eddymerckxVeertiende etappe: La Grande Motte – Revel, 234,5 km, 12 juli 1969

Geen rustdag, wel een dag rust. Behalve voor Agostinho. Die wint de etappe, solo. Eddy Beugels gaat nog wel achter hem aan, samen met de Belg Wilfried David, en wordt tweede. Wie ook geen rust neemt, is Rini Wagtmans. Hij besluit zomaar 25 kilometer op kop van het peloton te gaan rijden, met de wind pal tegen. Merckx, die zelf voor het eerst achterin bleef hangen en door een wesp werd gestoken, zei tegen hem: ‘Jongen, stel je nu niet aan. Spaar je krachten.’ Maar Wagtmans, de laatste dagen minder op dreef, deed het om zijn ritme te hervinden. ‘Dat lukte.’

Dan is het deze zaterdagavond gedaan met de rust. Morgen is het twee jaar geleden dat Tom Simpson op de flanken van de Ventoux de dood vond. En toch. De laatste dagen gonsde het al in het peloton. Doping was het fluisterwoord. Merckx? Janssen? Fluister, fluister, psst. Dokter Dumas zegt: ‘Merckx was in elk geval schoon tot aan de elfde etappe.’ Zijn collega Maigre vertelt eerst dat Merckx cortsisone en potassium gebruikt en dat hij dat als arts niet erg vindt. Dat werd afgedrukt in een Franse krant. Later ontkent Maigre dat hij ook maar iets over Merckx heeft gezegd.
De betrapten zijn Nijdam (‘Ik heb niks gepakt’), Timmerman, Altig (‘Het is een schandaal. Ik heb niets genomen’), Matignon en Guyot (´Ik was ziek en heb er bij de apotheker iets opwekkends bijgekocht’).

Maigre had eerder verklaard: ‘Er gebruiken nog maar heel weinig renners amfetamine. Er worden wel andere producten genomen. Die men in de laboratoria niet kan vinden. Ik zeg: over drie jaar kan de controle op doping misschien wel vervallen. Dan zijn we in de wielersport helemaal verantwoord.’

Leon Geuyen