Ik ben van 22 juli 1986. De Tour de France was die dag in ruste. Als ik wielrenner was geworden dan hadden journalisten en verhalenschrijvers daar mooie verbanden kunnen leggen.

Maar wielrenner ben ik (vooralsnog) niet geworden. Ik ben dus genoodzaakt het verhaal zelf te schrijven.

Het overgrote deel van de tourhistorie heb ik niet bewust meegemaakt. De rustdag op 22 juli 1986 om begrijpelijke redenen dus ook niet. Ik ben aangewezen op de overleveringen. Van mijn ouders hoef ik over die dag niet veel te verwachten. Hadden andere dingen aan hun hoofd. Dat gold ook voor mijn broer en zus, die in onze ark in Aalsmeer voor het tv-testbeeld waren gezet.

Gelukkig bestaan er kranten, voor als het geheugen ophoudt. De voorpagina van Het Parool op 22 juli 1986 meldde dat bij Brummen een busje onder een trein kwam (vijf doden), en ondanks dat de beurs volledig was ingestort bestelde de gemeente Amsterdam het Haagse model tram. De Nederlander bleek uit onderzoek van de Europese Commissie ook nog eens de gelukkigste Europeaan. Zonder kranten zouden we het zijn vergeten.

Echt groot nieuws werd rechts op de voorpagina met een foto van twee wielrenners aangeduid: ‘Regisseur Hinault gunt LeMond bijrol in fantastische rit naar Alpe d’Huez’.

De rustdag op 22 juli was nodig geweest om bij te komen van een verwarrend theaterstuk, opgevoerd door Hinault en LeMond. De twee ploeggenoten kwamen hand in hand over de streep, Hinault net een centimeter voor zijn ex-leerling LeMond. Het was het verhaal van de meester en de leerling. De meester had een jaar eerder aangekondigd voor de Amerikaan te gaan rijden, als tegenprestatie van het niet-aanvalsverdrag dat hij LeMond had opgelegd.

Wielerverslaggever Harry ten Asbroek (die later bij Het Parool nog mijn ‘meester’ werd) schreef een treffende eerste zin: ‘Ongeacht de winnaar zal de 73ste Ronde van Frankrijk de geschiedenis ingaan als de “Hinault-Show”. Geen acteur of regisseur krijgt voor elkaar, wat deze fenomenale wielrenner in de laatste Tour van zijn imposante carrière  presteert.’

Zo was het maar net. LeMond won die Tour, maar Hinault bleef regisseur. Hinault, die de strijd tegen zijn ploeggenoot LeMond eigenlijk niet wilde neerleggen, zei achteraf dat hij alleen de druk op zijn ex-leerling wilde vergroten.

De ‘Hinault-show’ zette een andere imposante renner in de schaduw. Het was ook de laatste Tour de France van Joop Zoetemelk. Hij reed zijn zestiende Tour in de regenboogtrui, maar eindigde op de 24ste plaats. Cadel Evans kan bij Joop navragen hoe dat voelt. Joop loopt nog altijd rond in de Tour in een geel shirtje van een koffiemerk.

Joop verdient misschien wel meer, maar het moet voor hem ook niet te gek zijn. Daarom eer ik hem op gepaste wijze. Op mijn slaapkamer heb ik een uitvergrote foto van Joop Zoetemelk in zijn regenboogtrui, gemaakt door Cor Vos. Die foto is nog niet alles, nee Joop, zo gemakkelijk kom je er niet vanaf.

Een paar jaar terug reed ik met Joop zijn Joop Zoetemelk Classic mee. Een prachtige route door het Groene Hart, zijn voormalig trainingsgebied. Op een gegeven moment reed de Tourwinnaar lek. Van iemand in het groepje kreeg hij een nieuw binnenbandje aangereikt. Ik weet niet zeker meer of hij zelf het bandje verwisselde, daar wil ik vanaf zijn. Voor een groot renner als Zoetemelk doe je dat ook gewoon even. Het lekke bandje hoefde hij niet meer, want bandjesplakken, daar deed hij niet aan. Waarschijnlijk zag hij in mij een arme student die wel een bandje kon gebruiken, want hij gaf het zo aan mij. Joop wist niet half hoe blij hij mij maakte met zijn binnenbandje.

Het is onwaarschijnlijk dat Zoetemelk in 1986 met het binnenbandje rondreed dat ik nu in mijn bezit heb, maar het blijft een bandje van Zoetemelk. Lange tijd lag het ergens in een hoek tussen andere bandjes, met een papiertje over het ventiel geprikt waarop ‘bandje Joop Zoetemelk’ geschreven stond. Maar vandaag heb ik het een eervollere plek gegeven.

Pieter van der Meer