De Olympische wegrit voor mannen was als een uitzonderlijke proeftuin vol lekkernijen en een enkele verboden vrucht. Kleine landenploegen in een wedstrijd zonder oortjes. Een half peloton aanvallers nam het op tegen een half peloton massasprintverdedigers, zonder dat er ook maar één ploegleiderswagen of ardoisier in beeld kwam. Zelfs de kijker thuis kreeg geen informatie over tijdsverschillen ingefluisterd.

Zo kan een Koers ook worden verreden.

Er was maar één valpartij in dit kleine peloton. Het was helaas wel de gedoodverfde winnaar die zichzelf de hekken in reed. Zwitsers kruis erover. Voor drie hoofdprijzen bleven nog dertig aanvallers over. De achtervolgende Britse trein had al teveel vertraging opgelopen.

Eenmaal in het zakencentrum van Londen plaatsten twee renners, apart van elkaar, de beslissende demarrage. Het goede moment, de goede aanvalspartner, de goede benen, de goede afspraak. De winnaar kon na zijn val in de Tour de France in 2011 nu, bij zijn tweede en laatste comeback, nog één groots gebaar maken. Zo had hij het voorzien.

Met precies zo’n groots gebaar trok hij bij zijn vorige comeback z’n chequeboek. Er verscheen een ingescand bankafschrift van de nummer twee van Luik-Bastenaken-Luik, de rus Kolobnev. De naam van de Kazachstaanse afzender stond onder een mooi, afgerond bedrag. Vinokurov, Alexandre, Credit Foncier de Monaco. Het bewijst wat Vino’s woorden waard zijn, zwart op wit.
Sinds Luik weet de wereld dat Vino kan betalen. En dat mag de wereld best weten. Vino is geen linkebal, hij is goed voor zijn geld. Een man een man, een woord een woord. Het is daardoor, letterlijk en figuurlijk, zijn handelsmerk. Handig te weten voor wie met hem op kop komt om voor winst te strijden.

Met het gezicht van een oorwurm stond Pat McQuaid, voorzitter van de UCI, op het podium om de winnaars te feliciteren. Het werd een prachtig, veelzeggend beeld. Het beeld dat zoveel wielerverhalen in zich heeft. Verhalen uit de oude doos.

“Vino koopt zijn eigen afscheidsfeest”, zou een Britse Tabloid kunnen koppen. Maar Alexandre had zichzelf voorin geplaatst, en ging aan op het juiste moment. En hij ging vol door. Vino weet wel hoe dat moet.
Er viel een gat, en weg is weg op de Olympische rit. Omdat er ook zonder cheque drie hoofdprijzen klaarliggen aan de streep. En dat is meer dan genoeg voor twee hardrijders.

Sluwe, getructe aanvallers wonnen de uitwedstrijd bij de Engelse opponent, die zelf ook flink wat buitenlandse hulptroepen had ingekocht. Het internationale wielrennen schuurde als altijd met een rotvaart langs de Olympische Gedachte en met het stof dat neerdwarrelde konden de Tabloids goed worden gevuld.
Het oude wielrennen liet het nieuwe alle hoeken van Box Hill en Buckingham Palace zien.
En ik heb er van genoten.

Martijn Sargentini