Na 252,0 kilometer bereiken de renners in de mooiste koers op aarde een laatste keer keien. Slechts 300 meter lang, meer dan keurig aangelegd door de sportgekke, maar armste gemeente van Frankrijk, Roubaix. Iedereen die de koers volgt kent het beeld. Die lange laan met bomen, zwanger van de afwachting op dat ene knikje naar rechts. Maar eerst volgt, sinds 1996, dat rare knikje naar links. Nog 300 meter IKEA-keien. Te mooi en irritant kunstmatig. Eert men een schrijver, een koning, een Ch’ti als president? Toch hoort die laatste keienstrook, de 27e dit jaar, voor Les Ch’tis bij La Reine.

CharlesCrupelandt103 en 101 jaar geleden won voor het laatst een thuisrenner. Charles Crupelandt (Roubaix, 23 oktober 1886), een Franse Flandrien, reed die jaren de kasseien uit de straat. De caféhouder uit Roubaix werd 111 jaar geleden bij zijn eerste optreden al 13e. In 1910 won hij de Touretappe die aankwam in zijn geliefde Roubaix om uiteindelijk 6e te worden in Parijs. In 1911 won hij een bergetappe in Chamonix en later die Tour nog een etappe. Die Tour eindigde hij als 4e. Het waren niet zijn enige overwinningen; toentertijd werd bijvoorbeeld nog Paris-Menen gereden.

Na zijn eerste zege in Paris-Roubaix in 1912 won hij ook de eerste etappe in de Tour. Waarom hij die Tour niet uitreed, is niet helemaal helder.

1913 bracht hem weer op het podium van La Reine. Derde slechts, maar misschien dat de winst in Paris-Tours later dat jaar het leed iets verzachtte.

In 1914 begon hij in het vroegste voorjaar met een 3e plaats in Milan-San Remo. Daarna won hij zijn tweede Roubaix om later dat jaar Frans kampioen op de weg te worden. In augustus brak de Eerste Wereldoorlog uit. Koarle moet als alle anderen naar het front. Hij raakt, niet ongewoon voor poilus, twee keer gewond. Wel ongewoon is dat hij als gewoon soldaat wordt onderscheiden met het croix de guerre. Te trots zal hij niet geweest zijn; het leverde hem na de oorlog geen goeds.

Deze klassiekerkoning komt niet aan de bak, doolt verdwaasd rond en voorziet met kruimeldiefstal in zijn onderhoud. Hij jat autoaccu’s en zit daarvoor twee jaar in de bak. Daardoor wordt hem een proflicentie onthouden. De liefde voor de sport blijft echter bestaan. In 1923 besluit hij officieus en illegaal nog eens aan Paris-Roubaix mee te doen. Hij fietst gewoon mee en haalt de finish.

Het is zijn laatste wapenfeit. Berooid en zonder zijn twee wapens van vroeger – zijn benen zijn door suikerziekte geamputeerd – overlijdt hij op 18 februari 1955.

Pas jaren later weet de stad Roubaix weer wat Charles heeft gepresteerd. Al decennia kunnen renners met een erelijst als de zijne (en een mindere) rentenieren, ploegleider worden of als commentator in het wereldje blijven. Crupelandt kon dat niet. Roubaix gaf hem in 1996 300 meter roem. Het zou de kijkers (de renners kunnen daar geen boodschap aan hebben) sieren om jaarlijks na die rare knik naar rechts die leidt naar die gekke strook even aan Charles en zijn einde te denken.

 

Nico Oudhof