Gisterochtend markeerde een nieuw begin voor het wielrennen. Sky kondigde aan nog één seizoen als hoofdsponsor van de gelijknamige succesvolle wielerploeg te willen fungeren, maar er daarna de brui aan te geven. Tot verbazing van de wielerwereld. Sky gaat een nieuwe fase in de ontwikkeling van het bedrijf in, zo heet het. Met andere woorden: de sponsor zoekt een andere manier om het marketingbudget te spenderen. En dat is een groot budget: de wielerploeg had in 2016 al een budget van ruim 35 miljoen euro. Vrijwel tegelijkertijd kondigde de Bahrain-Mehrida-ploeg juist een nieuwe sponsor aan. Het bedrijf McLaren, vooral bekend van de jarenlange sponsoring in de Formule 1, wil de wielerwereld veroveren. “Racen, technologie en menselijke topprestaties zijn de kernwaarden van McLaren”, aldus het ronkende persbericht . Maar nu de resultaten in de Formule 1 achterblijven, is het wielrennen ook een sport waar met een veel lager budget successen kunnen worden geboekt. Ter vergelijking: het budget van het Formule 1-team is ongeveer 225 miljoen euro.

Jantje lacht, jantje huilt. Team Sky moet op zoek naar een sponsor die een bedrag op tafel wil leggen dat vergelijkbaar is met het televisiestation, of er vallen ontslagen. In het ergste geval zal de ploeg zelfs worden opgeheven. Tegelijkertijd zal de Bahrain-Mehrida-ploeg de komende jaren de hemel willen bestormen. Het toont de kwetsbaarheid van het topwielrennen. In het kader van mijn boek Gaan voor goud zei Iwan Spekenbrink, CEO van Team Sunweb, het treffend. In het wielrennen gaat jaarlijks één van de teams uit de absolute wereldtop failliet. Stel je voor dat er jaarlijks één van de ploegen uit de Champions League van het voetbal failliet gaat. Dat is onbestaanbaar, maar in het wielrennen kan het.

Om een gezonde sporttak te kunnen vormen, moet je jezelf kunnen bedruipen zonder sponsoring. Maar dat kan niet in het profpeloton. Er zijn geen inkomsten uit recettes en televisiegelden worden overgemaakt naar de zeer machtige organisatoren in het wielrennen. Met name de Franse ASO, dat onder meer de Tour de France organiseert, maakt de dienst uit en profiteert optimaal van het monopolie dat zij heeft op de grootste wielerwedstrijd ter wereld. Het maakt de profploegen kwetsbaar, en de wielrenners tot nomaden. Een lager budget voor de ploegen straalt immers rechtstreeks af op de salarissen voor de artiesten, de wielrenners zelf.

De wereldwijde wielerbond UCI is ook niet blij met deze situatie. Bij monde van oud-voorzitter Pat McQuaid staat in Gaan voor goud beschreven dat de Ier geprobeerd heeft om de inkomsten voor iedereen te vergroten door samen te werken met de ASO. Tevergeefs: de organisatie kiest ervoor om haar eigen stuk van de taart zo groot mogelijk te houden, zelfs als dat betekent dat de gehele taart niet kan groeien. Zo zit het professionele wielrennen in de houdgreep, want het loont ook niet om te innoveren. Immers, de grootste organisatoren beheersen de grootste wedstrijden, maar voelen maar weinig druk om de wedstrijden interessant te houden. Dus hoe blijft het wielrennen interessant voor de kijker van de toekomst?

De Hammer Series is één van de initiatieven van de wielerploegen om hieruit los te komen. De hoop bestaat dat deze innovatieve wedstrijden aanslaan bij het publiek. Dan kan niet alleen de sport in de toekomst interessant blijven, maar kunnen de ploegen zelf ook inkomsten genereren buiten de sponsordeals. Het is een bescheiden stap, maar je moet ergens beginnen. De kwetsbaarheid van het wielrennen voor sponsoring is namelijk één van de grootste uitdagingen voor de wielersport de komende jaren. Zodat extreme aardverschuivingen in het ploegenlandschap, zoals de aankondigingen van gisterochtend voorspellen, abnormaal worden. Dat zou een echte nieuwe stap betekenen voor het professionele wielrennen.

 

Meer lezen over het sponsormodel van het wielrennen, en de volledige gesprekken met Iwan Spekenbrink en Pat McQuaid lezen? Lees dan mijn boek Gaan voor goud, dat halverwege januari zal verschijnen. Meld je aan via de volgende link om op de hoogte te blijven: http://desportbestuurder.nl/gaan-voor-goud/