Op 27 juli 1950 zet het peloton koers richting Nîmes. Net als vandaag is de voorspelling dat de temperatuur in de middaguren zal stijgen richting de 40 graden. Abdel-Kader Zaaf en Marcel Molinès wrijven ’s ochtends bij het ontbijt in hun handen. Dit gaat dan eindelijk hun dag worden.

Zaaf en Molinès maken dat jaar deel uit van het eerste Afrikaanse team dat van start gaat in de Tour de France. Ze zijn een beetje het lachertje in het peloton. Hoewel Algerije officieel nog deel uitmaakt van Frankrijk, horen de Noord-Afrikanen er niet echt bij. Maar in de alles verschroeiende hitte van Zuid-Frankrijk voelen ze zich thuis.

Vlak na de start gaan de twee Algerijnen er samen vandoor. Het peloton vindt het allemaal wel prima, dat is die dag niet van plan zich overmatig in te spannen. Al snel fietsen Zaaf en Molinès een dikke dertig minuten voorsprong bij elkaar. Toch wordt ook voor hen de hitte langzaam maar zeker schier ondraaglijk. Waar het peloton rustig aan doet en constant bij de ploegleiders water haalt, hebben de twee koplopers in al hun bewijsdrang nauwelijks de tijd genomen te drinken.

Dan verschijnt er langs de weg als een fata morgana een toeschouwer met een paar bidons. Zaaf pakt er met zijn laatste krachten twee aan en giet ze achterover. Niet veel later wordt het hem ineens zwart voor ogen. In de bidons zat wijn en als moslim is Abdel-Kader Zaaf niet gewend alcohol te drinken. Hij moet van de fiets en in de schaduw van een boom sluit hij heel eventjes zijn ogen.

Niet veel later wordt hij wakker van een hevige consternatie. In een cirkel om hem heen staan Franse boeren te roepen dat het peloton eraan lijkt te komen. “Opschieten! Op de fiets!” hoort Zaaf. Hij weet nauwelijks waar hij is, maar instinctief springt hij op zijn fiets en rijdt er zigzaggend vandoor. De Franse boeren blijven roepen, maar hij hoort ze al niet meer.

Vijf kilometer verderop lijkt er in de trillende lucht opnieuw een fata morgana op te doemen. Abdel-Kader Zaaf wrijft in zijn ogen, knijpt een paar keer flink, maar wat hij ziet is geen luchtspiegeling. Het peloton komt in hoge snelheid op hem afgedonderd. Hij is de verkeerde kant op gefietst. Een oplettende Tourofficial trekt de nog steeds hevig slingerende Zaaf net op tijd van zijn fiets.

Even verderop rijdt Marcel Molinès Nîmes binnen in een niet veel betere staat dan zijn ploeggenoot. Van de dertig minuten voorsprong zijn er op de finish nog een kleine vier over. Zo wordt Marcel Molinès in Nîmes de eerste Afrikaanse etappewinnaar in de Ronde van Frankrijk. En Abdel-Kader Zaaf? Zijn Tour is over, maar zijn legende is geboren. In de natourcriteriums was hij een graag geziene gast en hij zou zelfs nog verschijnen in reclamespotjes van de versterkte wijn van Saint-Raphaël.

Maarten Meijsen