“Yes roze. Nu gaat het beginnen.”

Het is de langste app die ik tot nu toe van hem heb gehad. Meestal blijft het bij ‘ja’, ‘prachtig’, ‘bel maar’ of ‘komt goed’. Emoticons zijn zeldzaam, lange verhalen uitgesloten. Ik weet inmiddels dat het geen desinteresse is. Tom waardeert de blogs. Niet omdat hij zo nodig in de belangstelling hoeft te staan. Meer omdat hij wielerliefhebbers wil laten zien wat er buiten de TV-uitzending gebeurt.

We hebben vrijwel dagelijks contact. Om hem succes te wensen, om te horen hoe het ging, om vragen door te nemen of om een afspraak in te plannen. Vaak via de app, af en toe telefonisch en eens in de zoveel dagen kijken we elkaar in het eggie aan. Vandaag is weer zo’n dag.

“Ik moet nog wel wat dingen doen. Ga maar gewoon mee, dan zie je die kant van het wielrennen ook eens.” Drie uur later weet ik hoe Stammie wordt gemasseerd (“Pak dat oude vlees maar eens goed beet”), in de mangel wordt genomen door de dokter (“Geen wondermiddeltjes hier”) en informatie uitwisselt over de afstellingen van zijn fiets (“Doe maar gewoon hetzelfde als eergisteren”). Tom is de ideale vent voor een interview. Gaat geen vraag uit de weg. Praat uitgebreid, scherp en bevlogen. Een vakman, die zijn talenten optimaal benut en zich happy voelt in wat hij doet.

De mouwtjes beginnen zich inmiddels aardig af te tekenen op zijn huid. Voor me op de tafel zie ik een paar stevige dijen, resultaat van jaar in jaar met een hoog wattage tegen de wind in beuken. Daarboven een mannelijke borstkas, die in de verste verte niet lijkt op de uitgemergelde kippenborstjes die je vroeger zag. “Mijn ploeggenoten mogen me graag inwrijven dat ik zoveel eet. Hoe vaak ik wel niet hoor dat ik nog een keer een flink bord moet opscheppen. Ach, zo hebben we allemaal wel iets. Vind ik mooi, een beetje ouwehoeren. Dat haalt de druk er op een gezonde manier af”.

Ik zag het oude vlees met een soepele tred de Blockhaus opgaan. Het nodigde niet uit tot duwen. “Als je geduwd moet worden om boven te komen, moet je een ander vak zoeken.” In de tijdrit die van hem het predikaat ‘rustdag’ kreeg, eindigt hij zonder bovenmatige inspanning bij de eerste 100 renners. In de gruppetto is er altijd tijd voor een duimpje omhoog en een big smile.

Ik prikkel hem om te zeggen dat er echt wel meer in zit dan een knechtenrol. “Waarom zou ik? Me helemaal uit de naad fietsen en dan 43ste worden? Ik denk dat ik voor de ploeg meer van waarde ben in de rol die ik nu vervul. Het tempo vooraan het peloton strak houden, Tom uit de wind houden en heen en weer rijden om bidons te halen.”

Op een klein teeveetje op een bergweide, te midden van enthousiaste tifosi, zag ik hem kilometer na kilometer sleuren aan kop van het peloton. Blik op oneindig en rammen maar.

Niet zeuren, jezelf blijven, doen waar je goed in bent en je eigen belang ondergeschikt maken aan het teambelang. Het begrip ‘Twentse nuchterheid’ heeft voor mij deze weken een gezicht gekregen.

 

Stammie’s Giro. De 100ste Giro d’Italia in het wiel van Tom Stamsnijder, Twentse meesterknecht van Team Sunweb
Martijn Kogelman
Laatste berichten van Martijn Kogelman (alles zien)