In de komende weken, bieden wij in vier delen een taxonomie aan (op basis van grondig onderzoek, kunnen we wel stellen) van wielerliefhebbers van niveau twintig (laagst) tot niveau één (hoogst). Er bestaat namelijk geen universele wielerfan. Hou op zeg, het stikt van de soorten. De één nog exotischer en eigenaardiger dan de ander. Trek de kastdeur van fans open en er verschijnt geen keurig ingericht opbergstelsel maar een rariteitenkabinet volprullen en krullen. Lagen 20 t/m 15 waren reeds te lezen op dit medium.

Vandaag nummer 14 tot en met 10

Wie zich herkent in onze taxonomie herkent niet alleen zichzelf, maar ook de doeltreffendheid van dergelijk stelsel van ideaaltypes: inzicht scheppen in een schijnbaar ondoorgrondelijk geheel, in dit geval van wielerwereldfans. Of de wielerfanwereld.

14. De hedonist

Zes Hollandse hedonisten op een onbewaakt moment

Zes Hollandse hedonisten op een onbewaakt moment

De hedonist leeft voor zichzelf en zijn medehedonisten, niet voor de koers. Maar de koers biedt mogelijkheden – net als Thialf, Koninginnedag, carnaval en grote voetbaltoernooien overigens. Voor de hedonist is de koers het bacchanaal van de openlucht. Alpencols zijn vooral etalages voor de jongste ludieke uitdossing en even ludieke asfaltteksten – zoals het onvolprezen ‘Boogie’. De doorlopende alcoholische inname wordt vergezeld van dat andere sociale smeermiddel: het uitwisselen van wielerwederwaardigheden in quizvorm.

De hedonist beschikt over een bijzondere kwaliteit. Hij (zelden een zij) benut de vele buitenkansjes om  tot de entourage van het peloton door te dringen. Een ontmoeting met Valverde – opeens, op een terras in Tromso -, een onderonsje met Lieuwe Westra in een Scheveningse kroeg of een gesigneerde koerspet van Ronan Pensec in Douarnenez. Bovendien weet de hedonist dit alles feilloos en subiet op Facebook te vast te leggen als bewijslast voor de andere hedonisten – die vervolgens verslag doen van een golfpartijtje met Armstrong en Lemond.

De laatste jaren verliest de Hollandse hedonist zijn monopolie op de berg. Basken, uit hun schulp kruipende Vlamingen, de nieuwe Duitser en yanks bestrijken de flanken met hun eigen actierepertoire. Dat noopt tot maatregelen – maar biedt óók weer mogelijkheden (de hedonist denkt in uitdagingen). Het moet gekker, wilder, gevaarlijker, lawaaiiger, lavelozer bovendien; de ervaring beklijft alleen dan nog. Laat dat maar aan de Hollandse hedonist over.

Favoriete fiets: Giant
Favoriete renner: Johnny Hoogerland
Favoriete koers: alles met aankomst op Alpe d’Huez
Signatuur: Amstel pils
Citaat: ‘daar moet een piemel in’

13. de paap

Wielrennen is een katholieke sport omdat De Mart (wij laten ons nog even niet uit over de vraag welke rol De Mart verder speelt in deze taxonomie) het ooit zo eens noemde. Wielrennen trekt katholieken aan, van renners die een kruisje slaan tot Latijnse ultramontanen. De paap is buigzaam en ’s avonds liederlijk. Samen met De Mart speelt de paap het eindeloze spel zonder winnaar: het semantisch roulette van het fietsen. Betekenis is veranderlijk, de kern wordt slechts omvloerst aangeroerd, waarheid is voor calvinisten – en geheelonthouders. Wielrennen is in dezelfde loftuiting metafoor voor het leven én voor de dood.

De Oudenberg

De Oudenberg

De Paap sacraliseert de koers. In zijn handen worden de drinkbus, de koerstrui, ja zelfs het oortje relieken om te kussen. Het hart van de paap is groot. Ook zij die het allerhoogste niet aanroepen drukt hij aan de borst. Zo bestaat het dat een zeker –niet nader te noemen- Rooms oud-staatsman aan Eddy Merckx het Grootnederlanderschap toebedeelde.

De betekenis van de paap voor de koers kan moeilijk overschat worden. Op de koers rust de zegen van de Heilige Moederkerk. Onder de Roomse mantel ligt de oorsprong van de omerta. De biecht is een wijkplaats voor iedere tricheur gebleken. Aldus is de koers onlosmakelijk ingesnoerd in de episcopale handel en wandel. De koerslievende paap weet altijd meer dan hij zegt, want: in de coulissen van het wielrennen restaureert de paap de fundamenten van het oude wielrennen. Zo moet het zijn, zo moet het blijven.

Favoriete fiets: Sensa (klinkt Italiaans, is Twents-Chinees)
Favoriete renner: Gino le Pieux natuurlijk want die gaf zijn gele trui aan de Paus
Politieke signatuur: KVP
Wielermedium: Katholiek Nieuwsblad
Favoriete koers: Primavera
Citaat: ‘nomen est omen’

12. de revolutionair

 De revolutionair is de grootste nachtmerrie van de paap. Immers, de paap stelt alles in het werk om het oude wielrennen onverkort te laten voortbestaan. De revolutionair, daarentegen, verscheurt de catechismus zonder pardon. Hij of zij kan zich zelfs niet vinden in de kretologie van het nieuwe wielrennen. Een grote schoonmaak, met verzoeningscommissies enzo, is overbodig. Met groot elan zoekt de revolutionair een nieuw tabula rasa. De nieuwe ethiek wortelt alleen in onbewerkte grond. Weg met de Latijnse moraal, weg met de Angelsaksische geest, weg met het grootkapitaal, ja zelfs weg met De Mart. Het Nieuwe Jeruzalem van het wielrennen kan niet worden opgetrokken uit de puinhopen die Vlaanderen, het Vaticaan, Lance en de UCI nalieten. Nieuwe bouwstenen zijn nodig. Je vindt ze in de wetenschap, in de techniek, in de nieuwe wereld – en voor een enkeling in de nu nog vlakke polder.

Franse projectie van de politie te fiets anno 2000 uit 1910

Franse projectie van de politie te fiets anno 2000 uit 1910

De revolutionair vindt weinig bijstand. Voor de microfoon stelt de relativist (zie vorige deel van deze taxonomie) dat de revolutionair zijn klassiekers niet kent. In de gastboeken op internet krijgt hij of zij met de moralist te maken. Vrijgeven van doping, hoe durft de revolutionair. Uiteindelijk is de revolutionair een droevig lot beschoren. Het is niet de wielerminnende mens die hij of zij beschuldigt; het is het historisch materialisme van het fietsen, het systeem. De koers sloot al die tijd zijn eigen ondergang in. Alleen een revolutie zal een nieuwe wielerlogica brengen. Voor de revolutie heeft de revolutionair volgelingen nodig. En die zijn er niet.

Favoriete fiets: in productie
Favoriete renner: nog niet geconcipieerd
Signatuur: autonoom
Wielermedium: het nieuwe morse
Favoriete koers: Argus Tour
Citaat: ‘Cycling is based so much on form, on aesthetics, on class.’

11. De praalridder

Voor de praalridder is het onderscheid tussen de echte koers en zijn eigen koers flinterdun geworden. De volmaakte praalridder weet: ‘de koers, dat ben ik’. De praalridder is een onbeschaamde anticoureur, die zichzelf ondanks bepaald ver te zoeken gelijkenissen volkomen spiegelt aan het voorkomen van de profrenner. Hij is in feite slachtoffer. Slachtoffer van een –compulsief- mechanisme dat hem doet vergeten dat kleden als een prof, rijden op de fiets van een prof geen enkele garantie biedt voor: 1) kracht en inhoud; 2) aandacht van de andere sekse, of willekeurige mensen op straat en in de wereld, die helemaal niets met wielrennen hebben; 3) een palmares. Het laat zich raden dat de praalridder zelden een vrouw is.

De praalridder verkeert (ten onrechte) voortdurend in de veronderstelling dat iedereen op straat hem ziet en ook gelooft in zijn non-existente kwaliteiten als renner. Alles is koers. Ook als het stoplicht op groen springt. Koers. Verontwaardigd kijken naar –verbouwereerde- medeweggebruikers is een primaire reactie in elke situatie waarin de praalridder verzeild raakt. Verkeerssituaties bijvoorbeeld – liefst in een binnenstad vol potentiële toeschouwers.

Het zaligmakende moment waarop zijn antithese, de tot wielrenner verworden hardloper op een knarsende fiets bijvoorbeeld, hem genadeloos lost op een verlaten en winderige weg, blijft meestal geheim. Hij staakt het poseren voor even. Het beeld van de in de verte verdwijnende stoemper  in verkleurde koersbroek en dito –trui dringt zich nog wel eens aan de praalridder op. Maar dan wimpelt hij die gedachte af. ‘Als ik hem gezien had, had ik meegezeten.’ Of: ‘Ik had wel meegekund, maar ik deed het niet, want ik moest nog dingen doen’, zegt hij dan. Wapenfeiten van het kaliber Galibier, Mont Ventoux uiteraard deelt hij veelvuldig en tot vervelens van de familie toe. Elk jaar gaat dezelfde klim een minuut of drie sneller.

Favoriete fiets: zijn eigen
Favoriete renner: hijzelf – mits gesoigneerd en geschoren
Signatuur: irrelevant
Favoriete koers: de lokale trimmersrit
Citaat: (bij thuiskomst) ‘45 aan het uur. Niemand hield m’n wiel.’

10. De clown

Clowns zijn er in alle soorten en maten. Bassie is een enge kindervriend die zich laat seconderen door een schlageracrobaat, Pierrot is verdrietig. Popov was de beste. En dan was er nog Viktor, het slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog, de drank en het perfide communisme, die door Billy Joel werd bewierookt in een bescheiden pianoconcert. Dat niet iedereen van clowns houdt, wil er bij sommige mensen niet in – recent onderzoek wijst uit dat slechts 13,41 % van de Nederlanders clowns haat (G.Jacobijn, Clownhaters in de marge).

Elke sport heeft zijn eigen clowns, ook het wielrennen – helaas. De clown hijst zich in zijn pak en schuift na harde koers – eens zijn eigen specialiteit – aan naast Nicolien Sauerbrij en/of John de Mol jr. om 1,2 miljoen proleten te vermaken met door leukheid vergalde anekdotes. Maar het is een leugen beste wielrenclown. Het is een leugen geweest van die gevallen marathon-schaats-niet-kampioen die door te clownifiseren jarenlang kutprogrammafähig bleef.

Een wielrenner kan geen clown zijn want een wielrenner is een rolmodel, het toonbeeld van opoffering en van alles wat al drie jaar op Het Is Koers is te lezen. Dat Michel Boogaard (zie voor de uitleg van deze verschrijving  de vorige editie van deze taxonomie) zijn carrière probeerde te reanimeren door zich te lenen voor het toppunt van wansmaak –ijsdansen- is eigenlijk nog erger dan een clown.

De clown is als Rome, toen Petrarca gezeten op het dak van een ruïne met de nodige dramatiek verzuchtte: ‘Zij is een schone dame in een haveloos gewaad.’ Wie ziet nog de renner? Wij!  Hij is namelijk renner – voor het leven wat ons betreft – , geen artiest. Hij koerste toch? Hij won toch niet? Hij streed toch? Mooi man. De renner stelde nooit vragen en liet zich ringeloren. Hij viel, worstelde en stond op en werd heel even clown.  Maar nu is het goed geweest. Schmink af.

Favoriete fiets: alles met een ketting
Favoriete renner: een Nederlander
Signatuur: niet
Wielermedium: sms
Favoriete koers: vlakke koers
Citaat: ‘Ik was maar een clown’

Wibe Balt en Stefan Couperus