Wie het zei weet ik niet meer, maar hij had wel gelijk. Wielrennen is niet zozeer een whodunnit, als wel een howdunnit. Het gaat er kortom niet alleen om wie er wint, maar vooral ook om het verhaal dat er achter zit. Het zijn de verhálen die de wielergeschiedenis ingaan. Bij de start van het nieuwe seizoen een overzicht van de iconische wielermomenten uit 2018. Wie staat er over 20 jaar in rijtjes met Coppi, Merckx, Knetemann, Theunisse, Riis en Armstrong?

  1. Nibali wint Milaan-Sanremo

De Haai is bezig zijn erelijst compleet te maken. Etappe- en eindzeges in de drie grote ronden stonden er al op. Net als winst in Lombardije. Milaan-Sanremo, LBL en het WK moesten daar dit jaar aan worden toegevoegd. Die eerst lukte. En hoe.

Er heerste 17 maart complete chaos op weg naar de Poggio met een op hol geslagen peloton. Verschillende renners sloegen hard tegen rotswanden en verkeersborden, maar Nibali wist zich van voren te handhaven. Een klassieke aanval op de Poggio volgde, in het spoor van Krists Neilands die alleen dankzij dit optreden in wielerquizen terug zal komen. Nibali kwam in zijn eentje boven en stortte zich op kenmerkende wijze met ware doodsverachting naar beneden. In de straten van Sanremo wist hij de schier onverslaanbare allesverslinders van QuickStep in zijn eentje voor te blijven. En zo pakte de Tour-winnaar nog maar eens een Monument. Iets wat mannen als Pantani, Ullrich, Contador en Froome nooit konden.

  1. Tiesj Benoot in Strade Bianche

Tiesj Benoot heeft het hoofd van een Vlaamse wielrenner. Het komt dan ook bijzonder goed uit dat hij een Vlaamse wielrenner is. En als Benoot dan ook nog in apocalyptische omstandigheden de toch al zo heroïsche neo-klassieker Strade Bianchi op zijn naam schrijft… Dan is het plaatje compleet. De foto van de bemodderde Belg die op 3 maart met gebalde vuisten als eerste over de finish gaat op Il Campo, schoof rechtstreeks de geschiedenisboeken in. Naast die van Briek Schotte.

  1. Mathieu van der Poel wordt Nederlands kampioen op de weg

Wielerliefhebbers wisten het al lang, maar voor Mathieu van de Poel viel het kwartje dankzij 1 juli 2018. Met groot vertoon van macht wist hij na 222 kilometers rond Hoogerheide Nederlands kampioen te worden. Op de weg. En dan moet je toch mannen als Niki Terpstra, Dylan van Baarle en Danny van Poppel achter je houden.

Die Nederlandse titel was mooi, maar waar het echt om ging, is dat Van der Poel besefte dat hij snel wegrenner moest worden. En dus de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race gaat rijden en jawel, ooit, winnen. Van der Poel wordt een veelwinnaar en de Nederlandse wielerliefhebber mag daar onder meer de weer eens bijzonder merkwaardige tactiek van LottoNL-Jumbo op het NK dankbaar voor zijn.

  1. De eindzege van Geraint Thomas in de Tour de France

Thomas gaat de boeken in als de laatste renner van het machtige Sky-blok is die een grote ronde won. Bradley Wiggins en Chris Froome gingen hun ploeggenoot voor en de Skybots legden in veel te veel grote rondes het peloton hun wil op. Met bakken vol geld werden grote renners aangetrokken om in dienst van hun kopmannen een monotoon en moordend tempo op te dringen aan de overige renners. Op Alberto Contador na waren er amper renners die daar tegenin gingen, tot wanhoop van veel wielerliefhebbers.

Sky stopt na 2019 met de wielerploeg en dus zijn er nog maar drie rondes om een opvolger van Thomas te vinden. ‘G’ liet zich na zijn Tour-zege flink gaan en kwam deze winter acht kilo aan. “Hij heeft tietjes”, giechelde Laurens den Dam in zijn podcast. En zonder goede winter ga je nooit een grote ronde winnen.

In 2019 wint Dumoulin de Giro. Froome piekt richting Tour, maar die gaat dit jaar eindelijk weer eens naar een Fransman. Dan rest de Vuelta. Tegen die tijd zijn alle Skybots echter druk bezig zich in het gevlij te rijden bij andere ploegen en is niemand meer bereid zijn kopman over de bergen te sleuren. Zo kwam er met de Tour van 2018 een einde aan een tijdperk.

  1. Het duel Van der Breggen / Van Vleuten in La Course

Vrouwenwielrennen? Jazeker! Niet om politiek correct te zijn, nee, gewoon omdat het legendarisch was. Het werd opnieuw het jaar van Anna van der Breggen en Annemiek van Vleuten. Als de één niet won, won de ander wel. En andersom. Het leek 17 juli 2018 voor Van der Breggen te zijn. Zij ging er op de Col de la Colombière een kilometer voor de top vandoor en stortte zich in de afdaling richting finish in Le Grand-Bornand. Van Vleuten kwam met tien seconden achterstand boven en leek ook op 100 meter van de streep nog genoegen te moeten nemen met de tweede plek. Maar het vals plat in de laatste meters nekte Van der Breggen, die moest toestaan dat Van Vleuten haar net voor de finish voorbij stak. Een ongekende ontknoping van een prachtige koers.

  1. Het overlijden van Michael Goolaerts in Parijs-Roubaix

De dood rijdt altijd mee met de koers. De namen van veel te vroeg gestorven wielrenners vullen moeiteloos het geboorteregister van een klein dorp.

Ook op zondag 8 april van dit jaar kwam de waanzin van het wielrennen op pijnlijke wijze uit de schaduw. Op de tweede kasseistrook in Parijs-Roubaix ging het dit jaar helemaal mis met Michael Goolaerts. De 23-jarige Belg van Veranda’s Willems-Crelan kreeg een hartaanval en viel van zijn fiets. Verschillende renners passeerden en zagen direct dat hij er niet goed bij lag. Hulp was snel ter plaatse en reanimatie leek even succesvol. Volgens ploegleider Michiel Elijzen kwam Goolaerts meerdere keren bij kennis, maar zakte hij steeds weer weg. Elijzen zag dat zijn pupil in goede handen was en twijfelde. Zijn ploeg had immers ook Wout van Aert in die koers en die zou weleens kunnen gaan winnen. Uiteindelijk stapte de ploegleider weer in de auto om zijn weg te vervolgen.

“Ik heb me er best wel lang slecht over gevoeld”, vertelde Elijzen vorige maand aan het AD. “Ik heb het mezelf verweten dat ik ben ingestapt. Nog meer omdat ik nu zelf vader ben. Het is wel het kind van iemand dat daar ligt. Als het mijn kind was, zou ik ook willen dat er iemand is die hij kent – zijn ploegleider. Weet je, het was niet zomaar een renner, het was míjn renner. Maar het slechtste heb ik me gevoeld over mijn eerste reactie. Dat ik zijn schoenen zag en dacht: gelukkig, het is Wout niet. De ene was in mijn hoofd belangrijker dan de andere. Daar heb ik het heel lastig mee gehad. Ik snap wel waar het vandaan komt. Renners, ploegleiders – we zijn erop getraind om zo afstandelijk om te gaan met valpartijen. Geconditioneerd. Hoe gek het ook klinkt.”

De wedstrijd ging ondertussen verder en Peter Sagan won, in zijn regenboogtrui, voor het eerst op de beroemde wielerbaan. Een prachtig beeld, met een zwarte rand.

  1. John Degenkolb is weer John Degenkobl

Hij leek in 2015 op weg één van de grootste renners van zijn generatie te worden. Op zijn 26ste stonden er al zeges in Milaan-Sanremo, Parijs-Roubaix, Gent-Wevelgem en Parijs-Tours op zijn naam. Tel er nog maar 10 etappezeges in de Vuelta en 1 in de Giro bij op. Op 19 januari 2016, net na zijn 27ste verjaardag, ging het echter helemaal mis. Tijdens een training in Calpe werd hij met vijf Giant-ploeggenoten aangereden door een spookrijdende Engelse vrouw. Haar auto boorde zich in het kleine pelotonnetje en de renners werden de lucht in geslingerd. Degenkolbs linker wijsvinger werd bijna van zijn hand gerukt en wonden aan lip, been en onderarm moesten onder algehele narcose worden gehecht. De dramatische aanrijding maakte in één klap een einde aan de indrukwekkende opmars van John Degenkolb.

Talloze operaties redden de vinger van ‘Dege’. En ook mentaal overwon hij die verschrikkelijke ochtend. Grote overwinningen bleven echter uit tot 15 juli 2018. Het Tour-peloton denderde over de kasseien naar Roubaix en zijn Trek-ploeg werkte zich die dag voor hem uit de naad. Degenkolb schond dat vertrouwen bepaald niet en klopte Greg van Avermaet en Yves Lampaert in een sprint tussen drie kasseienvreters. De tranen vloeiden rijkelijk. Ook al omdat hij moest denken aan zijn ‘tweede vader’ Jörg die negen maanden eerder was overleden. Degenkolb beloofde diens familie een grote zege als eerbetoon. Hij hield woord en tekende zo voor één van de meeste iconische momenten van het jaar.

  1. Chris Froome op de Colle delle Finestre (en de 80 kilometer daarna)

Een solo-aanval van 80 kilometer in een loodzware bergetappe die de eindzege in een grote rond oplevert. De zege was mede door een salbutamolaffaire omgeven met twijfel en zo onwaarschijnlijk dat het bijna ongeloofwaardig werd, maar het was ook waanzinnig, krankzinnig en fenomenaal.

Een zege dus, die perfect past in de historie van het wielrennen. Een aanval die herinneringen opriep aan de (verhalen over de) tijd van Coppi en Bartali, van Koblet en Kübler.

Eerst Yates die zijn zeker lijkende zege in een mist van uitputting zag verdwijnen terwijl de Skybots van Froome het peloton bergop in de vernieling reden. Dan de aanval van de Tour-winnaar, die solo bovenkwam op de Colle delle Finestre en de resterende 75 kilometer dan maar alleen reed.

En natuurlijk Tom Dumoulin, die de nieuwe rozetruidrager leek te gaan worden, maar twijfelde en besloot te wachten op Reichenbach. Mede omdat de Fransman daalde als een oude oma kan Froome steeds verder weg rijden, terwijl Dumoulin in de achtervolging drie ankers achter zich aan sleepte.

Chris Froome greep de macht, liet een dag later zien dat de inspanning hem bepaald niet opbrak en dat er voor Dumoulin sowieso geen redden aan was geweest. En dat terwijl de Brit ziek, geblesseerd én te dik aan de Giro was begonnen.

  1. Fabio Jakobsens zege in Nokere Koerse

Simpelweg omdat Fabio Jakobsen een hele grote wordt. Wie twijfelt, dient de onovertroffen podcast van De Rode Lantaarn met Jakobsen te luisteren en weet genoeg.

Jakobsen maakte al indruk als belofterenner en vestigde zijn naam als toptalent definitief in de 73ste editie van Nokere Koerse. In kletsnatte omstandigheden wist hij zich die 14e maart vooraan te handhaven in het uitgedunde peloton. Op de steentjes van de Nokereberg kon vervolgens niemand in het wiel van de 21-jarige krachtpatser blijven.

Jakobsen voelt zich bijzonder vereerd dat hij bij QuickStep mag rijden, in het spoor van Johan Museeuw, Tom Boonen en Niki Terpstra. Hij kijkt, luistert en geniet van elk moment in het peloton. Als zijn ploegleiders zeggen dat de tijd er rijp voor is, wil hij in 2019 graag een grote ronde rijden. Maar als zij andere plannen hebben, dan volgt hij die. Want Jakobsen is bezig met de lange termijn.

En over 20 jaar, als hij een punt zet achter zijn belachelijk succesvolle carrière, zullen de mensen elkaar vragen: “Waar was jij, toen Fabio Jakobsen Nokere Koerse won?” En zoals dat dan gaat, zal iedereen beweren dat hij op de Nokereberg stond. Net als ik.

Peter Lenting