Hij werd aangesproken met Tommeke, dat was niets meer of minder dan een pure belediging. Michel Wuyts bedoelde het wellicht goed toen hij uitriep Tommeke, Tommeke wat doe je nu? Maar daar had het moeten eindigen.

Tom BoonenTommeke, dat zeg je tegen een kind op een driewieler.
Mijnheer Boonen, zo diende hij te worden aangesproken.

Maar roem is vergankelijk. Tom Boonen weet er alles van. Vorig jaar verscheen in sommige kranten en tijdschriften het bericht dat hij maar voor spek en Boonen meereed en dat het allemaal niets meer was met die jongen die ooit met succes de eer van het vaderland verdedigde tijdens de Vlaamse klassiekers. Jaja, toen hoefde hij maar met de vingers te knippen en ze hadden hem zo koning gemaakt. Of iets van die strekking. Wat dan ook: niemand populairder dan Tom Boonen.

Tot er ergens iets mis ging en hij onnoemelijke dingen deed, waarvan het meest schandalige was dat hij ooit eens weigerde voor een pak frieten te betalen, of die afpakte van een ander, of op de grond gooide. Ik weet het niet zo precies meer, maar het was in ieder geval iets met een pak frieten. Ongehoord, natuurlijk. Zo sukkelde hij verder. Won bijna geen wedstrijden meer. Nu ja, Boonen reed nog wel een hele resem ereplaatsen bijeen, won zelfs Gent-Wevelgem. Menig ander coureur zou na het einde van zijn loopbaan blij zijn met die resultaten. Er zijn er veel die het met minder moeten stellen. Voor het grote publiek was dat niet genoeg. Met andere woorden: Tommeke werd weer Boonen. Zonder het toevoegsel mijnheer, dat spreekt voor zich. Dieper dan dat kon hij niet zinken. Als men je koosnaampje afpakt is het een duidelijke zaak: je stelt in de ogen van de mensen geen ene reet meer voor. Dat je de ooit op de cover van alle boekskes stond telt niet meer. Vanaf dan moet je maar zelf voor je frieten betalen.

Maar zie, hij wint dit jaar weer wedstrijden en, hé hallo, iedereen kent hem weer, praat over hem en jawel hoor: Boonen is weer Tommeke. Waarbij men weer het mijnheer vergeet. Het is afgelopen met hem af te zeiken. Hij is weer de koning van Vlaanderen en op de voorpagina van alle kranten zet men weer zijn foto. Het zijn dezelfde mensen die hem de grond instampten die hem nu weer op de troon zetten. Zo gaan die dingen. Het is triest, maar het is wel de waarheid.

Tom Boonen is volgens mij slim genoeg om al die ups and downs in de publieke opinie te kunnen relativeren maar mij steekt dat wel. Wanneer gaat men nu eens leren dat een sporter, of wat mij betreft iedereen, recht heeft op een mindere periode. Indien men iemand een paar jaar lang bekijkt alsof hij de koning is kan men hem toch niet zomaar laten vallen als het eens wat minder gaat. En als die dan op de grond ligt ook het liefst nog eens natrappen. Kwestie van grondig te werk te gaan.

Ik eis deemoed. Ik wil dat iedereen die hem ooit op een piëdestal plaatste om hem er net zo gemakkelijk weer van af te gooien in het openbaar zegt dat ze daar spijt van hebben. Het nooit meer zullen doen. Met Boonen niet, met gelijk welke volgende wielerkampioen niet. Met niemand niet. Als men iemand heeft verafgood zal men die te allen tijde met respect benaderen en behandelen. Ook in een mindere periode. Simpel: al die gazetteschrijvers die de afgelopen jaren hard en gemeen waren en nu weer in Halleluja-woorden schrijven moeten in een kader, het mag een kleintje zijn, ook maar eens durven zeggen dat ze er nog niet zo lang geleden er toch iets anders over dachten. Waardoor de lezer weet dat de schrijver in kwestie een windvaan is en leeft op de waan van de dag.

Oh ja, en hem nooit meer aanspreken met Tommeke, die eer hebben ze verspeeld.
Voor hen is het vanaf nu echt wel mijnheer!

Kijk, zelfs als hij zondag niet wint, want ja, men vergeet weer dat zoiets kan gebeuren, zal men hem alsnog met het gepaste respect benaderen en behandelen als wat hij is: een van de beste renners die we hier ooit hebben gekend.

Als hij maar geen frieten meer afpakt van iemand. Want dan is het echt wel afgelopen met de roem en de verafgoding. Dan wordt Tommeke weer Boonen, een rotjoch die geen verafgoding waard is.

Zoals gezegd, roem is vergankelijk.

Philippe Gilbert weet dat nu ook.

Herman Chevrolet