Het vormt de rode draad in talloze verhalen. Misschien zelfs de basis van ons bestaan.
De strijd tussen God en de duivel, Batman en Joker, Lance Armstrong en Filippo Simeoni.
De strijd tussen goed en kwaad.

Deze dagen is het kwaad lichtblauw gekleurd.
Vanuit ons perspectief welteverstaan.
Het perspectief van de wielerfan die het nieuwe wielrennen heeft omarmd. Die klaar is met de schimmigheid, de dubieuze affaires en een ploegleider die in een belast verleden als onkruid tierde in een zwaar vervuilde grond. De schimmigheid die zelfs onze Lars heeft aangetast. Gelokt door het geld waarover het kwaad beschikt.

Of houdt het onbestemde gevoel dat deze ploeg bij velen oproept verband met de neiging een allesomvattende wil om te winnen, te snel te verwarren met vals spel. Een wil waar wij in onze sportcultuur minder bekend mee zijn en waarbij uitzonderingen als on-Nederlands worden weggezet.

Het goede gaat gehuld in rood deze dagen. De marge is billen-samen-knijpend klein. Het kwade zal er alles aan doen het tij te keren. Trucs uithalen wellicht die botsen met onze waarden en normen, met ons beeld van sportiviteit.

dumoulinGisteren echter na afloop van de heuvelachtige etappe van Roa naar Riaza, waarin het begrip wieltjeszuiger een nieuwe dimensie kreeg, verscheen onze nieuwe held in beeld. Hij lachte vriendelijk, stond de pers keurig te woord, maar in zijn ogen brandde een vuur. Een heilig vuur dat duidelijk maakte dat hier een man zat die alles uit de kast zou trekken om hier te winnen. Een man die dondersgoed begreep wat er van hem gevraagd zou worden om die bijna onmogelijk geachte overwinning over de streep te trekken. Een man die zich niet naïef als een piepkuiken zou laten vermorzelen door de harde wetten van zijn sport. Een man die bereid was daarbij de grens van wat wij sportief en nobel achten op te rekken. Die zich, wanneer de situatie daarom zou vragen, zou gaan bedienen van trucs die vanuit een ander perspectief als onsportief en laf zullen worden bestempeld.

Om ook maar aan te geven dat de strijd tussen goed en kwaad, tussen sportief en onsportief toch vooral gekleurd wordt door het perspectief van waaruit er naar gekeken wordt.

Hij had zijn spierballen even laten zien aan het einde van de rit, zo lachte hij bescheiden.
Even laten zien wie hier de baas was. Een haantje met een bijna on-Nederlandse overtuiging.

Het went razendsnel.

Joost-Jan Kool