Er ligt best wat asfalt in Bamako (Mali), maar te weinig voor twee miljoen heren en dames die daar overheen willen. Je moet hier niet verlegen zijn in het verkeer. Altijd in de berm springen voor vrachtwagens, nooit voor auto’s en brommers. Tenzij je genoeg hebt aan de televisie en je huispersoneel.

mali1Op de Route de Koulikoro draai ik mee met de brommertjes. Op de cyclocross kan ik net mee in hun ritme. Niet teveel laten afleiden door de exotische taferelen onderweg. Toeterende slingerende minibusjes met schreeuwende ronselaars, markt op de spoorlijn naar Senegal, het monument voor het Palestijnse kind, voetbalvelden op de middenberm, chaos, herrie, stof.

Het werkt het beste om zo snel mogelijk op te trekken naar 40 p/u en te racen naar het volgende stoplicht. Plekje bevechten en je lijn houden. Als een peloton dat de sprint voorbereidt. Alleen delen de volgwagens hier geen bidonnetjes uit. Eerder bumperkusjes. Daarom pas op het laatste moment remmen voor elk stoplicht en als het kan nog net er tussendoor schieten. Zo’n demarrage geeft even rust. Tot het geweld in de achtergrond onherroepelijk weer aanzwelt.

Onder onze wielen brokkelt het wegdek. Het is ruw met diepe voren. Oppassen voor gaten, geen bidons kwijt raken op de snelheidsdrempels. In het centrum draai ik rechtsaf op de Avenue de la Liberté. Plotseling is het asfalt om je vingers bij af te likken. Recht uit het centrum slingert deze straat de berg op naar het huis van de president. Die houdt kennelijk niet van hobbelen.

Tim Krabbe schreef in zijn legendarische wielerboek ‘De Renner’ over niet-fietsers: “de leegheid van die levens schokt(e) me”. Hij had gelijk, zonder fietsen gaat het niet. En dat schreef hij al ruim voor de komst van Strava. Het programma waarmee liefhebbers, amateurs en profs kunnen kijken wie de langste heeft.

malikomDe snelste coureur tussen Edam en Monnickendam mag zich King of the Mountain (KOM) noemen. Rond Amsterdam alleen al zijn er denk ik duizenden van deze zogeheten ‘segments’, betwist door tienduizenden fietsers.

In heel Mali is er 1 segment, dat slechts door 1 persoon is gereden. Op 27 januari 2012 fietste ene ‘Brandon M.’ de Avenue de la Liberté op in 8 minuten en 8 seconden. Een gemiddelde van 20,6 km p/u over 2,8 km aan 4,5%. Ik ben al competitief als ik boodschappen doe in de Albert Heijn, dus ik droomde reeds maanden over hoe ik Brandon op mijn eerste rit in Mali zou verpletteren. Waarna Strava hem een uiterst lullig mailtje zou sturen met de tekst “Uh Oh, Maarten van Heems just stole your KOM”.

De adrenaline van de Route de Koulikoro giert nog door mijn lijf en ik trek alle registers open. De zon brandt onbarmhartig en bij 35 graden staat mijn huid blank van het zweet. Plaksel voor de roetwolken die uit de minibusjes walmen. Bij elke bocht wordt mijn keel droger, in de verte komt hoofdpijn opzetten. Maar Brandon moet vernietigd worden! Bijna boven geeft de teller nog een comfortabele voorsprong aan, er gaat zo dadelijk meer dan een volle minuut af! Ik trek nog één keer het gas vol open op het laatste stuk tot de voordeur van de president. Achter deze bocht moet het zijn.

mali2Terwijl ik met bonkende slapen op het asfalt tuur, ontwaar ik vaag een geluid dat er niet hoort te zijn. Wie loopt daar zo te roepen? Ik hoor ze schreeuwen, maar ik registreer het niet echt. Zoals in een droom waaruit je niet wilt ontwaken. Een droom waarin ik de enige King of the Mountain van heel Mali wordt. Een droom waaruit ik ruw ontwaak als ik op een haar na mijn fiets in een militair checkpoint parkeer.

De heren soldaten zijn not amused. En ik ook niet. Wat doen die gasten hier en waarom staan ze zo in de weg? Is die Brandon soms een competitievervalsend vriendje van de president? Of hebben ze na de hete lente van 2012 het checkpoint verplaatst en word ik hierdoor twee jaar na dato alsnog slachtoffer van de coup d’etat?

Maarten van Heems