Het makkelijkste wat er is, is vanaf de bank commentaar geven op het commentaar bij de Tour. Deel 6 (slot).

Ook voor Maarten Ducrot en Herbert Dijkstra was het een zware Tour.

Ducrot was in juni op hoogtestage geweest dus die was nog relatief fris, maar vooral vreesde ik voor Dijkstra – van hem is algemeen bekend dat-ie een zwakke derde week heeft, van hem wisten we dat-ie er op een dag doorheen zou zakken.

Maar met hangen en wurgen bereikten ook zij de Champs-Élysées.

Je zou kunnen zeggen dat de intensiteit van de etappes omgekeerd evenredig is met de intensiteit van hun werk.

Heroïsche bergetappe? Gewoon genieten, af en toe een zin roepen met het woord ‘grinta’ erin, en verder het beeld het werk laten doen.

Die ellendige nachtkaars van vandaag? Ja, dan wordt er ineens wat van het commentaar gevraagd. Want wat zeg je dan?

Dus werd het nabeschouwen, nabeschouwen, en nabeschouwen. En voorbeschouwen – op de Tour van 2019. Maar commentaar geven bij wat er gebeurt, dat kon niet. Want er gebeurde bijna niks.

Tot ineens Christopher Froome het beeld in kwam fietsen. Hij maakte een praatje met Tourdirecteur Christian Prudhomme.

‘Even luisteren of we dit kunnen verstaan’, zei Dijkstra.

Dat konden we niet.

‘Ik meen ze Engels te horen praten, nu moet je weten dat Prudhomme niet verder komt dan yes, no en good morning’, zei Ducrot.

Dijkstra: ‘Wellicht heeft u het kunnen verstaan, maar voor ons was het geluid niet duidelijk genoeg.’

Nee, wij verstonden er thuis ook niets van. Maar dat vormde voor Dijkstra geen belemmering om het gesprek eens grondig te interpreteren: ‘Opmerkelijk toch ook dit gesprek, omdat de Tourdirectie er alles aan gedaan heeft om diezelfde Froome buiten de deur te houden.’

Ja, heel opmerkelijk inderdaad, dit gesprek, dat niet te horen was, maar Ducrot en Dijkstra toch zeker weer vijf minuten gespreksstof verschafte.