Niels AlbertZe strompelt weg uit het veld. Heeft een frivole muts met de Belgische driekleur op haar hoofd, modder aan haar voeten en duidelijk te veel gedronken. Ze wordt ondersteund door haar vriend, die haar krampachtig vasthoudt. Dat er vandaag geen Belg gewonnen heeft, dat is ze al lang vergeten. Ze heeft plezier gehad en dat heeft ze nu nog steeds. Ze probeert een sigaret soepel naar haar mond te bewegen. Dat mislukt. Het rokende ding raakt eerst haar wang.  Ze lacht naar elke willekeurige voorbijganger, voornamelijk landgenoten. Blaast bij één rook in zijn gezicht. Hij kan er om lachen, ze omhelzen elkaar. Zij gooit er al haar ziel en zaligheid in. Valt in zijn armen. Hij moet moeite doen om de mayonaise van zijn broodje hamburger niet op haar jas te laten belanden.

Maar een volgend slachtoffer doet niet mee aan de plezierige wereld waarin ze verkeerd. Nors kijkt hij vooruit. De blik op oneindig. De armen over elkaar. Een muts met daarop de naam ‘Niels Albert’ in grote witte letters geborduurd diep over zijn hoofd getrokken. Het liefst wil hij er in verdwijnen. Hij ontwijkt de handjeklap die het te dronken meisje hem wilt geven. Daar heeft hij nu even geen zin in. Hij baalt. Hij baalt ontzettend. Want waar het meisje puur naar de cross kwam vanwege het feesten, vanwege het bier, of vanwege wat ze dan ook gedronken heeft, kwam hij voor de koers. En hij is gekrenkt in zijn trots. De vlag met de Belgische driekleur, de vlag met de afbeelding van Albert in zijn oude wereldkampioenschapstrui en de vlag met de Leeuw van Vlaanderen, alle drie vastgemaakt aan één lange stok, die hij tegen de achterkant van de hamburgertent heeft neergezet . Ze wapperen een klein beetje. Steken af tegen de strakblauwe lucht. Een mooi beeld, maar het doet hem even niets. Zijn held, de man die hij graag wereldkampioen had zien worden, kwam er in het schouwspel dat zich in het voorafgaande uur afspeelde niet aan te pas. Albert, topfavoriet, werd bij dit WK slechts 24e.

Hij had gehost en gezongen. Polonaises gelopen. Geouwehoerd met Zwitsers en met een groepje fans van Sven Nijs, grappen gemaakt met een zeldzaam groepje Duitsers. Hij had meer schik gehad dan het dronken meisje dat hij zojuist had genegeerd. Toen de koers eenmaal begonnen was schreeuwde hij samen met de supportersclub uit zijn dorp de longen uit zijn lijf. Maar Albert reed vroeg lek, was meteen kansloos. Ze konden schreeuwen wat ze willen. Het had geen nut meer. Dat besef, het drong tijdens de koers maar langzaam tot hem door. Is nu nog steeds niet echt tot hem doorgedrongen.

Toch, hij ziet één lichtpuntje. Zijn Niels, waarvoor hij menig  zondagmiddag in Vlaanderen de kou en regen getrotseerd heeft, gaf niet op. Niels reed door. Ondanks dat hij op een plek reed ver beneden zijn stand. Ondanks dat alle plooien in zijn gezicht, de half open mond en de doffe blik in zijn ogen verraadden dat hij het liefst zo snel mogelijk de arena met twintigduizend van zijn landgenoten wilde verlaten, maakte hij het uur vol. Dat doet hem goed. Het verzacht de pijn een klein beetje. Maar toch: de teleurstelling van  na de koers heeft het plezier van vooraf verdrongen. Compleet. Hij bestelt nog een biertje. Nipt aan de plastic beker.

Wat is hij jaloers op het dronken meisje.

Juul van Loon
Laatste berichten van Juul van Loon (alles zien)