Afgelopen week zat er een bericht in de mailbox over de lancering van een bescheiden kledinglijn. De bijgesloten afbeeldingen toonden enkele fraaie, ingetogen ontwerpen met daarop een label dat een beroep doet op de legende. Dat doen de meeste labels: iedereen wil een klassieker zijn.
Çois Cools? De naam deed een bel rinkelen. Luid genoeg om de nieuwsgierigheid te wekken.

Om een fameus ploegleider in enkele woorden te vatten belt men het best eens met een fameus sportverslaggever, liefst op een doordeweekse avond waarop geen belangrijke voetbalmatch gespeeld wordt (en ook geen onbelangrijke), en voilà, de typering is daar, in meer dan een enkele zin. Robèrt Janssens (1939) schreef voor de Antwerpse Volksgazet en Het Laatste Nieuws en weet op verzoek moeiteloos het juiste luikje met de opgeslagen herinneringen te ontgrendelen.
‘Frans Cools? U bedoelt Çois Cools van Poeders Mann?’
Die bedoel ik, ja.
Het gesprek is al geen gesprek meer. Gelijk vanuit de start knispert een fraai hoorcollege door de speaker van mijn smartphone. ‘Ik zal u zelfs meer zeggen, hè. Luister: op een gegeven moment rijdt Herman Vanspringel in de gele trui. Dat deed hij tot de laatste dag. Maar de eerste keer dat hij die trui veroverde heeft zijn ploegleider nog geprobeerd om hem aan de start te krijgen in een gele sponsortrui in plaats van in de officiële gele leiderstrui die geleverd werd door de Tourorganisatie. Vanspringel verscheen zo in die trui van Dr. Mann aan de start, maar dat werd door de officials natuurlijk niet toegelaten. Dat was Frans Cools die dat bedacht, een heel sluwe man. Die wist ook wel dat dat niet zou worden toegestaan. Maar men sprak erover, het werd wel weer een stunt hè. Bon, hij probeerde het.’
François Cools (1918-1999) is een klassiek portret uit de Vlaamse wielergalerij, in koers van wieg tot graf. Zuinig maar correct, zo leidde hij volgens Janssens zijn ploeg. Over hem gaat het verhaal dat hij zijn renners aan tafel in een hotel eens vroeg of ze thuis soms ook champagne bij het eten dronken. ‘Neen? Dan hier ook niet.’

François Cools en een jonge Eddy Merckx tijdens de Nacht der Naastenliefde, waar ze voor de grap van plek wisselden. (archief fam. Cools)

Familiegeschiedenis op een nieuw label
Kleinzoon Tom Cools wilde wat doen met zijn familiegeschiedenis, en gaf die onlangs vorm in een reeks truien onder de merknaam Çois Cycling Legacy. ´Een beetje als eerbetoon aan mijn grootvader´, vertelt Tom Cools. De zoons en kleinzoon zijn altijd dicht bij de wielersport gebleven, maar reikten nooit zo dicht als François deed. Dat is dan ook een vrijwel onmogelijke opgave: Çois Cools  begaf zich vaak precies op de plekken waar de Belgische wielergeschiedenis werd geschreven. Hij maakte op zijn achttiende al deel uit van de ploeg sporters die meereisden naar de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn, streed op de baan diverse malen tegen Jef ´Poeske´ Scherens, won de Belgische titel op het Omnium, was gangmaker op de derny voor Eddy Merckx en bood als ploegleider van Mann-Grundig aan de rand van de wielerbaan van Sallanches zijn schouder aan Herman Vanspringel na diens nipte nederlaag in de afsluitende tijdrit van de Tour van 1968. De twee wonnen wel meermaals Bordeaux-Parijs, waarbij Vanspringel 560 km lang in de slipstream van Cools’ derny zwoegde.
Van 1962 tot 1970 was Cools het sportieve brein achter de succesvolle gele brigade van Dr. Mann, een vriendenploeg gesponsord door een bedrijfje dat handelde in oppeppende pillen en poeders van de markante eigenaresse en koerspatrones Paula Gemoets uit Antwerpen. Twee keer won Poeders Mann de wereldbeker (1966 en 1968). Peter Post pakte de Ronde van België, Jos Huysmans de Waalse Pijl, Herman Vanspringel de Ronde van Lombardije, Gent-Wevelgem en de Landenprijs. ‘Het was een kleine ploeg met veel goede renners’, zegt Herman Vanspringel daar nu over. ‘Frans Cools was de sportbestuurder en die wist toch met een klein budget een heel goede ploeg bijeen te brengen, dat was een beetje zijn kunst.’

Cools met Vanspringel na de verloren tijdrit op de slotdag van de Tour van 196

In zijn boek ‘Herman Vanspringel 68’ (2011) beschrijft auteur Mark Uytterhoeven hoe tijdens een autorit vanuit Vlaanderen naar Parijs onderweg niet gestopt wordt omdat er zelfgesmeerde boterhammen mee zijn. In de ploegauto zitten Cools, Gemoets, Vanspringel en zijn aanstaande vrouw Elza. Ze komen voor de uitreiking van de Superprestige Pernod, een klassement waar een fikse geldprijs aan verbonden is. Vanspringel wint het klassement door zijn zeges in de Omloop en de Ronde van Lombardije plus nog een aantal ereplaatsen waaronder op het WK. Direct na de uitreiking rijdt het viertal terug naar huis. Opnieuw zonder stoppen.

Çois Cycling Legacy
De naam van de succesvolle renner en ploegleider staat nu voor een kledinglijn met ontwerpen die subtiel verwijzen naar de wielercultuur. De eerste collectie van Çois Cycling Legacy bestaat uit een aantal sweaters en een tshirt (gemaakt van grotendeels biologisch katoen) en uiteraard ontbreekt ook een wielerpetje niet. Fraaie ontwerpen van een label dat terecht verwijst naar de legende. Het is nu al uitkijken naar een gele trui met een kleine verwijzing naar de beeltenis van Dr. Mann en de veelbesproken Tour van 1968.

De kleding van Çois Cycling Legacy is te verkrijgen via  www.coiscycling.com

 

 

 

 

Martijn Sargentini