Toen Guillaume Van Keirsbulck terugkeerde van het front, was de oorlog voorbij. Moeder zette het bord op tafel dat bijna vier jaar lang in de kast had gestaan en schepte het zwijgend vol. Guillaume at het zwijgend leeg. Vader vertelde over de veestapel, kort en zakelijk. Het leven ging verder alsof de hel en verdoemenis die Guillaume had overleefd nooit hadden plaatsgevonden. Vader van Keirsbulck had twee sterke handen extra op de boerderij, handen die hij zeer goed kon gebruiken, en Guillaume leefde nog. Zo simpel was het.

Pas later zou blijken dat het leven dan wel door mocht kabbelen als een rustige beek, de oorlog in Guillaumes hoofd was nog lang niet verdwenen. En zo af en toe werd ze een rivier die zomaar opeens buiten haar oevers trad. Dan sloegen de golven van de herinnering tegen zijn schedel en sloeg Guillaume met zijn imposante knuisten de boedel van dorpscafé Het Blaffend Konijn aan gort. Daarna vloeide het water terug binnen haar kades en kabbelde het leven verder alsof er helemaal niets was gebeurd.

Guillaume Van Keirsbulck. Mocht het toch Tom Boonen zijn geweest die zondag solo de slotetappe van de Eneco Tour op zijn naam schreef en mocht ik goesting hebben om een Vlaamse familieroman te schrijven dan E3-prijs_de_muur_Guillaume_Van_Keirsbulck_23-03-2012_14-36-055 (2)heette mijn hoofdpersoon Guillaume van Keirsbulck. Wat een heerlijke naam. Even heerlijk als het nummer dat deze Vlaamse tempobeul zondag opvoerde. Ontsnapt uit een kopgroep van 20 kliefde hij ruim 35 kilometer lang de Limburgse wind en trotseerde hij de heuveltjes die achteraf te kort en te eenvoudig bleken om klassementsleider Tim Wellens uit de witte leiderstrui – die hij daags ervoor toch wel verrassend veroverd had – te rijden. Bijgevolg werd de Eneco Tour voor het eerste in haar bestaan gewonnen door een Belg. Voor Guillaume gold: rechtdoor naar school en kantoor, zo hard mogelijk trappen op de pedalen, de brede rug evenwijdig aan het asfalt en de ketting op een versnelling die alleen bij de aanblik al pijn deed aan de benen. Soms kan wielrennen heel eenvoudig zijn.

Verder was het een complexe middag. Net terug van vakantie zette ik de televisie aan en tot mijn grote vreugde zag ik dat er wielrenners over de buis reden. De beelden van een verwaaid land met een schaarse zonnestraal lieten mij verlangen naar een glas goudbruine herfstbok. En Tom Boonen reed in de aanval. Fout, ik moest er duidelijk nog even inkomen na twee weken algehele fietsonthouding. Het was 17 augustus, de na-de-tour-criteriums waren nog maar net voorbij en op kop reed toch echt Guillaume van Keirsbulck.

Ik was er al vaker ingestonken. Tijdens de Ronde van Vlaanderen begin dit jaar riep ik op een wijze die wielerkennis moest verraden dat de Omega Pharma Quick Step ploeg duidelijk de kaart Terpstra had getrokken door Boonen al zo vroeg in koers op kop te zetten. Wat maar wil zeggen dat je mij niet zal horen over een slippertje van het illustere NOS duo Ducrot en Dijkstra.

Het was dus Guillaume van Keirsbulck, die overigens niet alleen qua uiterlijk en houding op de fiets een kopie van Tom Boonen is, maar ook op het gebied van decompressie de man uit Mol met verve imiteert. ‘Iets teveel en te lang vakantie gevierd na het voorjaar’ verklaarde hij zijn dip in de buik van dit seizoen met een opvallend zachte stem.

Ook verwarrend: winnaar Tim Wellens sprak Engels zoals Duitsers dat doen; een beetje als Herr Flick uit Allo Allo. Toen hij overging op het Nederlands was pas te horen dat we hier van doen hadden met een nog piepjonge Vlaming – tussen zijn wenkbrauwen kon ik nog wat jeugdpuistjes ontwaren – van wie we nog veel gaan horen in de toekomst.

Al met al, ondanks de verwarrende omstandigheden en ondanks het feit dat zowel Lars Boom als Tom Dumoulin er niet in slaagden de Eneco Tour te winnen – sterker nog: niet in staat waren de positie van Tim Wellens aan te vallen – was het fijn om weer eens een beetje koers te zien.

Joost-Jan Kool