Zomer in Wallonië. De zon brandt onbarmhartig op de helmen van de renners. Drinken is cruciaal, de waterdragers staan voor een lange, arbeidzame dag.

De klassieke vroege vluchtgroep bestaat uit negen man. De namen: Lauren Mangel, Benjamin Gourgue, Gorka Verdugo, Addy Engels, Martin Kohler, Fredrik Kessiakoff, Jan Ghyselinck, Anders Lund en Simon Spilak.

De maximale voorsprong bedraagt ruim zeven minuten. Aan de kop van het peloton rijden de mannen van Omega Pharma – Lotto (Dockx en Vandewalle) en Team Leopard (Montfort en Pedersen).

Philippe Gilbert

Philippe Gilbert

Het gaat stroperig langzaam over het smeltende Waalse asfalt, dat altijd maar blijft glooien.

Wuyts: ‘Status quo. We hebben nog wat interviewtjes.’
Vannieuwkerke: ‘Laten we die dan maar spelen.’
Wuyts: ‘Met één van de uitdagers van Philippe Gilbert: Andy Schleck.’

Interview Schleck. Heeft een plan. Philippe erg sterk. Zullen wel zien wat het wordt.

Pas als ook Rabobank zich met de achtervolging gaat bemoeien, smelten een paar minuten van de voorsprong weg. Eendrachtig beklimmen de renners de Wanne, de Stockeu en de Haute Levée.

Af en toe zakt er een renner door, een zieke of iemand die er geen zin in heeft.
Rust.
Wuyts: ‘Die spetterende aanvangsfase, samen met de opeenvolging van de hellinkjes, dat gaat aan het eind wel doorwegen. Op de Levée doe je altijd een jasje uit.’

Vannieuwkerke: ‘Met deze temperaturen doet iederéén een jasje uit.’
Wuyts: ‘…’
Vannieuwkerke: ‘Maar als ze in dit tempo doorrijden, zijn ze niet voor het journaal van zes binnen.’
Wuyts: ‘Een rustig voorspel geeft vaak vuurwerk aan het eind.’
Vannieuwkerke: ‘Geldt niet alleen voor de koers.’
Wuyts: ‘Laten we nog maar eens naar een interviewtje gaan kijken, nu de koers even in haar plooi ligt. Een ex-winnaar: Alexandre Vinokourov.’

Op de Stockeu – Wuyts: ‘Een rotding’ – vinden er dan eindelijk wat schermutselingen plaats. Andriy Grivko demarreert, valt terug en moet onmiddellijk lossen. Zijn aanval is de wekker voor het soezende peloton. Er volgt een korte hausse aan aanvallen van achtereenvolgens Di Luca, Kyrienka, Zubeldia, Nuyens, Chavanel, Hoogerland en Ten Dam. Als de kruitdampen zijn opgetrokken, hebben twee man een lichte voorsprong op het peloton, dat weer achter lijkt te zakken: Kyrienka en Chavanel.

Wuyts: ‘Pas op, he, Vino en Voigt enkele jaren geleden… Die wonnen zo, he.
Vannieuwkerke: ‘Dat waren wel Vino en Voigt.’
Wuyts: ‘En dit zijn Kyrienka en Chavanel.’
Vannieuwkerke: ‘Níet Vino en Voigt.’
Wuyts: ‘Wie weet zijn dit de Vino en Voigt van 2011.’
Vannieuwkerke: ‘Die zitten nog in het peloton, de Vino en Voigt van 2011.’
Wuyts: ‘U hoort het, dames en heren, het is warm in onze commentaarcabine.’

Kyrienka en Chavanel krijgen veertig seconden. Ze naderen de restanten van de kopgroep, waar Ghyselinck en Verdugo de meest frisse indruk geven. ‘Fris’ is onder deze omstandigheden nogal relatief.

In de levensgevaarlijke sprint naar de Redoute valt Fränk Schleck. Het is een weinig feestelijk jubileum: zijn honderdste val in zijn actieve carrière. Er is geen taart, noch bloemen, behalve de paardenbloemen in de berm. Schleck stapt weer op, en moet een half peloton passeren om weer onder de mensen te komen.

Op de eerste rijen van de Redoute wordt het tempo gedrukt door Fuglsang en broer Andy.

Toch volgt er een demarrage, dicht bij de top. Valerio Agnoli en Tejay van Garderen rijden in één moeite naar Chavanel en Kyrienka.

Vannieuwkerke: ‘De Redoute is een maat voor niets.’
Wuyts: ‘Zoals alle jaren.’
Vannieuwkerke: ‘Het is wachten tot de favorieten hun duivels ontbinden op de Roche aux Faucons.’
Wuyts: ‘Zoals alle jaren.’
Vannieuwkerke: ‘Kunnen we eigenlijk wel van favorieten spreken?’
Wuyts: ‘In meervoud, bedoel je?’
Vannieuwkerke: ‘Er is toch maar één man die hier vandaag kan winnen.’
Wuyts: ‘Da’s waar. Phil.’
Vannieuwkerke: ‘Phil.’
Wuyts: ‘En toch maar beter oppassen, met al die patriotten aan zijn wiel.’

Op een tussenstuk demarreert Jens Voigt.

Wuyts: ‘Is dit dan het plan van Leopard? De oude Jens?’
Voigt krijgt Kacheskin, Taaramee en Hoogerland mee.
Wuyts: ‘Kacheskin is zo’n rare vogel, die af en toe plotseling kan uitpakken. Denk aan de Vuelta van een paar jaar geleden. Bloedvorm.’
Vannieuwkerke: ‘Letterlijke bloedvorm. Die reed toen wel met andere benzine als de rest.’

Onderaan de Roche Aux Fauconds is het zover: Gesink gaat, maar niet van harte. Vanendert countert, gevolgd door Kolobnev, Vinokourov, Gilbert, Sanchez, Schleck, Schleck, Martens, Hesjedal, Cunego, Vandenbroeck, Basso, Leukemans, Anton en Scheirlinkx.

Dan gaat Fränk Schleck. Hij rijdt zó naar de vluchters toe.
Wuyts: ‘Waar zit Phil? Dáár zit Phil. Een beetje te ver?’

Demarrage van Vinokourov. Inspanning en hitte kleuren zijn Kazakse herdersgezicht paars.

En dan komt Gilbert.

‘Oh, wat mak-ke-lijk. Phi-lip-pe Gil-bert. Pas op, Philippe, het is nog ver.’

Op de top van de Roche aux Fauconds zijn de troepen gedecimeerd. Vinokourov, Andy Schleck, Sanchez en Vandenbroek kunnen mee met Gilbert. Van de oude koplopers hebben Hoogerland en Kyrienka hun wagonnetje nog kunnen aanpikken.

Volle kracht naar de Saint-Nicolas. Daar blijkt er niets meer aan te doen. Jurgen Vandenbroeck sprint de eerste honderden meters omhoog, waarna het de beurt is aan zijn kopman.

Gilbert.
Gilbert.
Gilbert.
Gilbert.
Gilbert.
Gilbert.
Gilbert.

Op het laatste stuk naar Ans lijkt hij te ‘plafonneren’. De telelens zoomt in op de achtervolgers.

Wuyts: ‘Dit is een telelens, dames en heren. Dit is een telelens.’
Vannieuwkerke: ‘Allee vooruit.’

Gilbert.
Gilbert.
Gilbert.

Op de finish heeft hij nog vier seconden over.

Philippe Gilbert: ‘Iek was nie top vandaak.’
Andy Schleck (4e): ‚We did everything we could, but you have to be a bit lucky.’
Jurgen Vandenbroeck (23e): ‘Het was warm.’

Uitslag Luik-Bastenaken-Luik 2011:

  1. Philippe Gilbert
  2. Samuel Sanchez
  3. Alexandre Vinokourov
  4. Andy Schleck
  5. Paul Martens
  6. Damiano Cunego
  7. Simon Gerrans
  8. Marco Marcato
  9. Bert de Waele
  10. Bauke Mollema
Frank Heinen