Tot ontsteltenis van ons allen is het wielerseizoen 2012 weer voltooid verleden tijd. Helaas voor de Nederlanders, gelukkig voor de Belgen kunnen we een wielerjaar geen adieu zeggen zonder een deftig napraatje.

We zouden kunnen nakaarten over de kleurloosheid van de allesverpletterende Sky-trein in de Tour, we zouden een boompje kunnen opzetten over de onnavolgbare constante die Joaquim Rodriguez een heel jaar in zijn prestaties wist te leggen of we kunnen de zaak-Armstrong nog eens oprakelen. Helaas zouden we daar zelf nauwelijks plezier in scheppen en zouden we u daar enkel mee vervelen. Allesbehalve onze bedoeling, de prestaties van de Nederlandse wielrenners hebben u immers dit seizoen al genoeg verveeld.

Waar u wel op zit te wachten is een diepgravende analyse van de resultaten van de Nederlandse renners. En terecht. Misschien hebben ze het wel beter gedaan dan algemeen aangenomen en is de Nederlandse pers gewoon te kritisch geweest. Naïeve zielen die dit geloven, moeten zeker verder blijven lezen. Anderen trouwens ook. Een vergelijkende studie met het wielerland bij uitstek is daarom de enige correcte manier van benadering om de staat van de Nederlandse wielrennerij onder tafel te schrijven. Op pseudo-wetenschappelijke wijze en om ietwat geloofwaardig over te komen, gaan we op een analytische wijze de resultaten benaderen. Is Nederland wel echt het mindere wielerland dan België? Daarom kozen we de meest toonaangevende wedstrijden van het wielerseizoen. En ach Parijs-Nice. Dat een Nederlander daar tweede wordt, is gewoon het sluitende bewijs dat deze wedstrijd niet in een rijtje met prestigieuze wedstrijden thuishoort. Om het toch nog enigszins spannend te houden, komen de Clasica San Sebastian, de Waalse Pijl, Gent-Wevelgem en de Schaal Sels niet in de eindberekening voor. Zo sympathiek zijn we dan weer wel.

Wedstrijd                               Eerste Belg                 Eerste Nederland       België-Nederland
Milaan-San Remo                  Boonen (22)               De Kort (19)               Nederland
Ronde van Vlaanderen          Boonen (1)                 Terpstra (6)                België
Parijs-Roubaix                       Boonen (1)                 Terpstra (5)                België
Amstel Gold Race                 Vanendert (2)              Mollema (10)             België
Luik-Bastenaken-Luik            Vanendert (10)            Mollema (6)               Nederland
Ronde van Italië                     De Gendt (3)              Slagter (30)                België
Tour de France                      Van den Broeck (4)    Ten Dam (28)             België
Olympische Tijdrit                 Gilbert (17)                  Westra (11)               Nederland
Olympische Wegrit               Roelandts (7)              Boom (11)                 België
Ronde van Spanje                Monfort (16)                 Gesink (6)                 Nederland
WK Tijdrijden                        De Gendt (20)              Kelderman (25)         België
WK Wegrit                           Gilbert (1)                     Boom (5)                   België
Ronde van Lombardije         Van Avermaet (17)      Mollema (7)                Nederland
Parijs-Tours                          De Vreese (2)             Terpstra (3)                 België

Op dit vlak geeft België Nederland een lichte pandoering met 9-5. Over hoe Nederland zijn punten moet vergaren, zullen we maar zwijgen. Met een negentiende plaats van Koen De Kort in Milaan-San Remo of met een elfde plaats van Lieuwe Westra in de Olympische Tijdrit. Dat is als in het voetbal een onterechte penalty in drie tijden in het doel frommelen. Juist, scoren uit een penalty betekent voor jullie al heel wat. Daarentegen scoren de Belgen met meer overtuiging. Winst in de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en op het WK, tweede in Parijs-Tours en in de Amstel Gold Race en derde in de Giro d’Italia. In 6 van de 14 voorgenoemde wedstrijden stond er een Belg op het podium. Een derde plaats in Parijs-Tours is ook best mooi hoor.

Niet te hard kwetsen
Deze 9-5 is dus niet helemaal representatief omdat het geen rekening houdt met de verhoudingen en de wijze van winst maar biedt jullie wel een doekje tegen het bloeden. Want als we het aantal ritoverwinningen in grote ronden in acht nemen, wint België met 3-0 en als we rekening houden met het aantal topvijf-noteringen in een grote ronde is het 2-0 voor België. Drie plus twee is vijf. 5-0 dus, forfaitcijfers. Om jullie niet te hard te kwetsen, hebben we dat in de voorgaande score niet verrekend. Lief toch? En in tijden van crisis is elke strohalm positivisme mooi meegenomen. En nee, we zullen jullie er niet weer aan herinneren dat het van Erik Dekker in Parijs-Tours 2004 geleden is dat er nog een Nederlander een klassieker heeft gewonnen. Wat is acht jaar nu? Om jullie zelfbeeld intact te houden, zullen we maar niet zeggen wat een Philippe Gilbert of een Tom Boonen sinds 2004 in hun eentje aan klassiekers hebben gewonnen.

En ja, de EnecoTour is WorldTourniveau net als de Vattenfall Cyclassics en de Ronde van Peking dat zijn. Meer dan kalenderopvulling en vooral inkomsten is de EnecoTour voor de UCI niet. Oh natuurlijk, jullie hebben dit jaar nog Dwars door Vlaanderen gewonnen. Niko Eeckhout heeft de Schaal Sels ook gewonnen. En wat dan gezegd over de overwinning van Björn Leukemans in de Druivenkoers in Overijse, veruit de meest onderschatte wedstrijd op de wielerkalender. Dat heeft Leukemans aan den lijve ondervonden op het WK. Belgisch bondscoach Carlo Bomans heeft het zo druk dat hij enkel tijd vindt om sporadisch naar de Vuelta te kijken en onbeduidende wedstrijden als de Amstel Gold Race, de GP Plouay en de Druivenkoers in Overijse aan zich laat voorbijgaan. Daarom duidde hij Leukemans als knecht aan voor Gilbert. Een schromelijke vergissing van de bondscoach. Indien Leukemans voor eigen rekening kon rijden en pas op de laatste passage van de Cauberg zijn duivels had ontbonden, hadden we zilver en goud. En als Bomans naar de Amstel Gold Race zou hebben gekeken dan was Jelle Vanendert derde geëindigd en kon de brabançonne voor drie renners weergalmen. Helaas hebben we nu enkel goud. Een vergissing die we nooit meer zullen kunnen rechtzetten.

Maar er is ook een positieve kant aan het hele verhaal. Zo kon Lars Boom vijfde worden op het WK. Anders was ie zevende. Een topvijf-notering op een WK wielrennen op de weg voor een Nederlander? Best een uniek gegeven. Het is van de vijfde plaats van Michael Boogerd in 2003 geleden dat er nog een Nederlander vijfde is geworden op een WK wielrennen. Voor de volledigheid en voor uw zelfbeeld als Nederlander zijnde geven we u nog mee dat het van Leon van Bon in 1997 geleden is dat er nog een Nederlander op een WK-podium stond.

Argos vs Vacansoleil vs Rabobank
Tot slot moeten we een pluim geven aan de Nederlandse wielerploeg bij uitstek. Argos-Shimano heeft bewezen een uitstekende sprintploeg te zijn weliswaar dankzij Duitsers. Bij het Belgische Lotto-Belisol weten ze wat voor waarde zo’n Duitse sprintbom wel kan hebben. Denken we maar aan de Tour de France. Argos heeft dat met Degenkolb perfect gekopieerd in de Vuelta. Hulde daarvoor. Daarnaast is er ook nog weliswaar een trapje lager Vacansoleil dat dankzij een Belg zich ferm in de kijker heeft kunnen rijden in de Giro. De transfer van Kenny van Hummel naar Vacansoleil heeft de verwachtingen helemaal kunnen inlossen, namelijk dat elke verwachting er één te veel was. Het ProContinentale Argos-Shimano was zo slim in te zien dat Van Hummel geen progressie meer kon boeken en Vacansoleil sloot hem in de armen. Ach ja, beter Van Hummel dan Riccò of Mosquera binnenhalen. Dat dan weer wel. Nog één niveau lager qua Nederlandse wielerteams en we zitten bij Rabobank. Voor alle duidelijkheid het gaat over het WorldTourteam en niet over Rabobank Continental. We begrijpen de verwarring.

Luis Leon SanchezDe Spanjaard Luis Léon Sanchez Gil heeft de kleuren van Rabobank dit jaar glans moeten geven net zoals Oscar Freire dat in het verleden vaak heeft moeten doen. Kunnen we eigenlijk nog iets nieuws schrijven over Rabobank? Neen, eigenlijk niet. Maar we doen het toch. De crisis bij Rabobank is metaforisch voor de crisis voor het Nederlandse wielrennen. Ereplaatsen dat wel, overwinningen in wedstrijden die niet veel voorstellen maar toch genoeg om het gemoed te sussen ook. Maar echte resultaten boeken die iets voorstellen? Neen en laat daar het nu dringend tijd voor zijn, in feite is het dat al enkele jaren. Gelukkig zijn uw zuiderburen er nog om u daar op attent te maken. Graag gedaan hoor. We geven zelfs hoop. In tegenstelling tot de soms genadeloze Nederlandse pers schrijven wij het gouden trio Gesink, Kruijswijk en Mollema niet af. Het is niet omdat de verwachtingen soms buitensporig hoog zijn als het over deze renners gaat dat ze ook de absolute waarheid zijn.

Iets wat ons van het hart moet: als je niet graag naar de Tour gaat, verleg je doelen dan. En als je dan toch gaat, doe dan zoals Wiggins en win hem gewoon om daarna nooit meer weder te keren. Bauke Mollema bijvoorbeeld, vergelijk hem gerust met Jelle Vanendert. Eigenlijk zijn dat geen ronderenners. Een ritje in een rittenkoers uitpikken dat wel, maar hun resultaten bewijzen dat ze in Ardennenklassiekers en andere lastige eendagswedstrijden het best uit de voeten kunnen. Terg zo’n Mollema niet door hem naar de Tour te sturen. Het is misschien straf om zeggen en vooral tekenend voor de toestand van het Nederlandse wielrennen, maar Mollema mag gezien zijn ereplaatsen aanspraak maken op de titel van Nederlands renner van het jaar. Gezien het internationale deelnemersveld in koersen als Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije is het daar een stuk moeilijker om toptien te rijden dan in pakweg Parijs-Tours of Parijs-Roubaix.

Ook Gesink is niet gemaakt voor de hectiek van een Tour. Geef hem andere doelen. Het is vooraf niet de vraag hoeveelste Gesink zal eindigen in het eindklassement wel wat hij zal breken. En zet niet alles op de Tour. Steven Kruijswijk heeft nu een jaar in zijn ontwikkeling verloren. Volgend jaar is hij 26 en wordt het stilaan tijd om te oogsten. Het Tourdebacle was exemplarisch voor de toestand bij Rabobank. Niet dat we een Van Hoovelsiaanse uitbarsting verwachten na een opgave in de Tour, maar een beetje ontgoocheling verwacht je wel. Het zijn drie verschillende karakters, en ze zijn nog relatief jong. De jaren breken nu aan waarin zal blijken of ze toppers worden of de stempel van eeuwige belofte op hun voorhoofd gedrukt krijgen. Maar bij Rabobank lijken ze nu gewoon hun wedstrijden te fietsen, hun loon op te strijken en voor je het weet is de mooie beloftevolle carrière voorbij.

Tot slot: zoekt u maar eens op van wanneer het geleden is dat er een Nederlander een Tourrit won. En dan was het eigenlijk nog een gelijkspel. Andreas Klöden kan dat beamen. We missen bij de renners en de ploegleiding de bezieling die nodig is Nederlandse renners een grote vis te laten winnen waar de Nederlandse wielersport naar zit te snakken. Er zitten geen smeerlappen in de ploegauto bij Rabobank. Oké, een smeerlap als Patrick Lefevere of Johan Bruyneel of een übersmeerlap als Bjarne Riis hoeft niet, maar dat tikkeltje extra tot succes ontbreekt gewoon. 2013 wordt wederom een jaar van de waarheid, een jaar dat het zal moeten gebeuren, een jaar met torenhoge verwachtingen die nooit ingelost kunnen worden. Maar dan zal Rabobank wel van het negatieve aura rond zich af moeten. Het Nederlandse wielrennen zit al lang genoeg in een wak. Eigenlijk is het geen wak, maar een heuse Nederlandse polder tien meter onder zeeniveau.

Misschien is zo’n berg daar bouwen geen slecht idee…

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)