Er wordt tegelijkertijd veel en weinig geschreven over wielrennen. Niet in het minst door de Vlaamse wielerpers. Interviews met Tom Boonen over de groentepapjes voor zijn twee kleine bandieten, haast op analytische wijze gepende verslagen waaruit niet anders kan opgemaakt worden dat wielrennen de meest mathematische vorm van wiskunde is en genoeg fait divers om heel hongerig Afrika mee te voeden, dat in ieder geval wel. Maar nu wil de canon van de Nederlandse literatuur vurig verlangen naar een Vlaamse wielerroman, een roman over wielrennen, een sport niet wars van verhaalwaarde, wat dan weer niet te verwarren valt met spektakel, het summum voor mensen zonder verbeelding. Tijd dus voor een wederopstanding van iets dat op een uitzondering na nooit bestaan heeft. Voor zo’n wielerroman (valt niet te verwarren met Tsjechische wielrenners) heb je papier, een pen en een simpele plot nodig. Vooruit dan maar.

Geen betere naam voor een hoofdpersonage van een Vlaamse wielerroman dan Ion Izaguirre Insausti. Zijn hobby’s beperken zich eilaas tot wielrennen, naar wielrennen kijken en over wielrennen praten terwijl zijn broer Gorka te druk bezig is met het voorkauwen van de hondenbrokken van de favoriete viervoeter van kopman Alejandro Valverde, die nog liever een kom met voorgekauwde hondenbrokken eet dan zich het snot voor de ogen te rijden voor teamgenoot en de grootste Colombiaanse Tourfavoriet sinds Santiago Botero, Nairo Quintana. Dat vormt geen probleem mocht het peloton de vroege vlucht controleren zoals de Franse douane de wagens van Festina in 1998 en deze op tien kilometer van de aankomst inrekenen zoals de Franse douane Willy Voet in 1998. Dat was nogal eens een jaar, 1998. Davide Rebellin won geen rit in de Giro, Cuauhtémoc Blanco scoorde tegen de Rode Duivels op het WK voetbal en Enrico Zaina fietste nog evenals Marco Pantani, die in datzelfde jaar zowel de Giro als de Tour won. Iets wat voor 2050 niet gebeurt, ten vroegste wanneer de kleindochter van Eddy Merckx huwt met de kleinzoon van de betreurde Wladimiro Panizza en een zoon krijgen en deze Roger noemen. Als eerbetoon aan Roger Swerts welteverstaan, een van de meesterknechten van Eddy Merckx die zelf wel Gent-Wevelgem won en etappes in de Giro en de Vuelta, maar nooit in de Tour. Dat was een groot verdriet. Doch heeft hij geen zelfhulpgroep in het leven geroepen voor wielrenners die nooit een rit wonnen in de Tour om dit taboe bespreekbaar te maken, wat doet vermoeden dat hij bang was op zo’n bijeenkomst alleen Wim Van Huffel te treffen.

Penibeler wordt het wanneer er waaiers worden gevormd, de Zeeuwse vertaling van anarchie. Duitse nationale kampioenen, Nederlandse halfgoden in de pauperwijken van Amersfoort of teamgenoten van Thomas Voeckler: de wind kent geen onderscheid. Wattagemeters zijn weerloos. Er wordt gereden alsof het een koers bij de junioren betreft, het best te vergelijken met de meest doodgemoedereerde bergrit in de Giro of de World Ports Classic. Kleine Spanjaarden en Colombianen roepen om hun moeder. Om te weten hoe je paniek spelt, hoef je alleen maar in de ogen te kijken van eender welke renner met klassementsambities.

Zelfs in die van Alejandro Valverde, die al meer watertjes heeft doorzwommen dan de rest van het peloton tezamen. Een peloton dat vlak voor hem scheurt. Wanneer hij hoort dat ook Quintana zich niet in de eerste groep bevindt, betrapt hij zichzelf erop een glimlach te onderdrukken. Hij zou nu ongetwijfeld komen smeken het gat op de eerste waaier zo klein mogelijk te houden. De jonge wereldveroveraar die moet rekenen op de diensten van de oude meester die even vastgeroest is aan zijn troon als de gemiddelde bobo bij een voetbalbond. Maar na 5 kilometer was er nog altijd geen smeekbede van Quintana. Valverde moest denken aan Bernard Hinault, die Greg LeMond bij zijn eerste Tourzege flink liet zweten of aan Gilberto Simoni die openlijk in de clinch lag met Damiano Cunego. Hemelbestormers die lak hebben aan nooit eerder in twijfel getrokken hiërarchieën hoeven hun koninkrijk niet in geschenkverpakking te ontvangen. Al meer dan 10 kilometer zaten ze halfslachtig te jagen op de eerste groep. De achtervolging kende meer horten dan stoten en nog altijd geen wanhopige om hulp smekende Quintana, zelfs niet om enige vorm van raad. Wil Quintana bewijzen dat hij zijn ervaring niet nodig heeft om de Tour te winnen? Is zijn tijd van gaan nu al gekomen? Plots voelt hij zich oud en irrelevant, zijn nut blijkt zich te beperken tot zijn naam en reputatie. In de buik van de achtervolgende groep twijfelt een Spanjaard van Movistar eraan om naar de kop van de groep te schieten.

En dat is dan nog maar één hoofdstuk van de 21. Ik zet de televisie op tijd aan om net te laat te zijn te zien hoe in de Tour Peter Sagan door André Greipel wordt geklopt. Niets gemist. Een doodgewone massasprint.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)