Koers: Ronde van Vlaanderen, 1975
Hoofdrolspelers: Eddy Merckx en Frans Verbeeck
Vlaams: “Jong” en “ rap” en “Fred”.

Wie van de koers houdt, weet dat dit één van de meest legendarische Vlaamse uitspraken ooit is. Gewoon omdat het plaatje helemaal klopt.

Dat leg ik even uit.

Eerst het tijdstip: de jaren zeventig! Zijn er mooiere jaren? Ik dacht het niet! Goed, we hadden thuis oranje overgordijnen en het behang was bruin. Dat leek nergens naar. Maar dan nog: er was Top Pop, er was de Berend Boudewijn Kwis, Nederland werd tweede op het WK in West-Duitsland, ABBA had het Eurovisiesongfestival gewonnen, Ivo Van Damme haalde twee keer zilver op de Olympische Spelen. En in Vlaanderen reden zomaar Eddy Merckx, Walter Godefroot, Freddy Maertens, Herman Vanspringel, Jempi Monseré (op zijn 22ste voor altijd wereldkampioen) Michel Pollentier, André Dierickx, Roger De Vlaeminck, Lucien Van Impe, Frans Verbeeck in hetzelfde peloton rond. Allemaal toppers, en ik vergeet er nog dertig.

Dan de koers: de Ronde van Vlaanderen! Vlaanderens Mooiste!! In 1974 was Eddy Merckx voor de derde keer wereldkampioen geworden in Montreal. Hij had Raymond Poulidor geklopt (juist, de opa van Mathieu van der Poel). In 1975 zou hij er weer eens goed tegenaan gaan, Eddy. Later zou blijken dat dit jaar zijn neergang zou inzetten, met een nederlaag in de Tour. Maar dat terzijde. In de Ronde van Vlaanderen was daar in ieder geval nog niets van te merken. Het was die zondag 6 april zo’n dag waarvoor speciaal het woord “Merckxiaans” is uitgevonden. Op 104 kilometer van de aankomst (u leest het goed: op meer dan honderd kilometer van de aankomst), viel Merckx aan. Zomaar. Eén man kon volgen: Frans Verbeeck. Kan een naam Vlaamser? Neen, toch?

Frans was een steengoed renner. Hij reed voor een snugger ploegje: Maes-Watneys. Een soort Wanty-Gobert, eigenlijk. Frans stond bekend als de “koersende melkboer”. Hij was eens gestopt, zo ergens in de jaren zestig, was ook melkboer geweest en was dan toch maar weer gaan koersen. Met succes, of – meestal – nét niet. Nu zou hij Greg Van Avermaet zijn. Frans boerde goed na zijn carrière. Vermarc – de fabrikant van sportkledij – is van Frans (en zijn zoon Marc. Vermarc: hebt u hem?)

Frans kon Eddy dus volgen. Ze namen twee minuten voorsprong, ze namen drie minuten voorsprong, ze reden naar Geraardsbergen, op de Muur leek Frans te kraken.

Het gebeurde niet.
Nog niet.

Ze namen vier minuten.

En dan geeft Fred De Bruyne commentaar. De renners mochten “Fred” zeggen, en dat deden ze dan ook. Fred De Bruyne was zelf een uitstekend renner geweest, nu was hij vaker supporter dan objectief verslaggever. Maar dat stoorde niet. De mensen thuis hadden hem graag. Hij verwelkomde hen altijd met “Dames en heren, sportliefhebbers.” En de renners hadden hem ook graag. Voor de micro begonnen ze hun zinnen graag met altijd dat ene, zelfde woord: “Fred”. “Fred, wel, ik ben beginnen demarreren op de Bosberg.”, “Fred, ik heb afgezien.”

Merckx rijdt Frans Verbeeck er toch af, na de Muur: “En daar gaat hij. Daar gaat hij”, zegt Fred. “Verbeeck probeert zijn kadans op gang te brengen.”

Maar dat mag allemaal niet baten: Eddy Merckx wint zijn tweede Ronde van Vlaanderen.

Hij heeft 30 seconden voorsprong op Verbeeck. Marc Demeyer wordt derde op 5’02”, voor Walter Planckaert op 5’08”. In de top tien nog vijf Belgen: Rik Van Linden, Staf Van Roosbroeck, Freddy Maertens, Roger Rosiers en Willem Peeters. Op zes: de Nederlander Gerben Karstens.

Negen Belgen en een Nederlander: het lijkt wel veldrijden.

Na de koers kruipt Frans Verbeeck op het podium. Daar staat Eddy Merckx al, voor zijn uitleg aan de Franstalige televisie. Frans staat bij Fred, de handen op de balustrade.

Fred: “Gefeliciteerd voor die prachtige wedstrijd. Jij bent natuurlijk op een fantastische Merckx gevallen, dacht ik.”

Frans: “’t Is ongelooflijk, Fred. Hoe dat die rijdt. Ge kunt dat niet zeggen. ‘k Heb formidabel afgezien. Ge moet zeggen gelijk het is.”

En dan komt ze, de legendarische uitspraak: “Hij rijdt vijf per uur te snel voor ons. Ik weet niet wat dat is, hij rijdt eens zo rap als verleden jaar nog.”

Hebt u het gemerkt?

Wacht, lees nog eens goed: “Hij rijdt vijf per uur te snel voor ons.”

Ja, u ziet het goed (en zoek het maar eens op, op YouTube, bijvoorbeeld. Daar staat een filmpje): Frans Verbeeck heeft dus nooit de uitspraak gedaan zoals ze de legende is ingegaan: “Fred, jong, hij rijdt vijf kilometer te rap voor ons.”

Raar, toch.

Hoe iets een eigen leven kan gaan leiden.

Hoe we zomaar in het ootje genomen worden door onze eigen gedachten.

Of neen: laten we het anders formuleren. Frans Verbeeck heeft zijn eigen legendarische uitspraak, daar op het podium van de Ronde van Vlaanderen, zélf verkeerd geciteerd. Hij had moeten zeggen: “Fred, jong, hij rijdt vijf kilometer te rap voor ons.”

Dat geeft een geruster gevoel.

Filip Osselaer
Laatste berichten van Filip Osselaer (alles zien)