Michel en José, wat aanbid ik ze. Wat adoreer ik ze, Michel en José. Telkens trap ik in de val. Keer op keer laat ik me vangen. Heb ik de intentie om een namiddag wat anders te doen, kom ik daar nooit toe en wist ik dat ook van tevoren, omdat Michel en José op het juiste moment hun huwelijksreizen of de achttien dikbilrunderen van Hilaire in hun commentaar betrekken. Ik maak een lijstje met taken die ik in de lange, gezapige aanloop van de etappe ga verrichten, hoewel ik maar al te goed weet dat er niets wordt geschrapt, daar de uitweidingen van Michel en José over zaken die rakelings met wielrennen te maken hebben 99% van de koerssituaties overtreffen.

Michel en José, wat aanbid ik ze. Wat adoreer ik ze, Michel en José. Telkens trap ik in de val. Keer op keer laat ik me vangen. Vertellen ze verhalen die ik al duizendmaal heb gehoord en toch blijven ze me boeien. De lotgevallen van Eugène Christophe, François Faber of die van Tom Simpson, het maakt niet uit, ik zit vastgeketend aan mijn livestream. Ze hervertellen niet zomaar verhalen, ze hervertellen wat ze gisteren, eergisteren en de dagen en jaren ervoor ook al hervertelden. Michel en José staan stil bij de carrière van Romain Sicard. En het geeft niet. Het is niet erg. Het is de kunst om het met die overtuiging te vertellen alsof het een nieuw inzicht betreft. Essentieel is om het op die wijze te vertellen dat het een kakelvers verhaal lijkt. Hoe vaak ook je het hebt gehoord, je tuint erin. Je mag het nog honderd keer hebben gehoord, je meent iets bij te hebben geleerd.

(En dat is ook zo. In een bepaald opzicht is het niet eens onwaar. Geen verteld verhaal is een kopie van een ander. Dezelfde vertellingen bestaan niet. Een interpretatie, een komma op een andere plaats, een uitvergroting, de wielersport bestaat bij de gratie van verhalen die een eigen leven leiden. Het wielrennen leeft voort dankzij verhalen die al duizend keer geschreven en uitgesproken zijn en een nieuw leven ingeblazen worden telkens men ze vertelt, zij het altijd anders.)

Michel en José, wat aanbid ik ze. Wat adoreer ik ze, Michel en José. Telkens trap ik in de val. Keer op keer laat ik me vangen. Ieder idee dat in het hoofd van de wielercommentator opkomt, moet relevant zijn en bovenal moet die dat idee ook onmiddellijk relevant genoeg achten om het uit te spreken. Als wielercommentator moet je rotsvast in je eigen gedachten geloven en ze zonder al te veel filteren op antenne gooien. Wielercommentaar is in herhaling vallen zonder dat het opvalt. Wielercommentaar is ongemerkt hetzelfde zeggen. Ik zou het alvast niet kunnen. In geen honderd jaar dat het me lukt.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)