Een kort bericht vandaag: Sven Kramer had een boete gekregen omdat hij tijdens een criterium tegen een boom aan had gepist. Dat het echt onder het criterium gebeurde lijkt mij sterk. Tenzij er in het noorden van het land een ronde vergoeding wordt gegeven voor het maken van een sanitaire stop.

Pissen en wielrennen.

Een combinatie die tot lastige taferelen kan leiden. Denk alleen maar aan de peer van Polleke, of een renner met een lege blaas die er bij de controle urenlang over doet om iets te produceren.

En dan is er natuurlijk ook nog het pissen voor de race.
Een karakteristiek beeld: de renner die vlak voor de start nog eenmaal zijn blaas leegt. Een handeling vergelijkbaar met het checken van de bandenspanning vlak voor het depart.
Onderdeel van een aantal vaste rituelen die zo vlak voordat het echt gaat beginnen, moet zorgen voor een stukje zekerheid om de ergste stress te bezweren.

Persoonlijk vind ik pissen een beetje achter op het parcours in de bosjes het fijnst. Een eerste aanzet voor het afbakenen van een territorium. En daarbij heeft het ook wel iets gezelligs: met gelijkgestemden, een beetje onhandig voorovergebogen, half zittend op de bovenbuis van de fiets, je piemel boven de koersbroek uitwippen voor een laatste plas.
Vaak alleen maar voor de zekerheid.
Om er echt helemaal klaar voor te zijn.
Momenten overigens waarop je jezelf gelukkig prijst met een zwarte broek.

Pissen langs het parcours. Eigenlijk mag het dus niet, zo bleek maar weer vandaag.
Maar wat is het alternatief? Een snelle spurt richting het café of dorpshuis waar even daarvoor het nummer is opgehaald en waar de stress van een volledig peloton in de pot is achtergebleven?
Of toch maar even op die Dixie vlak langs het parcours?

Dat laatste heb ik een keer gedaan, net voor de start van de Ronde van Nieuwegein. Het was warm geweest die dag en het ding was goed gebruikt. Het duurde vier ronden voordat ik weer op adem kwam.

Nee, van alle varianten om te plassen voor de koers, is het plantsoen het meest aantrekkelijk. Wel uitkijken overigens voor hondenpoep. Uit ervaring kan ik vertellen dat het iets doet met de moraal: poep in je schoenplaat.

Maar goed, terug naar Sven Kramer: hij koos dus voor de meest prettige manier om zijn blaas te legen en een boete was zijn deel.
Regels zijn immers regels.
Ook al ben je 1000 keer Sven Kramer met een erelijst om U tegen te zeggen.

Dat laatste doet mij denken aan een uitvoering van de Arno Wallaard memorial een paar jaar terug. Ik stond met een rode vlag in mijn hand een lastig kruispunt te bewaken toen er een politieagent aan kwam gereden. Hij vertelde dat het peloton er over een kwartier zou zijn en vroeg of ik wist of hij hier ergens kon plassen.
‘Bomen zat,’ en ik wees naar een rij knotwilgen langs de sloot.
‘Nee joh, dat kan ik niet maken. Zou er iemand thuis zijn daar?’ Hij knikte richting een huis, een kleine 100 meter verderop.
Ik keek hem aan, haalde mijn schouders op en zag de wanhoop in zijn ogen. Even later kwam hij terug; er was niemand thuis. Hij begon inmiddels al een beetje heen en weer te hupsen, net als mijn zoon wanneer hij nodig moet.
‘Ik kijk wel even de andere kant op’ besloot ik hem te helpen.
Even later stond hij achter een knotwilg. Een ferme straal opluchting kletterde in de sloot.
Om maar aan te geven dat een plas soms gewoon hard nodig is.
Ook voor agenten en Sven Kramer.

Joost-Jan Kool