Je ziet het vaak bij sporters. En zeker bij de kleintjes (de korte, bedoel ik dus). Verliezen ze, dan moet iedereen het ontgelden. De tegenstanders? Valsspelers. De media? Voeren een haatcampagne. Het publiek? Ziet hun kwaliteiten niet.

Zelfs de eigen ploeggenoten kunnen er niets van.

Als de kleine sportman wint, is hij op een vreemde manier boosblij. Uitdagende blik. Branie. Zie je wel. Ik ben er nog, hoor. Ook al ben ik een ukkepuk.

Het verongelijkte, de eeuwige slachtofferrol. Het is de reden waarom ik altijd de pest had aan Mark Cavendish. Een veelwinnaar vermomd als Calimero. Vond ik, tot vandaag.

Dat dochtertje. Het jurkje, die vlechtjes, die knuffel. Maar vooral: die lach op daddy’s face.

Niks boosblij. Puur geluk. Vaderliefde. Zoiets.

De kleine boze Cav werd een ontspannen mens. Dankzij een nóg kleinere Cavendish. Hoe mooi kan het clichébeeld zijn?

Sander Peters
Laatste berichten van Sander Peters (alles zien)