Eddy SchurerZo’n oortje als Chris Froome heeft.

“Ja, hoor! Froome zit weer te bellen…” Maarten Ducrot sprak de zin in de tweede week van de afgelopen Tour de France dagelijks uit. Zodra de gele truidrager, duidelijk zichtbaar voor de televisiecamera’s, contact zocht met de volgauto’s achter hem sloeg Ducrot aan. Een Pavlov-reactie leek het. Het was dat de NOS-commentator de Tour dit jaar voortijdig moest verlaten wegens privéomstandigheden. Anders had hij die zin nog veel vaker uitgesproken. Telkens op dezelfde toon. Een mengeling van verbazing en lichte afkeuring. Als een vader die zich verwondert over het feit dat zijn zoon iedere minuut zijn smartphone pakt om weer een volgend berichtje te versturen, wetende dat de rekening later voor hem zal zijn.

Team Sky had deze Tour uiteraard niets aan het toeval overgelaten. Valpartij? Hoort erbij. Zonder fiets rennend de Ventoux op? Kan de beste overkomen. Gebrek aan communicatie tussen kopman en ploegleider? Dat nooit! Thuis op de bank in het Groningse Marum zal een oud-renner de beelden knarsetandend hebben aanschouwd. Oortjes. Communicatie. Informatie. Had Eddy Schurer maar zo’n oortje gehad toen hij nog deel uitmaakte van het peloton. Helaas. De geboren Fries moest het in zijn tijd zonder stellen. Het kostte hem een overwinning die de belangrijkste uit zijn loopbaan had kunnen zijn. Had moeten zijn.

De Ronde van Nederland is in 1989 nog een vaste waarde op de internationale wielerkalender. Niet zoals de Eneco Tour die zich vaak merendeels op Belgisch grondgebied afspeelt, maar een kleine week fietsen door ‘oneindig laagland’, om Marsman te citeren. Een enkel kort uitstapje naar België of Duitsland daargelaten. Een zevengangenmenu, met een proloog als voorgerecht, een handjevol vlakke ritten als hoofdmoot, een tijdrit tussendoor en als smakelijk toetje een slotrit door de Limburgse heuvels. De ‘mini-Amstel Gold Race’ is de jaarlijkse scherprechter die het klassement in een definitieve plooi moet trekken.

Mannen als Sean Yates, Jelle Nijdam en Thierry Marie maken in die dagen de dienst uit in races tegen de klok. Ook in de Ronde van Nederland van 1989. Yates wint de proloog, Nijdam de eerste etappe. Dankzij de bonificatieseconden aan de finish neemt ‘Snelle Jelle’ ook de oranje leiderstrui over. In de tijdrit slaat een paar dagen later Thierry Marie toe. Aan hem de taak zijn opgebouwde voorsprong te verdedigen op de slotdag in Limburg.

De Fransman kan in de ronde rekenen op een wel heel luxe ‘knecht’. Niemand minder dan Laurent Fignon bereidt zich in Nederland voor op het WK in eigen land, ruim een week later. Wereldkampioen worden in Chambéry. Dat is het doel van ‘Le Professeur’. Het zou de kroon op zijn toch al geslaagde seizoen moeten worden. Nou ja, geslaagd… Fignon is een maand eerder zijn derde Tourzege ternauwernood misgelopen. Acht seconden te veel had hij nodig gehad voor drie weken Tour de France. Acht. Was hij met een aerodynamische fiets acht tellen sneller geweest in de afsluitende tijdrit in Parijs? Was het de steeds harder bonkende steenpuist op zijn achterste die hem te veel parten had gespeeld? Of had hij zijn wapperende paardenstaart beter onder een helm kunnen verstoppen? Wat maakt het achteraf uit?! De naam Greg Lemond staat als winnaar achter de 76ste editie van de Tour de France. Daar valt een maand later niets aan te veranderen. Het WK in Chambéry, daar wil Fignon wraak nemen. Op Lemond. Op de hele wielerwereld. De regenboogtrui zou bovendien een prachtige aanvulling zijn op zijn palmares van dat jaar, met onder meer Milaan-San Remo en de Giro d’Italia.

Ter voorbereiding eerst maar eens kilometers maken door Nederland. Als Fignon ‘en passant’ ploegmaat Thierry Marie aan winst kan helpen is dat mooi meegenomen. Kan hij eens wat terugdoen voor de trouwe luitenant die hem op vlakke wegen zo vaak uit de wind houdt. Of hem na een lekke band door kilometers lang beulswerk terugbrengt naar de voorste gelederen.

Niet ver achter Marie, Nijdam en Yates in het algemeen klassement staat Eddy Schurer. De Fries is knap vijfde geworden in de proloog en heeft in de tijdrit tussen Hilversum en Huizen ook niet veel hoeven toegeven. Een mooi uitgangspunt voor de slotrit. Die zal geen gemakkelijke opgave worden, weet Schurer. De Limburgse heuvels behoren niet bepaald tot het favoriete terrein van de boomlange Fries. Geef hem maar lange rechte wegen door het polderlandschap. Uren beuken tegen de wind, die in de noordelijke provincies altijd van voren lijkt te komen. Ongeacht in welke richting je fietst. Daar is Eddy op zijn best. Twee jaar eerder is hij beroepsrenner geworden bij het TVM van Cees Priem. Hij zal er bijna zijn hele carrière rijden. Pas in zijn laatste jaar als prof waagt Schurer de overstap naar Novémail-Histor. De Frans-Nederlandse ploeg van Peter Post kent in haar korte bestaan niet veel succes.

Dat is bij de Panasonic-ploeg, die Post in 1989 onder zijn hoede heeft, wel anders. Het klassiekerseizoen is uitstekend geweest met overwinningen in Parijs-Roubaix (Jean-Marie Wampers) en de Amstel Gold Race (Eric van Lancker). De Tour de France daarentegen een regelrechte deceptie. En het begon nog wel zo mooi. Erik Breukink had namens Panasonic de proloog in Luxemburg weten te winnen en het geel veroverd; tot en met 2016 nog altijd als laatste Nederlander. Slechts één dag zou de euforie duren. Breukink kon de hoge verwachtingen niet waarmaken en stapte af. Ook Jean-Paul van Poppel, door Post met veel bombarie weggehaald bij het SuperConfex van aartsrivaal Jan Raas, was geen schim van eerdere jaren. ‘Popeye’ verdween uit de Tour na het overschrijden van de tijdslimiet in een bergetappe. Zonder de sprintzeges die hij de twee voorgaande jaren wel had geboekt.

Panasonic heeft dus iets recht te zetten in de Ronde van Nederland. Die missie slaagt. Jean-Paul van Poppel (2x) en Eric Vanderaerden winnen samen drie etappes. Nu moet in de beslissende koninginnenrit Thierry Marie nog uit zijn oranje leiderstrui worden gereden. Vanderaerden is de aangewezen renner om dat te doen. Vandaar dat Teun van Vliet al vroeg in de etappe een aanval waagt. Als die mislukt is het aan ploeggenoot Theo de Rooij om het te proberen. In het belang van de ploeg, maar ook om zichzelf nog eens te bewijzen. Binnen de Panasonic-ploeg gaan steeds meer stemmen op dat ‘die dertigers’, onder wie Henk Lubberding, Guy Nulens en ook Theo de Rooij, nu maar eens plaats moeten maken voor de nieuwe generatie. ‘Mooi niet!’, denkt die laatste, terwijl hij op ongeveer 25 kilometer voor de finish in Gulpen eens flink aanzet. ‘Luxeknecht’ Fignon springt mee om de belangen van Thierry Marie te behartigen. Maarten Ducrot haakt aan. En Eddy Schurer.

Op de Gulpenerberg besluit Fignon zijn benen aan een laatste test voor Chambéry te onderwerpen. Hij hijst zich uit het zadel en plaatst een versnelling. Als hij een minuut later achterom kijkt ziet hij alleen nog het van inspanning verwrongen gezicht van Theo de Rooij. Ducrot en Schurer moeten passen. Niet veel later rijden de twee koplopers Gulpen binnen. Fignon vindt het wel best zo. Zijn test is geslaagd. De vorm is er. Laat het WK maar komen. De Fransman dringt niet aan en gunt De Rooij de dagzege. Nu maar hopen dat Marie niet te veel verliest. Fignon hoeft niet eens zo veel tijd goed te maken op zijn ploeggenoot om zelf te winnen, maar hij weet dat er op de Gulpenerberg een Nederlander vlak achter hem zat met een betere uitgangspositie in het klassement: Eddy Schurer. Die zou roet in het Franse eten kunnen gooien. De Fries stond ‘s ochtends bij de start een aantal seconden voor Fignon. Bovendien levert de derde plek in de etappe nog eens vijf tellen bonificatie op.

In de afdaling van de Gulpenerberg hebben Schurer en Ducrot wat tijd goedgemaakt op De Rooij en Fignon. Zo veel dat Schurer aan de finish nog maar één ding hoeft te doen om hoe dan ook voor Fignon in het klassement te eindigen: zijn wiel een fractie eerder over de streep drukken dan vluchtgenoot Ducrot en vijf seconden oprapen. Geen lastige opgave. Ducrot staat niet bekend om zijn sprinterskwaliteiten. Het is daarna weliswaar wachten op de exacte achterstand van Marie, maar Eddy Schurer kan zichzelf een fraaie uitgangspositie bezorgen.

De volgers aan de finish weten het. Fignon ook. De televisiekijkers thuis. Iedereen. Behalve Eddy Schurer. De ploegleiderswagen van Cees Priem zit vast achter het peloton op de Gulpenerberg en de oortjes hebben hun intrede in het peloton nog niet gedaan. Geen communicatie dus. Geen informatie. Niets. Eddy is aan zijn lot overgelaten. Hij zal toch wel zo eerzuchtig zijn om Ducrot de derde plaats in de etappe te willen ontnemen? Niet dus. Als de twee op de finish afkomen verkeert Eddy in de veronderstelling dat de beslissing in de ronde al gevallen is. Hij laat lopen. Zoals een omaatje met een zware boodschappentas in haar fietsmandje, dat stopt met trappen als ze vijftig meter van haar voordeur vandaan is. Zo bolt Eddy achter Maarten Ducrot over de finish. Weg bonificatie. Vijf seconden lagen klaar. Vier komt Eddy er nu te kort om Laurent Fignon in het klassement voor te blijven. Vier tellen. Dat is één keer diep in- en uitademen. Een flinke slok koffie nemen en doorslikken. Meer niet. Weg kansen om de Ronde van Nederland te winnen. Het had Eddy’s eerste grote zege als prof kunnen zijn. Moeten zijn. Als Thierry Marie even later de finishlijn passeert blijkt Fignon zijn ploeggenoot nipt voor te blijven in het klassement. Met het minimale verschil van één enkele seconde. Voor Eddy zit er dankzij de gemiste bonificatie niet meer in dan de derde plaats. In plaats van vier seconden achter Fignon had hij er één vóór de Fransman kunnen staan.

Eddy kan wel janken. ‘Ik heb er nooit bij stil gestaan dat die derde plaats nog van belang kon zijn’, stamelt hij na de finish een excuus. Had iemand het onderweg maar even in zijn oor gefluisterd… Het liefst zou Eddy meteen weer op de fiets stappen en de hele etappe opnieuw rijden. En dan wél sprintend over de finishstreep rijden. Hij wil revanche. Hij moet revanche. Hij zal revanche. Hij krijgt revanche. Een jaar later staat hij alsnog juichend op hetzelfde podium in Gulpen. Niet als winnaar van de Ronde van Nederland. Daarvoor staat hij dan te ver achter de klassementsleiders. Maar getergd als hij is laat hij zijn medevluchters in de koninginnenrit van de Ronde van Nederland van 1990 allemaal zijn achterwiel zien. Een jaar later herhaalt hij het kunststukje nog maar eens. Dan zelfs met een solo. Gewoon, om te bewijzen dat die ene keer geen toeval was. Dat hij wel degelijk kan winnen. Afgerekend met ‘het drama van Gulpen’. De koninginnenritten in de Ronde van Nederland zijn uiteindelijk de meest aansprekende overwinningen van Eddy Schurer. Naast ritzeges in de Ronde van Luxemburg en de Vierdaagse van Duinkerken. Voor wat de mooiste had moeten zijn was net iets meer nodig dan hard fietsen alleen. Een oortje bijvoorbeeld. Zo één als Chris Froome heeft.

Met een beetje fantasie zijn de troostende woorden van Maarten Ducrot te horen, net na de finish in Gulpen in 1989. In zijn stem klinkt een mengeling van verbazing en lichte afkeuring om zoveel verdriet vanwege een paar tikken van de klok. “Vier seconden. Da’s niet niets, Eddy! Ga maar eens vier tellen met je vingers tussen de deur zitten…”

Vincent de Lijser