Zondagavond. Voor het slapen gaan nog even de Twitterfeed bekijken. Het eerste berichtje dat ik las, was van WielerFlits-journalist Youri IJnsen. Ik viel middenin een draadje van hem over Lieuwe Westra. Lieuwe had een bericht op Facebook gezet, waarin hij aankondigde te stoppen met wielrennen. Het bericht verried emotie, alsof Lieuwe vloekend de telefoon had gepakt, het bericht had ingetikt en de telefoon vervolgens door de kamer had gesmeten.

Het ging al een tijdje niet goed met Lieuwe. Hij liep in de diverse interviews met de media niet weg voor wat er mis was: Lieuwe zat in een mentaal dal. Relatie voorbij, eenzaamheid in Monaco, een ploeg waarin hij niet thuis was. Hijs je dan nog maar eens op je racefiets om voor de tienduizendste keer dezelfde berg op te vegen. Je kan nog zo’n mooi contract hebben bij een schatrijke ploeg, het helpt je niks als het in de kop niet goed zit.

Niet lullen maar poetsen
Tot een dik jaar geleden was ik wielerverslaggever. In die hoedanigheid sprak ik regelmatig met wielrenners. Dat zijn vaak vluchtige contacten; je stelt een paar vragen, je maakt eens een geintje en je paden scheiden weer. Met Lieuwe lag dat wat anders. De eerste keer dat ik hem sprak, was bij hem thuis. Aan de keukentafel. Ik mocht hem direct. Misschien komt het omdat ik een beetje uit de buurt kom. Dat Friese recht-voor-zijn-raap-gebeuren, daar ben ik mee opgegroeid. Niet lullen, maar poetsen. Dat ik dan wat meer van het lullen ben gebleken, doet daar niet aan af.


We hadden af en toe contact, soms gingen we samen een rondje fietsen. Hij op het gemak, ik met het tong op het voorwiel, druk bezig om vooral niet de indruk te geven dat ik piepedood zat. Dat contact werd minder toen hij naar Monaco vertrok en ik een andere loopbaan ging najagen.

Kuttijd
Toen het Friesch Dagblad in de zomer van 2016 een openhartig interview met Lieuwe publiceerde, ging wielervolgend Nederland even rechtop zitten. Het was mis met deze Friese rûchhauwer. Motivatie nul, privéleven in het slop. Hij dacht er soms aan om het allemaal maar achter zich te laten. Die zomer sprak ik hem kort tijdens de Profronde van Surhuisterveen. Ging allemaal wel weer. Wel een kuttijd gehad, maar op de weg terug.


Sindsdien heb ik hem niet meer in koers gezien. Misschien heeft hij nog wel wat gereden, maar dan was het ontzettend onder de radar. Dat hij bij Hilaire Van der Schueren zou gaan koersen, vond ik geen verrassende keuze. Toch een beetje het oude nest.

Gevoel
En dan opeens dat bericht van zondagavond. Depressie, luidt de verklaring. Ik praat niet graag over mijn gevoel, liet Lieuwe eerder al weten in een interview. Dat klopt. Doen ze sowieso niet zo snel in in het noordwesten des lands. En in de topsport al helemaal niet. Wie twee bladzijden van het boek van Thomas Dekker heeft gelezen, ziet dat ook in het peloton de grote mannenbek nog altijd welig tiert. Gevoel, dat zit in je poten en in je lul.


Ik hoop dat er iemand is die naar Lieuwe luistert. Gewoon luisteren. Niet met goedbedoelde raad komen, niet zijn gevoel opzij schuiven en zeggen dat het allemaal wel goed komt. Niet weglachen. Niet wegkijken. Niet achterlaten. Er voor hem zijn. Zonder belang, zonder wensen. Er gewoon zijn.

Hulp
Een depressie verdwijnt niet zomaar. Hiervoor is hulp en tijd nodig. Ik maak het in mijn directe omgeving mee en moet mezelf heel erg vertellen dat ik het niet voor deze persoon weg kan nemen. Het enige wat ik kan doen, is er voor deze persoon zijn en van deze persoon houden. Luisteren als dat nodig is. Iets zeggen. Mijn bek houden.

In 2012 zat Bram de Groot tijdens de Tour de France aan tafel bij Mart Smeets. Het ging niet zo goed met Bram. Hij was gestopt met wielrennen. Niemand belde hem. Hij was in een klap vergeten. Ik hoop dat het inmiddels beter gaat met Bram. En ik hoop dat Lieuwe niet in hetzelfde gat sodemietert. 

Ivo Pakvis
Twitter
Laatste berichten van Ivo Pakvis (alles zien)