God, wat jeukte het! Om gillend gek van te worden. Alsof de Vuelta winnen al niet moeilijk genoeg is zonder dit ongerief. Weken, maandenlang had ie zich het snot voor de ogen gefietst. Op hoogte; soms met teamgenoten maar vaak moederziel alleen. Na een teleurstellende Giro waarin een dansende Spanjaard er met de winst vandoor ging, had hij – trotse Italiaan – de ultieme sportieve wraak willen nemen door hier in Spanje… met al die genadeloze bergen…
Twee weken lang ging alles van een leien dakje. Interne concurrent Vincenzo Nibali liet zich aan het portier van de volgwagen naar huis rijden en plaveide zo de weg. De rest? Steenkapot na een loodzware Tour. Uitgepierd, uitgemergeld, uitgekotst. Dit was ‘m, dit moest ‘m wel worden. Dit was de Ronde van Fabio Aru.

Maar toen kwam er die vermaledijde tijdrit waarin het ‘euvel’ hem voor het eerst echt veel pijn had gedaan. Vandaag was die pijn er niet maar het ongemak was inmiddels flink gegroeid en ­ misschien wel veel belangrijker: fel rood geworden.

Bergop fietsen voelde opeens niet lekker meer. Zittend fietsen bracht al helemáál geen soelaas. Dus maar weer op de pedalen staan, kijken of dat zou helpen. En weer zitten. En weer staan. En weer zitten. En toch maar weer staan. Niets leek te helpen want hoe hard Fabio ook trapte, dat rode, zweterige rotding werd maar niet kleiner en priemde nog altijd venijnig in zijn achterste en weerhield hem van excelleren. Een laatste en ultieme inspanning op de flank van de Puerto de la Quesera bracht ook al geen verlichting. Een ding werd wel duidelijk: dit zouden helse slotdagen worden.

Fabio keek nog een keer om voordat hij de streep passeerde. In zijn achterste zat het. Constant meedeinend in zijn achterste. Die hele verdomde achttiende etappe lachend in zijn achterste.

Tom Dumoulin was de aambei van Fabio Aru.

Tom Enthoven
Laatste berichten van Tom Enthoven (alles zien)