De UCI zond gisteren een tweet uit met de tekst: 

‘Motivating the younger generation’

Dit ging niet over hoe het wielrennen nieuwe kleine Wiggo’s kan inspireren. Nee, het ging hier om een andere tak van de grote UCI-boom. Een tak waar kleine wielerfans zich wel zullen herkennen of in ieder geval de fietsjes waar de mannen en vrouwen op rijden.

Wat krijgt die ‘younger generiation’ te zien?

Acht bonkige kerels op een rijtje op een schans van acht meter hoog. Een lange pieptoon. Het starthek klapt naar voren. De mannen trekken hun fiets naar achteren en duiken de diepte in. Te land, ter zee en in de lucht is niets vergeleken bij deze BMX-start.

Bij de nieuwe olympische sporten gaat het om de amusementswaarde. In het geval van BMX-wedstrijden wordt de kijker in het stadion en thuis voor de buis op de wenken bediend als het gaat om spektakel, snelheid en valpartijen. Toch is het maar een klein shotje amusement. Voordat je de flesopener voor je biertje hebt gevonden zijn die grote kerels op hun kinderfietsjes al naar de finish gestuiterd. En je moet ook heel wat biertjes op hebben voor je je als fietsliefhebber in BMX herkent. De snelle trapbewegingen die tussen alle hobbels en bochten door gemaakt worden, doen nog het meest denken aan een hamster in een looprad. Het schijnt dat Nederland wel goed is in BMX. We hebben op Sportcentrum Papendal zelfs de hele baan nagemaakt die vandaag in Londen wordt gebruikt. Als je gelooft in Nederlandse medaillekansen zijn de BMX-finales vandaag misschien toch wel vermakelijk.

Ach, en voor die ‘younger genaration’ is het misschien toch ook wel aardig. Als de BMX’ers klaar zijn, stappen ze misschien ook nog even op hun evengrote fietsjes om een paar rondjes te fietsen.

Motivatie noemt de UCI dat.

Pieter van der Meer