“Toen het leven plots vol in de remmen kneep”

(Openingszin van Als eerste, een eerbetoon van Rick de Leeuw aan Wouter Weylandt)

Dat ene fatale moment, die verschrikkelijke gebeurtenis die de grond onder je voeten vandaan slaat en je verbijsterd Wouter Weylandten verslagen achterlaat. Verdoofd, niet in staat om te beseffen wat de vernietigende impact is van het noodlot waardoor je zojuist bent geraakt. De hoop dat je alles gedroomd hebt en dat straks, na het ontwaken, alles weer zal zijn zoals het altijd was. Een minuscuul moment van opluchting, direct gevolgd door het beklemmende besef dat het geen droom was, maar je nieuwe realiteit; een voorgoed veranderd bestaan ruw opgedeeld in ervoor en erna. De hartverscheurende, gekmakende heimwee naar hoe het was en hoe het had moeten zijn. Een onmenselijk zwaar verdriet.

Dat was wat er door mijn hoofd suisde toen ik op 9 mei 2011 op de autoradio hoorde dat Wouter Weylandt in de derde etappe van de Giro d’Italia dodelijk ten val was gekomen. Een jonge, talentvolle wielrenner overleden op het asfalt van de Passo del Bocco. Het besef dat je zomaar dood kan gaan en je nooit zult weten wanneer dat moment kan komen, raakte me diep. Een confrontatie met de sterfelijkheid van de mens. De schokkende gedachte dat je ook dood kan gaan als je jong bent en vol goesting en ambitie door het leven fietst. Aangeslagen luisterde ik naar de eerste geschokte reacties en hoewel ik al thuis was, bleef ik in de auto zitten. Koude rillingen liepen over mijn rug, ik voelde een brok in mijn keel en vroeg me af wat me nu het meest raakte. De herinnering aan het moment dat ooit bij ons thuis het leven zomaar opeens keihard in de remmen kneep, de aanraking van die oude, gevoelige wonden? Of kwam het omdat ik enigszins kon voelen wat de nabestaanden van Wouter Weylandt op dat moment moesten doormaken. De ontreddering, de film waarin ze waren beland, de hoop dat het slechts een droom was. Ik wilde weten hoe het nieuws hen bereikt had. Of ze het ongeluk op televisie hadden gezien en wanneer het besef kwam dat het hun Wouter was die daar lag. En daarna? Gingen ze naar Italië om hun overleden geliefde op te halen? Ik weet nog hoe wij naar het ziekenhuis gingen; als in een roes, al je krachten aansprekend om in ieder geval nog een waardig afscheid te verzorgen. En dan? De wereld zou weer verder draaien en de koers zou verder gaan. En bij de nabestaanden zou het stil worden. Oorverdovend stil. Ik leefde intens met ze mee.

Mijn vrouw tikte op het raam en vroeg waarom ik niet naar binnen kwam. Ze was hoogzwanger en  een dag later werd onze zoon Sverre geboren. Hij kwam vlot ter wereld en ’s middags al lagen we dolgelukkig met onze zoon tussen ons in op bed. De tv stond aan en zond beelden uit van de vierde, geneutraliseerde etappe van de Giro. Het peloton trok traag en rouwend door het Italiaanse land en ik realiseerde mij dat de vriendin van Wouter Weylandt, An-Sophie de Graeve al vijf maanden zwanger was. Waarschijnlijk hadden zij dezelfde dromen als wij en de meeste aanstaande ouders. Maar die van hen was ruw verstoord. Ik probeerde me voor te stellen hoe dat zou zijn; alleen bevallen zonder degene met wie je het kind groot had willen brengen. Een bizarre combinatie van emoties; blijdschap om het nieuwe leven en intens verdriet om de man die er niet meer was en een leven dat er nooit in de verwachte vorm zou komen. De diepe heimwee naar hoe het had moeten zijn.

En terwijl we daar zo lagen, realiseerde ik mij hoe bijzonder ons geluk was. Vooral omdat de beelden op televisie lieten zien dat het leven niet altijd de verwachte route kiest en het evenwicht tussen vreugde en verdriet zo ontzettend wankel kan zijn. Omdat het leven zo maar opeens in de remmen kan knijpen. Tegelijkertijd realiseerde ik me ook dat je leven niet door die wetenschap bepaald mag worden. Want dan is het alsof je koerst met je vingers op de remgrepen; krampachtig en niet in staat om te genieten. En dan zou je jezelf en degenen die om je heen staan, ernstig te kort doen.

Even later gleed de ploeg van Leopard-Trek, met in hun midden Tyler Farrar, de beste vriend van Wouter Weylandt, over de finish. Een emotioneel en waardig eerbetoon aan de renner die er niet meer was.

Joost-Jan Kool