HuisIk zal het nooit tijdens de voorjaarsklassiekers durven beweren. En ook niet als het parcoursbrein van de niet toevallig naar dit land vernoemde ronde beter z’n best had gedaan. Maar wat is België toch een lelijk land zeg. Hebben ze bewust ieder huis – plastic rolluiken consequent gesloten – langs een doorgaande weg gezet omdat iedere inwoner het grondwettelijk recht heeft koers te kijken vanuit zijn kot?

Zo nee, dood aan de lintbebouwing (en leve de koers).

Hebben ze in de Giro hun best gedaan om tot aan het slotweekend zoveel mogelijk kijkers weg te jagen, in België doen ze het stiekem nog beter. Het lot van een land met een minderwaardigheidscomplex. De liefhebber hoeft alleen in te schakelen voor de slotetappe in de dan weer niet zo lelijke Ardennen. Voor de rest: paar uurtjes turen naar chronisch planologische onkunde, kopgroepje ingelopen zien worden (met altijd een obscure naam, dat dan weer wel) om een Duitse sportschoolgorilla de sprint te zien winnen. Bokito in z’n Lotto-shirt. En aan beschaving is er aan de andere kant van de hekken al niet veel meer te bekennen.

Je kunt erover blijven sikkeneuren tot de zomer weer klaar is. Het is ook een beetje als tijdens de vakantie verrast zijn dat er zoveel bergen zijn in de Pyreneeën. En laat ons niet voorbij gaan aan het feit dat dit land, nou ja land, Thomas de Gendt heeft voorgebracht, om maar eens wat te noemen.

Nee, ik heb ervoor gekozen mijn nieuwe modus in te schakelen. Vorige week nog een behoorlijk succes tijdens de Tour of California, al zeg ik het zelf. Je zou mijn leven in tweeën kunnen delen: dat van vóór het schrijven over mijn nachtelijke avonturen, en dat van erna. Wielervolgers, welk een reacties! Halve volksstammen blijken die door ons zo bejubelde sport niet te volgen vanwege het sportieve, welnee, ze kijken zoals wegkwijnende bejaarden dat doen naar een plant, in verzorgingstehuis De Laatste Luier.  Ik bleek dus niet de enige, er gloort wellicht nog hoop. Esoterie als wegwijzer in het leven, zinsbegoocheling ja, een tripje zonder marihuana.

wegwijzersKreeg je bij de heli-shots van Californië nog zin in de Beach Boys, België brengt je in een iets andere stemming.

Will Tura met een vleugje Orb of Torture, zoiets. Vergeet de weekendjes Gent, begijnhofjes, Grote Markten. Ik heb het andere gezicht recent nader verkend, tijdens een researchreis waar ik graag wat geheimzinnig over doe (anders vraagt niemand ernaar). Maar ik had net zo goed De Ronde van België kunnen kijken. Het rondje dat wordt geserveerd als een iets te koud opgediend voorafje voor de Giro.

Muren. Waarom staan er zoveel muren in dit staatsrechtelijk ondefinieerbare gebied? En zien huizen eruit alsof ze doormidden gehakt zijn? Buitenmuren met tegels naast ongemaaid gras in niemandsland. Nooit een leuk straatje aan de achterkant, ik vermoed dat er open riolen liggen. Ik dacht dat Nederlanders kampioen fantasieloze-winkelstraat-steenmotiefjes waren, niet dus. Geen kassei gezien in een kleine week tijd, wel kromgetrokken, hobbelende bermen.

Dank je economische crisis, dat er niet langer beelden rondwaren van de Ronde van het Groene Hart. Sommige dingen moet je de buitenwereld besparen. Natuurlijk, je hebt altijd van die feestelijke types die beweren dat je de focus niet moet leggen op het lelijke, op wéér een suburbanistisch kankergezwel. Dat je juist die paar plukjes groen moet koesteren. Ze zullen vast een leuker leven leiden dan ik, die met angstzweet rond de bilstreek tussen die paar knotwilgjes doortrapt, wetende dat Nieuwegein-Zuid of Woerden-West binnenkort op de loer liggen om mijn cadans te verstoren.

Lelijkheid is overal, valt niet in gradaties op te delen. Maar aan beelden van België valt niet te ontkomen, laten we voor het gemak Vlaanderen zeggen. Het lelijkste deel dus voor de duidelijkheid, die aanstaande confederatie, gebaseerd op een romantisch misverstand. Ik zag donker besteende puien uitsteken waar het juist niet moest, half afgewerkte gevels, rare driehoeken in kozijnen, half gotische namaakbouw van kunststof. En dan vind ik die vooroorlogse electriteitsdraden kriskras-overal nog niet eens zo lelijk.

Landen vergelijken om lelijkheid te benadrukken is net zo onzinnig als pikkies meten met je nieuwe leasebak.

Het één maakt het ander niet mooier, of groter. Ik zou een boom kunnen opzetten over lelijkheid van bebouwing en de daarmee samenhangende -echt!- vriendelijkheid van de daar wonende locals. Er is een coëfficiënt, het één is de goedmaker van het ander, jammer dat je daar nooit iets over hoort. En trek nu niet massaal de buitenwijken met hun brandende autowrakken binnen, of oranje vlaggetjes. Kijk liever gewoon koers. De dappere geduldige die deze Giro wél te pruimen vond heeft ook de lelijkheid van Italië weer eens kunnen aanschouwen. Zinloze viaducten, het ongeregelde dat het land ook z’n charme geeft.

Nee, België dan.

Wie net Luik-Bastenaken-Luik in de wielen heeft, of anders de tv-beelden nog op het netvlies heeft staan: vergeet het glooiend dennenbos, de schattige stroompjes. Kijk naar de monsterlijke snelweg erboven, of naar het asfalt aan de onderkant. Zie de Ronde van België maar als wetenschappelijk bewijs; het is niet alleen de treurnis van Wallonië.

Daar kun je tenminste nog aan zien dat het ooit wat geweest is. Wie de schoonheid van industrieel verval niet begrijpt zal vast ook niet van koers houden, waar vergane glorie altijd dichtbij is. Ik wil al jaren eens naar de GP Industria. Bestaat echt, vergeef me wéér een Italiaans uitstapje. Zelfs recente namen op de erelijst zijn er lelijk: Gobbi, Murro, Nuritdinov. De Grote Prijs Bedrijventerreinen zou in Vlaanderen ook kunnen. Ze zouden ‘m Ronde van België noemen denk ik.

Nergens ter wereld zul je zoveel slecht wegdek tegenkomen. Zelfs in Burundi of in Moldavië lachen ze erom. Vermorzeld asfalt, uitgestrooid over een landschap dat er ook al bij ligt met zo’n idee van: weet ik veel.

Onderga die gaten en bobbelende remsporen -nooit een meter egaal- in al hun gruizigheid eens met 8 bar in je bandjes. Kedeng kedeng gaat niet over liefde op het spoor, maar over de Ronde van België. Kilometers lange betonplaatwegen, langs smakeloze bouwpakketten die op villa’s moeten lijken. Een Nederlands welstandscommissielid zou er een toeval bij krijgen, elk perceel opnieuw, zich niet realiserende dat ‘ie voor lelijkheid de grens niet over hoeft.

Tijdens een leuke koers zorgen renners nog voor afleiding, of José de Cauwers co-commentaar, maar tijdens deze Ronde van België moest het land met de billen bloot, zelfs nu er even geen regeringscrisis is.

Ze zeggen dat elke Vlaming geboren wordt met een baksteen in z’n maag. Maar ze zeggen nooit hoe die eruit gekotst wordt, na twaalf Stella Artois.

Mark de Bruijn