Pau is een traditionele Tourstad. Al 61 keer lag er de finish van een etappe in de Ronde van Frankrijk en daarmee is het na Parijs en Bordeaux de derde meest bezochte stad in de Tourgeschiedenis. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de erelijst van Pau uitpuilt van de kampioenen. Coppi, Pauwels, Bahamontes, Hinault, Delgado, Chiappucci. Allemaal wonnen ze in de grootste stad in de Pyreneeën.

De etappewinnaar in Pau in 1934 zou nooit kampioen worden. Hoewel René Vietto naast die etappe in Pau nog een aantal etappes won, zou hij de geschiedenisboeken vooral ingaan als de beste renner die nooit de Ronde van Frankrijk won. Zijn belangrijkste daad in de Tour vind je dan ook niet op lijstjes. In 1934 was René Vietto de beste knecht aller tijden.

Vietto begon die Tour als relatief onbekende renner in de ploeg van Antoin Magne, de winnaar van 1931. Op het vlakke en in de tijdrit was Vietto nog niet bepaald opgevallen, maar toen de koers de Alpen in ging, kwam de jonge Fransman los. Met zijn indrukwekkende versnellingen bergop maakte hij snel naam. Hij won drie bergetappes en de bolletjestrui zat strak om zijn schouders.

Hoewel Vietto al minuten achter Magne stond in het klassement, leek hij met de Pyreneeën in zicht toch goede kans te maken om zelf ook een gooi te doen naar de eindzege. Die hoop ging echter al snel in rook op. In de etappe naar Luchon maakte hij deel uit van de voorste groep, toen kopman Magne zijn wiel brak. Zonder twijfel gaf Vietto zijn fiets af. De kopman redde zijn klassement, maar de knecht verloor minuten.

Toch had René Vietto nog goede moed om hoog te eindigen en de volgende dag ging hij er op de eerste Pyreneeëncol alweer vandoor. Hij leek op weg naar de ritzege en het eindpodium toen hij van een official te horen kreeg dat Magne achter hem in de afdaling opnieuw zijn wiel had gebroken. Plichtsgetrouw keerde de arme Vietto om en fietste hij kilometers terug omhoog om zijn wiel af te staan aan zijn kopman.

Zijn eigen ambities kon Vietto vergeten. Gedesillusioneerd, uitgeput en verslagen zette de knecht zich neer op een muurtje. Minutenlang wachtte hij daar in tranen op een nieuwe fiets. Het eindpodium, laat staan de winst, was definitief verloren. Een fotograaf die toevallig in de buurt stond, maakte er een foto van die de hele wielerwereld rondging.

Als kleine troost mocht Vietto de dag erna nog winnen in Pau, maar de Tour winnen zat er niet meer in. Ook de jaren die volgden maakte Vietto indruk, maar lukte het niet om de Tour te winnen. In 1939 werd hij tweede in het eindklassement en leek hij klaar om in de volgende jaren alsnog de Tourwinst te behalen, die hij zo verdiende.

De Tweede Wereldoorlog maakte een bruusk einde aan die droom. In 1947 probeerde Vietto het nog één keer. Hij droeg zelfs nog een paar dagen de gele trui, maar het lichaam was te oud en in de tijdrit moest hij het hoofd definitief buigen. René Vietto zou nooit kampioen worden. Voor altijd bleef hij vooral de beste knecht aller tijden.

Maarten Meijsen