Na enkele kilometers klimmen zie je het gebeuren. Daar lost iemand, en daar nog iemand. En hier, voor de camera’s, nog iemand (meestal een Fransman). Soms gaat het in trosjes, een stuk of vier, en wat verder, na nog eens twee bochten, nog vijf.

Klimmen is hard voor wie het niet (goed genoeg) kan. En dan staat hij op: de buschauffeur van het peloton.

Hij zorgt voor een gelijkmatig tempo, brengt de grote groep samen – de grupetto -, leidt de dans, houdt de tijd in het oog (de bus slaagt er in om ruim binnen de tijdsgrens binnen te komen, boven op de berg. Geraak je achterop bij de bus, dan haal je het niet.)

Gerben Karstens

Gerben Karstens

Gerben Karstens was buschauffeur par excellence.

Hij werd – als notariszoon – geboren op 14 januari 1942. In 1965 werd hij prof. Een prof met adelbrieven, want in 1964 werd hij samen met Evert Dolman, Bart Zoet en Jan Pieterse Olympisch kampioen op de 100 kilometer ploegentijdrit.

Gerben was snel. Als je snel bent, dan win je ritten in de Tour. En dat deed Karstens ook: zes keer. Hoewel: zijn eerste ritzege (in 1965 al) haalde hij in de voorlaatste rit na een solo van twintig kilometer. Gerben reed voor mooie Nederlandse ploegen: TeleVizier, Batavus, Goudsmit-Hoff, TI-Raleigh en in zijn laatste jaar – opgelet, hier komt-ie – De Vleeschmeesters. Tussendoor waren er andere schitterende ploegen (die truitjes!): Peugeot, Bic, Rokado.

In 1974 droeg Gerben de gele trui, hoewel hij vergat naar de dopingcontrole te gaan. Hij vergat het ook na zijn zeges in de Ronde van Lombardije (1969) en Parijs-Tours (1974). Dat ging toen zo.

Karstens was goed, heel goed. Wie wint anders ook ritten in de Giro (één) en de Vuelta (veertien!)? Maar Karstens kon ook dollen (“de clown”, werd hij ook genoemd). Het verhaal doet de ronde dat hij in een Tourrit ontsnapte, zich verstopte tot het peloton voorbijkwam en dan vrolijk achteraan weer aansloot. De groep joeg verder op een ongrijpbare Gerben. Broodje aap? Of waarheid? Gerben, we hebben je hulp nodig!

Zodra het bergop ging, kreeg Gerben het lastig. En daar ontpopte “de Karst” – nog zo’n koosnaampje – zich tot buschauffeur. Man van de juiste snelheid, man van de klok, man van het goede ritme, man van de aankomst binnen de tijd, man van het plezier, man van het respect.

Mooie renner, Gerben.

Filip Osselaer
Laatste berichten van Filip Osselaer (alles zien)