Floyd Landis en Lance Armstrong

Floyd Landis en Lance Armstrong

Dus in 2003 reed Michael Boogerd met de gaten in zijn arm van de injectiespuiten. Hein Verbruggen poetste een positieve test van Lance Armstrong weg. Armstrong zelf is een genadeloze klootzak, die door rood rijdt en stripclubs bezoekt. Een halve zak bloed van Floyd Landis verdween in het chemisch toiletje van de US Postalbus. En Óscar Pereiro Sio was net zo gedopeerd als Landis in 2006.

Floyd Landis gooit de beerput weer eens wagenwijd open.

Gekke Floyd. De ex-mennoniet, die geen andere kleuren kent dan zwart of wit, doet zijn verhaal aan nog zo’n controversieel figuur: Paul Kimmage. Dat is de journalist bij wie het schuim om de mond verschijnt zodra de naam Lance Armstrong valt. Volgens de o zo subtiele Kimmage is Armstrong de kanker van de sport. Kimmage is een gefrustreerd oud-renner en amfetamine-gebruiker die zijn gebrek aan overwinningen wijt aan het dopinggebruik van zijn toenmalige collega’s. Dat is de bijsluiter van dit verhaal. Zeven uur hebben de twee gefrustreerde mannen om de tafel gezeten. Het gesprek is in zijn geheel te lezen op NY Velocity. Het is een lange zit, haast een kort boek, maar het is de moeite waard voor wielerliefhebbers. Het interview roept tegelijkertijd vele vragen op. Wat moeten we eigenlijk nog geloven van Landis? Wat is het toch voor een figuur? Was het echt zo erg wat hij deed? Wat als alles klopt wat hij zegt? En waarom kon hij niet gewoon terugkeren in het peloton?

Om met de laatste vraag te beginnen, waarom kunnen Vinokourov, Basso, Dekker en Di Luca zonder problemen terugkeren in het peloton na hun straf te hebben uitgezeten en lukt dat niet bij Landis en Rasmussen? Bij Landis is het simpel, hij slaat te wild om zich heen. Had hij gewoon dociel twee jaar zijn mond gehouden net als Dekker, Vino en Basso, had hij maar niemand beschuldigd en zijn straf als een beginnende knecht ondergaan, dan had hij zonder moeite weer in het profpeloton kunnen terugkeren. Maar zo is Landis niet, de knechtenrol was nooit goed genoeg voor hem. En dan nog was het dan maar de vraag of hij ooit op zijn oude niveau was gekomen met die nieuwe heup van hem. Ook Rasmussen bleef vechten. Hij is immers nooit officieel betrapt op doping. Soms lijkt het beter om met de naald in je arm te worden gesnapt, dan kun je boete doen en verder gaan. Zo werkt het niet voor Landis en Rasmussen. Strijdend voor hun zaak bleef de fiets in het schuurtje staan. En ze zijn betrapt op hun hoogtepunt, terugkomen is dan veel lastiger.

Floyd is one though bitch, is de gevleugelde uitspraak van zijn ex-vrouw Amber. Wielerliefhebbers zijn dol op mooie verhalen. Het gevecht van Armstrong tegen kanker, Contador en zijn hersenbloeding, maar het verhaal van Floyd Landis was het mooiste. Hij ontworstelde zich al fietsend aan het strenge mennonietenmilieu van zijn familie. Hij was bikkelhard en ontzettend lastig. In het boek Lance Armstrongs Oorlog wijdt schrijver Daniel Coyle een hoofdstuk aan gekke Floyd, de knecht die dichterbij Lance stond dan alle andere knechten. Maar ook de gek die 13 cappuccino’s achter elkaar dronk, omdat het kon. Landis die bij het horen van Led Zeppelin terugdenkt aan 1997, omdat hij toen pas een beetje de wereld om hem heen leerde kennen. Landis die lastige vragen stelde en uiteindelijk vertrok bij US Postal. En toen was daar in 2006 die weergaloze touroverwinning. Met of zonder doping, de overwinning in de 17e etappe richting Morzine blijft een van de grootste spektakels in de Tourgeschiedenis. Meer dan 100 kilometer solo en iedereen aan gort rijden, in een bergetappe. Als we de gedopeerde Coppi en Bartali mogen bewieroken om hun overwinningen, waarom Landis dan niet?
De hele wielerwereld stond op zijn kop tijdens en na die rit naar Morzine. Net zoals alles op zijn kop stond toen bleek dat Landis positief was getest op testosteron. Kan niet, aldus Landis tegen Kimmage. Hij deed drie bloedtransfusies van ongeveer 300 milliliter die Tour, zoals hij dat iedere tour had gedaan, zoals hij dat had geleerd bij US Postal. Dat was bloed zonder sporen van testosteron en ook voor de Tour had hij geen testosteron genomen dus waar daar dat dan vandaan kwam?

Het regent details in het gesprek tussen Landis en Kimmage. Er zijn beschuldigingen aan het adres van Verbruggen, Van Petegem, Armstrong, Pereiro en ook Michael Boogerd: “I think it was in 2003, and we had done a blood transfusion the night before and if you don’t do it exactly right, and hold it and keep the pressure on it, (it leaves a mark/bruise because) it’s a much bigger needle. (Next day) I was riding and Michael Boogard came up next to me and he pointed to my arm and just smiled and winked and then he pointed at his arm…like, ‘I got the same thing.’”

Kimmage memoreert de mailwisseling tussen Jonathan Vaughters en Frankie Andreu, over hoe Bruyneel en Armstrong een bloedzak van Landis wegspoelden in het toilet van de ploegbus om hem te pesten. Volgens Landis klopt dat niet, het bleek een idee van de ploegarts die vond dat het begon op te vallen hoe goed US Postal reed in 2004 en daarop een bloedtransfusie weigerde die Landis graag wilde.

Wat moeten we met deze details? Zuigt Landis dit allemaal uit zijn duim? Een deel misschien, maar ik ben een van die wielerliefhebbers die denkt dat er massaal gebruikt is en nog steeds flink gebruikt wordt, Lance niet uitgezonderd. Dat dit niet uitmaakt, wordt ook door Landis uit de doeken gedaan. En daarmee sluit hij aan wat Bert Wagendorp in De Muur #16 schrijft, een editie uit 2007 waar Landis nog keihard ontkent in een interview met Diederik van Hoogstraten. “Doping speelt altíjd een bijrol”, aldus Wagendorp. Landis tegen Kimmage: “Everything that goes on in the bike race without drugs, goes on in the bike race with drugs. You still have good days and bad days and all the other variables (…) but it does help. There is no way it doesn’t help.”

Stel nu dat Landis de volledige waarheid spreekt, eindelijk. Wat dan? Het peloton kan zonder probleem doorfietsen, alleen Johan Bruyneel zit nog in een ploegleiderswagen. Het gaat in het verhaal van Landis verder alleen maar over gepensioneerde renners. Er verandert eigenlijk niks. Tenzij Armstrong bekent, dan moeten zij die stug geloven in een schone sport toch ook eens toegeven dat je een Tour niet kunt winnen op een bord pasta met wat al dan niet vervuild vlees. Maar Armstrong bekent niet, als Landis de waarheid spreekt dan heeft Armstrong de hele wielerwereld in zijn achterzak, tot de UCI aan toe. En zo zullen er twee parallelle werelden blijven bestaan. Een van de mooiste uitspraken van Landis in het interview: “There is a parallel world where the fans see what’s put in front of them and appreciate it for what they believe it to be and beside it is the peloton who know the real story. Therefore there are no secrets within the peloton, management, the UCI and anyone with a financial interest in cycling.”

Landis is een rare. Hij ziet alles zwart/wit. Hij doet niks met mate, of het nu fietsen, ontkennen of bekennen is, het moet allemaal maniakaal. “Voor Floyd is het allemaal heel erg rechttoe, rechtaan”, aldus zijn beste vriend Will Geoghegan in het boek Lance Armstrongs Oorlog. “Als Floyd er emotioneel bij betrokken is, valt hij niet meer tegen te houden. Dan gaat hij door tot zijn hart letterlijk uit elkaar barst.”

We wilden een mooi verhaal en Floyd gaf ons een prachtverhaal. Gekke Floyd. Als hij nu plotseling met het nare verhaal komt, moeten we niet plotseling doen alsof hij raaskalt. Dan moeten we niet ieder jaar weer in het sprookje willen geloven. Als dat cynisch is, soit. Alleen in Amerika loopt ieder verhaal goed af. Wielrennen blijft een Europese sport. En Floyd, die heeft ons in 2006 drie weken topvermaak geboden. Waarom zouden we dat door bijzaken laten vergallen?

Alex van der Hulst