Maarten Ducrot en Herbert DijkstraOorlog is een bizar en gruwelijk verschijnsel. Maar hoe langer geleden, des te dikker de saus van romantiek die er overheen geworpen wordt. En eenmaal ontdaan van de scherpe gruwelranden resteert een mooie voedingsbodem voor verhalen. Een inspiratiebron voor prachtige boeken en films.

Of een reddingsboei voor een commentaarduo van de NOS dat de bewegingen van een peloton, dat het op het eerste gezicht nog even rustig aan doet, aan elkaar moet praten.

Het is dag 5 van de Tour de France 2015 en het peloton rijdt van Arras naar Amiens. Een etappe door een door even eenvoudig als historisch beladen land. Rechte wegen, uitgestrekte akkers, hoge luchten en een niet te bevatten hoeveelheid witte kruizen waaronder dus mensen begraven liggen. Stille getuigen van de nietsontziende hel die dit land een eeuw geleden vernietigde. Een rit waarin de sprinters worden uitgespeeld.

Of?

Hoopvol wordt gekeken naar de vlaggen die strak staan in de felle wind. Er wordt gerekend. Waar zal de wind het peloton aanvallen in de flank? Waar zal de zaak op de kant worden getrokken? Wie neemt het initiatief? Het peloton lijkt echter geen trek te hebben in een nieuw slagveld en hapt niet in het voor haar uitgeworpen wind-aas. Wat blijft is de stress, omdat elke renner weet dat het na de volgende bocht gebeurd kan zijn.

En terwijl het peloton ingehouden achter een wel heel erg eenzame vluchter aan fietst, wordt er gesproken over de Grote Oorlog, omdat deze hele etappe in het teken van deze oorlog staat.
‘Weinig kastelen hier’.
‘Wat wil je; de Duitsers hebben alles hier verwoest’.
‘De tactiek van de verschroeide aarde, Maarten?’
‘Nee, dat was anders, de Russen staken hun eigen land in de hens en in dit geval…’
‘Michael Matthews heeft het zwaar trouwens, maar wat wil je?’
‘Wat hier gebeurde is onvoorstelbaar en straks komen we bij de Somme en daar in dat gebied….’
‘Froome rijdt heel alert voorin’.

En zo gaat het verder, kilometers lang. Opvallend genoeg in een zelfde rolverdeling als wanneer het over fietsen gaat. En ondertussen denk ik aan een verregende vakantiedag en er toch nog even opuit aan het einde van de dag. De geur van houtvuren, van weidsheid, van nat geregend gras en zo af en toe een geurend bos. Een rilling langs mijn ruggengraat vanwege het verlangen naar de weidsheid, de herinneringen aan vroeger. Zoektochten naar begraafplaatsen, kerken en andere historie, vaak met frisse tegenzin. En mijn vader vertelde, omdat hij schoolmeester was, ook in de vakantie. Net als Maarten Ducrot die, zo af en toe aangevuld of onderbroken door Herbert Dijkstra, de kijker op een keurige geschiedenisles trakteert. Maar de rilling is er ook, omdat juist dit soort dagen de Tour maakt tot wat ze is. Een stukje vakantie, een stukje leven en een vat vol herinnering.

Oh ja, Andre Greipel won later die middag in Amiens de sprint die er ondanks een paar korte waaierimpulsen gewoon was gekomen.

Joost-Jan Kool