Doornik kleurt oranje. De enige vorige keer dat de Tour er halt hield, in 1966, won het Nederlandse Televizier er de ploegentijdrit, en toen de renners diezelfde dag nog naar Duinkerken reden, zoefde Gerben Karstens als eerste over de streep.

Het is echter de etappe van daags voordien die ons het meest interesseert: een rit van 198 kilometer van Charleville naar Doornik. Het peloton slaagde er net niet in een groepje vol renners uit de Lage Landen te grijpen. De Nederlanders wonnen niet, maar wel bijna: Jan Janssen werd tweede achter de snelle Belg Guido Reybrouck.

De tweede etappe van de Tour 2012 lijkt op die van toen: ongeveer even lang, via de Ardennen naar Doornik, en een vlak slot. Voer voor sprinters? Op het eerste gezicht wel, maar dus niet noodzakelijk. Zie 1966.

Volgens Het is koers! word jij de Reybrouck met dienst, Tom Veelers. We weten wel dat jij op zulke aankomsten normaal met de Kittel-trein reist, maar de combinatie van twee factoren zorgt ervoor dat je die dag vrij spel krijgt: de Citadel van Namen na goed 80 kilometer en Johnny Hoogerland.

Johnny gaat voor de bollen op de Citadel, dat spreekt vanzelf. Enig probleem voor de Bull van Beveland: jij houdt hem in het begin van de etappe aan de praat, zodat hij de vroege ontsnapping mist. Gevolg: de Vacansoleil-mannen fietsen het gat dicht, zodat Hoogerland vanuit het peloton kan vertrekken, daar in Namen. We weten allemaal dat die tempoversnelling jouw Duitse kopman de aansluiting met het peloton zal kosten, en ook zijn kansen op de dagzege. Jij blijft ondertussen attent koersen en onderneemt niets.

Ook de volgende stap in het plan voltrekt zich vanzelf. De topfitte Cavendish heeft de Citadel wel overleefd, en jij kunt rustig toekijken hoe zijn Sky-ploeg het groepje van Hoogerland binnen schot houdt en Kittel op achterstand.

De meest cruciale fase komt er op een vijftiental kilometer van de streep, als de groep-Johnny nog een minuut voorsprong heeft op het peloton. De Sky-jongens houden even in om de kopgroep niet te vroeg op te rollen, en van dat moment van relatieve rust moet jij profiteren. Je gaat er als een speer vandoor en rijdt in één ruk naar de vluchters. Je blaast dan even uit in het wiel van Hoogerland, en als je voelt dat je voldoende gerecupereerd bent, schreeuw je: “Go, Johnny, go!”

Hoogerland het geel, en jij de rit, Tom. Samen leggen jullie dat peloton erop. En glipt er nog een derde mee, dan ben jij hoe dan ook de snelste.

PS Johnny, we weten dat je wat ontgoocheld zult zijn, ondanks dat geel en die bollen. Maar bekijk het positief: in 1966 werd Janssen ook tweede in Doornik, en wat gebeurde er twee jaar later? Juist! En sowieso ben je straks in etappe 5 aan het feest.

Tim Vuylsteke
Laatste berichten van Tim Vuylsteke (alles zien)