orde van de dag, dames en heren, want we hebben nog slechts 10 kilometer koers te gaan. De messen worden geslepen, de sprinters worden in stelling gebracht en de sprinttreinen worden geformeerd. Een echte massasprint is toch van een pure schoonheid die zijn gelijke niet kent. Wat jij, Renaat?”

RS: “Geef mij maar een bergetappe.”

MW: “Wablief?!”

RS: “Een bergetappe, Michel.”

MW: “En wie heeft er nog nooit een bergetappe gewonnen, Renaat?”

RS: “Euhm… Tom Boonen, Michel.”

MW: “En wie willen wij dat er wint, Renaat?”

RS: “Tom Boonen, Michel…”

MW: “Dus Renaat?”

RS: “Een massasprint is het mooiste wat er is, Michel.”

MW: “Dank u, Renaat. Dames en Heren, hier zitten twee gelijkgestemden die u zullen voorzien van commentaar in deze ongekend spannende finale van deze 16e etappe in de Ronde van Italië, die zojuist langs het Meer van Annecy is gereden. Onwaarschijnlijk maar in het wielrennen kan alles! En weet je wie ook alles kan?”

RS: “Tom Boonen!”

MW: “Neen, Renaat. Ik. Ik dacht dat we dat net al hadden besproken?”

RS: “Nog 5 kilometer Michel. Ik zie de trein van Etixx-Quickstep-Lotto-Domo-Frico-Omega-Pharma nog niet komen. Bekt trouwens niet echt lekker weg, wel? Zeg dat eens tien keer heel snel achter elkaar.”

MW: “Neen.”

RS: “Je durft niet hè?”

MW: “Welles!”

RS: “Bart Wellens? Die rijdt niet mee, Michel. Dat is in de winter, tijdens het crosseizoen. Djeezus!”

MW: “Renaat, we gaan de laatste kilometer in maar ik zie nog geen spoor van Boonen. Wat is er aan de hand, Renaat?”

RS: “Ik krijg net van de regie te horen dat Tom Boonen de eerste etappe in de Ronde van België heeft gewonnen. Kunnen we daar bevestiging van krijgen?”

AM: “Dat klopt. Tom Boonen is vorige week afgestapt in de Giro.”

MW: “Dames en Heren, wij krijgen net te horen dat Tom Boonen is afgestapt in de Giro en zojuist de eerste etappe wint in de Ronde van België. Wat een klasbak! Twee weken Giro in de benen en dan gelijk zo uitpakken in zijn eigen België, er zijn er weinigen die dat nadoen. Ondertussen is hier de etappe gefinisht en volgens André Meganck wint Greipel maar who cares?! Ja, José misschien voor z’n Megabike Poule…”

RS: “Zei jij nou dat Greipel zou winnen, Michel?”

MW: “Volgens mij zei jij dat, Renaat?”

RS: “Haha!”

MW: “Haha!”

MW: “Die Tom Boonen….”

Michiel Elijzen
Laatste berichten van Michiel Elijzen (alles zien)