De meest legendarische Kroaat die deze Tour uitrijdt, is met kilometers voorsprong Kristijan Durasek. Het is voor een bescheiden wielerblog als Het is Koers dan ook een geweldige eer om hoogst exclusief zijn dagboek te mogen inkijken en met u te mogen delen. Na deel 1 en deel 2 verschijnt nu logischerwijs deel 3.

Donderdag: Allereerst wil ik me verontschuldigen bij de lezer(s) van Het is Koers. Ik had beloofd om de etappe van gisteren te winnen. Dat is er niet van gekomen. Ik kan me nu wentelen in excuses en ga dat ook doen. Ten eerste moest ik een zieke Rui Costa vergezellen op het laatste klimmetje waar hij in tegenstelling tot Chris door het ijs zakte. Ten tweede enzoverder enzovoort.

Vrijdag: Vandaag naast Nibali gaan fietsen. Hem verteld dat je ook via de mond lucht kan inademen. Hij bedankte me voor de tip en ging het na de Tour eens uittesten.

Zaterdag: Een moeilijke dag. Ik kwam in een bus binnen met Armindo Fonseca, Simon Spilak en Sebastien Reichenbach. En ik maar denken dat ik al een anonieme ronde rijd. Met die laatste wat gepraat. Hij kan wel beter, maar is ondergedoken in de buik van het peloton op de vlucht voor een woedende menigte die haar geld terugeist. ‘Het is echt geen pretje om populair te zijn in Tourprono’s bij pseudo-wielerkenners,’ vertelde hij me.

Zondag: Alexandre Pichot is zo onzichtbaar deze Tour dat ik hem bijna van zijn sokken heb gereden.

Maandag: Zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz… De batterijen opladen.

Dinsdag: Onze kopman Rui Costa merkt dat het onbegonnen werk is om de exacte leeftijd van Chris te achterhalen en stapt gedesillusioneerd uit de Tour.

Woensdag: Zat ik eens mee in de goede vlucht, rijdt daar een Pool rond met zoveel energie in zijn lijf dat hij heel Frankrijk van elektriciteit kan voorzien. Het was een schertsvertoning. Met zijn knipoogjes naar de camera. Als Kroaat moet je dat niet proberen. 

Donderdag: Nog nooit zo’n nukkige Chris gezien. Wanneer we hem om meer uitleg vroegen, bleek hij de prestaties van Nibali verdacht te vinden. ‘Ik demarreerde aan het begin van Hautacam echt met volle overtuiging, maar hoe Nibali me pareerde was echt jaren ’90,’ gromde hij. ‘Die rijdt duidelijk op dezelfde benzine als de winnaar van de Vuelta van vorig jaar.’ Toen hij erachter kwam dat Nibali ook nog eens sneller naar boven reed dan Piepoli en Cobo in 2008, stond Chris op het punt om op te geven. ‘Wat een bedrog!’ foeterde hij. We hebben hem maar net in de Tour kunnen houden. 

Vrijdag: Lampre is het kneusje van het peloton. De ploegleiding iets horen brommen van Guido Nigrelli en betere tijden. De eerste veertiger, Kroaat en Colombiaan in het algemeen klassement rijden nochtans allemaal voor Lampre, wierp ik op. Dat vonden onze ploegbonzen maar een magere troost. Om de sfeer aan tafel er wat in te houden, vertelde Chris nog een mop. Hij gaat de Vuelta rijden en hem proberen te winnen. Ik was op slag alle ellende vergeten.

Zaterdag: Verjaren op de dag dat er een individuele tijdrit van 54 kilometer op het programma staat. Een redelijk geniale timing voor een gepatenteerd niet-tijdrijder. Applausje voor mezelf toch dat ik niet door Tony Martin ben ingehaald. Hij startte dan wel voor mij, maar met hem weet je maar nooit. Chris hoopte nog op te schuiven naar een vijftiende plaats in het algemeen klassement. ‘Ik heb iets met het cijfer 15,’ vertelde hij mysterieus. 

Zondag: Samengevat: zonder ongelukken beëindig ik de Tour, een niet te missen voorbereidingswedstrijd op de Tre Valli Varesine, straks als 46ste. Dat belooft veel goeds. Zijn de laatste 20 jaar ook ooit 46ste geworden in de Tour: Alexis Vuillermoz, Philippe Gilbert, Jens Voigt, Roberto Laiseka, Georg Totschnig, Manuel Béltran en Zenon Jaskula.

 

 

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)