De organisatie van de Giro heeft in zijn zoektocht naar almaar meer spektakel een prijs in het leven geroepen voor de snelste daler. Onmiddellijk kwamen van alle kanten – vooral negatieve – reacties in de pers.

Opiniemakers als Marijn de Vries vonden het roekeloos van de Giro-organisatie en sprake er schande van. ‘Ik word hier een beetje misselijk van,’ schreef ze op Twitter. Martijn Hendriks van NOS: ‘Mocht u nog twijfelen, maar het is echt waar.’ Ook werd uiteraard wijlen Wouter Weylandt erbij gehaald. (God hebbe zijn ziel.)
In dit blog wil ik laten zien dat het nieuwe klassement ook andere kanten heeft. Deze discussie geeft namelijk precies aan welke ambigue verhouding we met het dalen hebben. Aan de ene kant roepen we allemaal hoe geweldig het is als Cancellara een schitterende afdaling laat zien. We kijken er met jaloezie en bewondering naar. Aan de andere kant spreken we er schande van als er een ongeluk gebeurt. De schuld wordt dan gelegd bij de organisatie, of soms bij een ‘roekeloze renner’. Voor het gemak vergeten we dan even dat juist de gedachte dat het mis zou kunnen gaan, het voor ons kijkers zo spannend maakt om naar te kijken. We spoelen zo ons geweten schoon.
Ik krijg graag naar het vakmanschap van de Haai van Messina, en ik heb nooit een Giro mooier zien winnen dan door Paolo Savoldelli. De Valk won zijn tweede Ronde van Italië met 25 seconden voorsprong, nadat hij in de afdeling veel tijd terugwon op Gilberto Simoni. Als de klimmers worden gewaardeerd, hebben de dalers dan ook niet recht op een prijs?

Het is natuurlijk de vraag of de prijs extra gevaarlijk gedrag uitlokt. ‘Eén kamikaze kan al veel ellende veroorzaken,’  schrijft de Vries. Dat waag ik te betwijfelen. De organisatoren van de Giro zijn namelijk niet gek en hebben gekeken hoe de ‘perverse’ prikkel op te bouwen. De prijs voor de individuele afdalingen is klein, en is natuurlijk niet los te volgen door de camera’s, het kan namelijk ieder van de deelnemers zijn.

De grotere prijs zit aan het eind. Het is dus een regelmatigheidsprijs voor de beste daler. Dit doet vermoeden, zoals bij de andere prijzen (neem de bergprijs) dat de kandidaten vooral renners zijn die toch al goed in het klassement rijden. Daarmee wordt de waardering uitgesproken voor de beste daler van de hele Giro. En zal Nibali, maar misschien ook een goede daler die normaal nooit een kans heeft op een prijs, komen bovendrijven. Een nieuwe held is dan geboren.
Natuurlijk, er is een kans dat de wanhopige renner – die ook naar de epo grijpt om te winnen en zo met zijn leven speelt – zich als een kamikazepiloot naar beneden stort. Maar dat wordt niet perse gestimuleerd door dit systeem. De ongelukken van de afgelopen jaren gebeuren ook niet met goede dalers, maar juist met renners die dat niet waren.
Misschien eet ik mijn woorden aan het einde van deze Giro op, en sta ik bij de volgende Het is Koers-barbecue met een rood hoofd in een hoekje. Het is echter te makkelijk om de Giro-directie meteen weer weg te zetten als rücksichtslos op weg naar nog meer spektakel. Het is zelfs denigrerend. Laten we het ambacht van de daler vieren!
Maar ragazzi, neem alsjeblieft geen extra risico’s.
Rick Lindeman