Bradley Wiggins wint de Tour, maar het beeld van gistermiddag zal voor eeuwig blijven hangen.

De gefrustreerde armgebaren van zijn superknecht. De wanhopige blik in de ogen van Christopher Froome, bergop in elk geval de beste van deze ronde. Het halsstarrige veto van de man in de gele trui, zelfs op een moment waarop zijn klassement niet meer in gevaar kon komen. Waarna hij in de microfoon doodleuk oreerde dat Froome wel mocht, maar niet kon.

Wie het bevel ook heeft gegeven, voor iedereen was het duidelijk dat de brave Christopher geen toestemming kreeg te versnellen in de laatste kilometers van de klim naar Peyragudes. Hij kon zijn vleugels niet uitslaan om zich als een roofvogel op Alejandro Valverde te storten. Hij moest wachten op de kopman. Dat zijn stalorders van het ergste soort. Formule 1 in de wielersport.

Meteen afschaffen die oortjes.

Met die computergestuurde manier van koersen heeft het door velen bejubelde Team Sky deze Tour beroofd van elke spanning. Een ijzeren wurggreep was het, de wijze waarop de Britse ploeg de concurrenten op afstand hield. Op zijn Brits. Keurig netjes, zonder stemverheffing. Maar wel met onverbiddellijke overtuiging. Nee is nee. Als wij op kop rijden, dan blijft de rest in het wiel.

Ze durfden niet eens meer, de naaste belagers. Nibali en Van den Broeck waren vooral tevreden met hun topklassering in het klassement, achter de onbetwiste nummers een en twee. Consolideren werd het voornaamste doel in de laatste bergritten. Vooraf aangekondigde aanvallen bleken niet meer dan speldenprikjes. Cadel Evans kon niet beter, bleek lang niet de oude. De rest zakte door het ijs, klapte in de eerste week al tegen het asfalt, of reed gewoon een kleurloze ronde.

En Wiggo? De man met de bakkenbaarden? De recalcitrante hardfietser die alles opzij heeft gezet om zijn wielerloopbaan met een Tourzege te bekronen? Hij kraakte, hij piepte, hij zuchtte en hij steunde, maar uiteindelijk brak hij niet. Morgen pakt hij weer een minuut op zijn favoriete terrein, in de race tegen de klok. Wint hij doodleuk twee etappes, terwijl zijn tweede man op één blijft steken. Baas boven baas, nietwaar?

Toch blijft dat beeld van gisteren hangen.

Het beeld van een hond die ongeduldig jankend moet wachten op zijn baas. Omdat het nu eenmaal zo afgesproken is. Omdat hem de kroon op al dat beulswerk niet gegund werd. En waarom? Waarom gaf de meester zijn trouwe knecht niet de ruimte? Was het afgunst? Haantjesgedrag? Angst? Of riepen ze vanuit de ploegleidersauto dat Froome moest blijven zitten waar hij zat?

Bradley Wiggins wint de negenennegentigste Tour de France, dankzij een ijzersterke ploeg, een fabelachtige meesterknecht en zijn eigen kwaliteiten op de fiets. Niks op aan te merken, maar een groot leider is hij niet. Anders had hij wel een groots armgebaar gemaakt.

Gaan Christopher, gaan.

Gio Lippens
Laatste berichten van Gio Lippens (alles zien)