‘Ik weet dat ik zelf, mijn ploegmaats en veel andere jongens in het peloton niet de meest vreselijke renners zijn – we hebben gegeten, getraind en deze koers 100% voorbereid; we hadden de beste vorm die je menselijk gezien kunt bereiken. En toen kwamen we renners tegen die ons simpelweg in de zeik namen.’

Soms kom je uitspraken tegen die je al eens eerder hebt gehoord. Bovenstaande pikante quote van The Secret Pro  over buitenaardse prestaties in de Giro is er zo een. Tijd om het bandje terug te draaien.

We schrijven december 2012. De voltallige Raboploeg is op Fuerteventura neergestreken om de metamorfose tot Blanco officieel bekend te maken. Ook de doelen voor seizoen 2013 komen aan bod. En waar doelen gesteld worden, moet uiteraard ook worden teruggeblikt op resultaten uit het verleden. Dat doe ik namens Wieler Revue met Nico Verhoeven. Onder een aangenaam zonnetje vertelt hij uitgebreid over de ontwikkeling van zijn renners. Over de met zijn rug sukkelende Bobridge en de eindeloze capaciteiten van Vanmarcke bijvoorbeeld.

Het gesprek verandert van toon als de prestaties in het voorjaar aan bod komen. Ik hoef er niet eens naar te vragen, de woorden lijken hem gewoon te ontvallen. ,,We zijn een paar keer gigantisch naar huis gereden terwijl we dachten dat we goed waren. Dat was in Parijs-Nice en de Tirreno. En daar waren we niet de enige ploeg mee. Dat vond ik shocking.” Er valt een stilte. Zijn opvallende uitspraak verrast me compleet. ,,Uhm, het lag dus niet aan jullie voorbereiding?”, probeer ik mezelf te herpakken.
,,Onze ploeg had best een hoog niveau, maar we deden dus niet mee. Later zie je iets opvallends: onze beste periodes kenden we net ná topevenementen. Na de klassiekers wonnen we in Turkije en Romandië. En ook na de Tour, in de Eneco Tour. Toen waren we dus als ploeg ineens wel heel goed. En dan vraag jij vast, waar ligt dat aan?”
,,Precies. Want wat insinueer je hiermee?”
,,Ik insinueer helemaal niets, het is gewoon een constatering.”

Ammehoela, denk ik. Ik herken een insinuatie als ik er een hoor. Maar gek genoeg ontbreekt het me aan de scherpte om te vragen ‘denk je dat de toprenners de boel bedrogen?’. In plaats daarvan vervolg ik met het voorzichtige ‘verkeerd gepiekt misschien?’.
,,Tsja, wij hadden verkeerd gepiekt. Stom hè?!”, kaatst hij direct terug, met een grijs van hier tot Tokio.

Die grijns zal ik nooit vergeten. Het is een gezichtsuitdrukking die medelijden verraadt. Medelijden met zichzelf, met zijn renners, maar vooral met mij. De vragende journalist die nooit de antwoorden krijgt waar hij naar zoekt. Antwoorden als ´Nee sukkel, natuurlijk hebben we niet verkeerd gepiekt! We werden keihard gelost omdat de hele top-twintig aan de dope zat en wij niet!”  Maar de strakke blik in zijn ogen schreeuwt uit wat zijn mond stil moet houden. Ik moet het doen met behoedzame uitspraken en zorgvuldig gekozen woorden. Met de beste wil van de wereld kun je het nog geen beschuldiging noemen. Verhoeven weet als geen ander dat je bij de meest voorzichtige poging al een afspraak met je advocaat kunt inplannen. Vraag Greg Henderson maar.

Door zijn dubbelzinnige, bijna betuttelende reactie voel ik me op mijn plek gezet. ,,Sorry hoor”, ga ik licht geërgerd verder. ,,Maar wat is er in Parijs-Nice en de Tirreno volgens jou dan wél gebeurd?”
,,Dat weet ik niet. Ik weet alleen dat wij er niet meededen. Je kunt zeggen dat de motivatie in Parijs-Nice wat minder was omdat het klassement al op dag twee om zeep was. Voor die waaieretappe hadden we de renners niet. Maar ook bergop deden we niet mee. In de Tirreno hadden we het idee dat we goed waren en werden we ook weggereden.” En daar is het boek voor mijn gevoel dicht.

Frustrerend
Parijs-Nice 2012, Tirreno-Adriatico 2012, Giro d’Italia 2015. Drie topwedstrijden waarin renners zonder aanwijsbare reden tot wielertoeristen werden gedegradeerd. The Secret Pro noemt de prestaties van zijn ‘buitenaardse concurrenten’ zelfs ‘beledigend’. Natuurlijk ben ik na de uitspraken van Verhoeven op onderzoek uitgegaan. Zo spreek ik Steven Kruijswijk, die in de bewuste Tirreno top-tien wilde rijden maar teleurstellend 21ste werd, op 4:40 van winnaar Nibali. ,,Terwijl ik dezelfde waardes reed als een jaar eerder in Zwitserland, waar ik een rit won. Je denkt dus goed te gaan presteren maar komt niet aan de bak. Dat is frustrerend. Je kunt aan jezelf gaan twijfelen of aan de rest, maar zo ver als dat laatste wil ik niet gaan.” Ik begrijp zijn tact, maar hoop een uitleg te horen dat er naast topvorm ‘andere factoren’ zijn die over je uitslag beslissen. ,,Ik werk er hard voor en rijd schoon”, reageert hij. ,,Maar misschien zijn er renners die wegen bewandelen die niet altijd de juiste zijn. Ook ik hoorde in het voorjaar van 2012 de geruchten over Aicar. Dat is verboden maar kan niet opgespoord worden. Tja, dan kun je net zo hard blijven trainen…”

Plots krijg ik opnieuw een déjà vu. 1996! De Rabobank-ploegleiding stimuleerde dopinggebruik omdat renners in het voorjaar, jawel, ‘vernederd’ werden. Aan Kruijswijk de vraag of hij die gelijkenis ook ziet. Voelen slechte prestaties als een vernedering? ,,Dat gebeurt nu in mindere mate dan in het eerste jaar Rabo. Kijk wat ik als honderd procent schone renner al bereikt heb. Top-tien in een grote ronde, een rit in Zwitserland. (…) Tien jaar geleden was het zó extreem dat klimmers er bergop werden afgereden door sprinters. Dat is mij niet overkomen. En in mijn ogen zijn er ook geen renners die onvoorstelbaar hard bergop rijden.”

Ook van Laurens ten Dam krijg ik een nette reactie. Zijn tegenvallende 43ste plek in Parijs-Nice wijt hij aan ‘vrij goede, maar geen topvorm’ en het missen van de slag in de waaieretappe. ,,Uitzoeken of er andere oorzaken zijn, laat ik aan journalisten over.”

Het volledige interview met Nico Verhoeven, Steven Kruijswijk en Laurens ten Dam verscheen in de Wieler Revue Seizoengids 2013.

Sander Slager
Laatste berichten van Sander Slager (alles zien)