De Vuelta van 1977 moet voor de Spanjaarden zelf niet leuk geweest zijn.

Oké, ze eindigen met z’n zessen in de top tien: Miguel Maria Lasa werd tweede, Domingo Perurena vierde, José Luis Viejo vijfde. Verder waren er nog José Pesarrodona (acht), Pedro Torres (negen) en José-Antonio Gonzalez (tien) Dat is niet slecht, natuurlijk.

Maar ik kan me zo voorstellen dat die Ronde van Spanje één langgerekte frustratie moet geweest zijn. We moeten gewoon wat feiten op een rijtje zetten en u begrijpt het.

Freddy Maertens in 1977

Freddy Maertens in 1977

De Vuelta startte dat jaar op 26 april aan de Costa Blanca. Inderdaad, de datum klopt: de Vuelta werd toen nog in het voorjaar gereden. Die zaterdag was er een proloog van acht kilometer. Freddy Maertens – toen wereldkampioen – won. Freddy had dat voorjaar al behoorlijk wat gewonnen. ‘De vloek van de regenboogtrui’, dat kende de Belg niet. Hij was de beste in de Omloop Het Volk en had Parijs-Nice (én vijf ritten) gewonnen.

En nu dus de proloog van de Vuelta. Het stopte niet meer. Freddy won hoe en waar hij wilde: in La Magna, in Murcia, in Salou, in Seo de Urgel (maar niet in Benidorm, dat was voor Fedor den Hertog of in Barcelona, dat was voor Cees Priem).

Om kort te gaan: Freddy Maertens won dertien van de negentien ritten.
Tja, dan blijven er voor de Spanjaarden alleen maar kruimels over. Carlos Melero, Pedro Torres, Luis Alberto Ordiales (wie?) en José Nazabal wonnen een rit.

Freddy trok de eerste dag de leiderstrui aan en zou hem nooit meer afgeven in die Vuelta van 1977. Een makkie, dus. “Ach, het was een goede voorbereiding op de Giro”, zei Freddy achteraf. Dat ging toen zo. Direct na de Vuelta reed hij de Ronde van Italië.

En hoe… Hij won op 20 mei de proloog en was alweer vertrokken voor een resem zeges. Hij was de beste in de eerste, vierde, zesde A en B, zevende en achtste etappe.

Althans: Freddy was de beste in de achtste etappe A.

Hij won in Mugello voor die andere Belgische rassprinter Rik Van Linden. Die dag was er nog een etappe B, van Mugello naar Mugello, nauwelijks 79 kilometer lang. Het waren eigenlijk wat rondjes op het plaatselijke circuit. Het werd weer een massaspurt. Rik Van Linden en Freddy Maertens sprinten op kop.

En dan gebeurt het. Ze haken in mekaar met hun stuur en maken beiden een doodssmak. Marino Basso wint. Maar Freddy breekt zijn pols. Het komt nooit meer echt goed met Freddy. Hij raakt op de sukkel, komt terug, verdwijnt weer en wordt in 1981, in Praag, alsnog opnieuw wereldkampioen. Het was een laatste stuiptrekking.

Filip Osselaer
Laatste berichten van Filip Osselaer (alles zien)